Honig, Tine
Koog aan de Zaan, 10 december 1894 - Haarlem, 10 maart 1957
Catherina Margaretha (Tine) Honig, beeldend kunstenaar van voornamelijk schilderijen en aquarellen, stillevens en composities met bloemen. Tine Honig werd opgeleid aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam en ontving schilderlessen van Felicien Bobeldijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBobeldijk, Félicien
Koog aan de Zaan, 17 oktober 1876 - Amsterdam, 30 januari 1964 Cees Bolding Impressionistisch kunstschilder, geboren in Koog aan de Zaan, die voornamelijk in Amsterdam heeft gewerkt, maar ook in de Brabant en de Zaanstreek.
In zijn boek 'Jeugdprentjes' (Lochem 1934) heeft hij op een alleraardigste manier de belevenissen uit zijn jongensjaren in de Jan Bestevaerstraat in Koog beschreven, geïllustreerd met tekeningen van de Zaanstreek, zoals hij die zich herinnerde. Bobeld… (1876-1964) en Coba Ritsema (1876-1961). Zij werkte voornamelijk in Haarlem.
Van de meeste stillevens van Tine Honig gaat een goede rust uit, zij geven de simpele dingen van het dagelijks leven weer, zoals zij zijn, maar de liefde, waarmee zij zijn bekeken, zet ze in een ander licht. Hoe trouwhartig is het grote, misschien iets té grote, stilleven met de mooi geschilderde groene kan, het brood en de warm-bruine schotel met het levendig rode slingertje. De sleutel aan de wand breekt op een pittige wijze even het fijne grijs-wit van de achtergrond. Van een zelfde blankheid is dat andere stilleven met de eieren, waarin tere nuancen van blank-wit, roomwit, grijs en blauw met grote gevoeligheid tegen elkander afgewogen zijn. Dat zij ook sterke kleuren met overtuiging weet te gebruiken, bewijzen doeken als: Stilleven met pompoenen en Het Geschenk en Echeveria. Zin voor humor spreekt uit kleine stukken, als de Antieke poppetjes. Jeugdhuis, Donkere Laan 6, Bloemendaal, 10 – 25 september 1932. Bron: Bloemendaals Weekblad.
Haarlemse kunstenaars stonden in oktober 1937 centraal in Kunstzaal Becker te Haarlem. Mej. Tine Honig, exposeerde een verzameling van haar jongste schilderijen, die een vervulling zijn van de schone belofte, die een vorige tentoonstelling, nu enige jaren geleden inhield. Inderdaad heeft het talent van deze kunstenares zich sindsdien op gelukkige wijze ontplooid; thans weet haar gerijpte kunst aan elk van haar stillevens een innigheid, en een gedragen kleurenpracht te verlenen, die haar een aparte en bevoorrechte plaats onder haar kunstzusters doet innemen.
Tine Honig toch is, naast bloem-schilderes, de vertolkster van het stilleven, dat in opbouw logisch en eenvoudig, in kleurschikking een verrukking voor het oog, en in stofuitdrukking steeds opvallend fraai is.
Hoe komt dit alles in haar 'Stilleven met vruchten' (No. 12), waarmee zij op deze tentoonstelling excelleert, tot uiting. Hoe schitterend van kleur is het los weg over de tafel gespreide gele doek, hoe harmonisch hiermee de rode gloed van de aarden kan, de donkere tint der vruchten, het warme bruin van de gebeitste houten achtergrond en hoe vormen alle elementen een evenwichtig geheel; hoe gaaf en in volle beheersing is dit alles weergegeven!
Ook uit no. 11 'Stilleven met eieren' spreekt een zelfde meesterschap, waarbij de bekende behandeling in lichte, ijle kleur van een wit tafellaken, een licht grijze schotel en dito bord, gezet tegen een lichtgekleurd behang, bewondering voor haar technisch kunnen afdwingt. Daarbij heeft Tine Honig haar hart verpand aan bloemen en vruchten; haar weergave van amaryllissen, begonia's, gloxinia’s of sneeuwbes, naast komkommer, aubergine en ronde rammenas, is tegelijk bekoorlijk en natuurgetrouw, zonder daarbij in een soort fotografie in kleuren te verstarren.
Vermelding verdienen nog een stilleven 'De houten schaatsjes', dat we reeds vroeger zagen, verder een geestig 'Stilleven met houten beeldje' en een niet minder verdienstelijk dito 'Kinderklompjes'. Wij kunnen de bezichtiging van deze collectie, die 22 doeken bevat, hogelijk aanbevelen; ze blijft tot en met 20 dezer dagelijks gratis voor het publiek toegankelijk van 10-7 uur. Bron: Bloemendaals weekblad 8 oktober 1937.
,,Tine Honig heeft voor 't merendeel stillevens ingezonden. Zoals het blanke stilleven met het bordje en de eieren en het studieuze stilleven van de ateliertafel. Met het aquarelleren van enige champignons is zit bijzonder gelukkig geweest. Evenals met de alleraardigste studie van de bijenkorven onder de bomen.“ aldus Jan D. Voskuil van de Oprechte Haarlemsche courant na een bezoek aan het Frans Halsmuseum in Haarlem op 19 december 1940.
Ook in het Haarlems Dagblad vallen de eieren op: ,,Van Tine Honig bevat de groep een paar stillevens, die er in dat genre zijn mogen, en minder meisjesachtig zijn dan veel kleinigheidjes die zij soms vertoont. Ik bedoel dat met de eieren en het andere met de ateliertafel. Echter, een alleraardigst kleinigheidje is het studietje met de bijenkorven, dat bijna een verrassing is.''