Amsterdam 10 januari 1906 - Haarlem 12 februari 1945

Walraven van Hall, bankier van het verzet 1906-1945

Verzetsman in de Tweede Wereldoorlog, landelijk belangrijk als leidend financier van het Nationaal Steunfondsplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNationaal Steunfonds

Tienduizenden onderduikers en mensen die vanwege de oorlogshandelingen in de periode 1940-1945 niet de mogelijkheid hadden inkomsten te verwerven, dankten hun financiële hulp in bezettingstijd aan het N.S.F., het Nationaal Steunfonds. Het betrof een illegale organisatie, die werkte met alle middelen van de grote bankierswereld, doch waarover na de oorlog eigenlijk maar weinig bekend is geworden.
. Dit fonds, opgericht 1942 voor de steun aan onderduikers en bijvoorbeeld zeemansvrouwen, werd van grote betekenis na de spoorwegstaking van 1944.

Walraven van Hall, derde van tien kinderen van bankier Adriaan van Hall en Petronella Boissevain, was een broer van de latere Amsterdamse burgemeester Gijs van Hall. Hij volgde privéonderwijs, enkele jaren lyceum en studeerde aan de zeevaartschool op West-Terschelling. In 1925 werkte hij als leerling-stuurman en radiotelegrafist bij de Koninklijke Hollandsche Lloyd maar werd in 1929 wegens zijn gezichtsvermogen afgekeurd.

Broer Gijs regelde daarop een bankfunctie in New York. Vanaf 1931 werd Walraven bij vader’s bank ingezet. In het voorjaar van 1940 ging hij als effectenhandelaar door het leven, later als firmant bij de Zaandamse bankiers- en effectenfirma Wed. J. Veltrup en Zoon waar hij ook ging wonen.

In het oorlogsjaar 1942 werd het steunfonds, om zeemansgezinnen van het marinepersoneel te hulp te komen, de Zeemanspot, opgericht. Van Hall werkte samen met initiatiefnemer Iman Jacob van den Bosch, afdelingsdirecteur van de Philipsfabrieken en broer en bankier Gijs. Zij richtten gezamenlijk het 2000 medewerkers tellend instituut Nationaal Steun Fonds (NSF) in 1943 op en opereerden met instemming van de regering in Londen onder de bijnaam Bank van het verzet.

Walraven van Hall, Wally voor intimi, gebruikte verschillende schuilnamen, waaronder Van Tuyl, Barends, oom Piet en zijn bekendste: de Olieman.

Het NSF, dat een nationaal netwerk van vindingrijke geldinzamelaars en -distribuanten alle facetten van het illegale werk financierde, maakte veelvuldig gebruik van waardeloze effecten, zilverbons en vervalste schatkistpromessen. Daarmee werden honderden, later enkele honderdduizenden personen gesteund die door de Nazi’s werden gezocht.

Na 17 september 1944 vormde de spoorwegstaking een extra belasting voor het NSF. In uitputtende discussies met spoorwegdirectie en personeelsraad, die met zekere arrogantie het beheer van de voor de 30.000 personeelsleden bestemde loonbedragen onder zich wilden houden, vond Van Hall telkens weer een uitweg na hoogoplopende meningsverschillen. Een grote steun voor het NSF-werk vormde een tweetal door de regering in Londen gegeven garanties voor ontvangen leningen, die na enkele aanvullingen uiteindelijk het totaal van 80 miljoen gulden bedroegen.

Bankroof

Walraven van Hall organiseerde de grootste bankroof uit de Nederlandse geschiedenis door met vervalste schatkist- en promessepapieren de Nederlandsche Bank, onder auspiciën van de regering, tientallen miljoenen guldens afhandig te maken. Dit alles onder de ogen van NSB'er Meinoud Rost van Tonningen, de toenmalige directeur van de Nederlandsche Bank. Het NSF groeide uit tot één van de meest unieke organisaties in bezet Europa. Het verzet werd in totaal met zo’n 110 miljoen gulden gesteund. Zoon Aad van Hall zou later zeggen: ,,In die tijd was er gebrek aan alles, behalve aan geld.”

In het laatste oorlogsjaar speelde Van Hall een grote rol bij de totstandkoming van de 'Kern' en de 'Top-Driehoek', die vertegenwoordigers van diverse verzetsgroepen tot samenwerking brachten. Na de aanstelling van kolonel H. Koot tot Commandant van de BS in oktober 1944 stelde Van Hall hem in Amsterdam bureauruimte en personeel beschikbaar.

Op 27 januari 1945 vond een vergadering plaats van het Landelijk Werkcomité, opgericht om de steeds intensiever wordende mannenjacht in het kader van de arbeidsinzet tegen te gaan. Door onzorgvuldigheid van een lid van de LO kwamen de Duitsers achter het adres van samenkomst aan de Leidsegracht. Alle aanwezigen vielen in hun handen, waarna in het Amsterdamse Huis van Bewaring door loslippigheid van een gevangene bleek dat Van Hall de al lange tijd gezochte Van Tuyl was. Als Todeskandidate werd Walraven van Hall op 12 februari 1945 in Haarlem-Noord gefusilleerd. Zijn lichaam werd herbegraven in vak 35 van de Eerebegraafplaats Bloemendaal in Overveen.

Van Hall werd in 1946 postuum onderscheiden met het Verzetskruis en door de VS met de Medal of Freedom with Gold Palm in 1953. Hij liet een vrouw en drie kinderen achter.

Externe link:

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/hall.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:07
  • (Externe bewerking)