Zaandam, 9 juli 1952

Frank Jansen, neerlandicus, behaalde in 1970 zijn getuigschrift Gymnasium B aan het Zaanlands Lyceum. Hij studeerde in 1971 Nederlandse Taal- en Letterkunde te studeren aan de Rijksuniversiteit Leiden waar hij in 1973 zijn kandidaatsexamen aflegde. In 1975 slaagde Jansen cum laude voor zijn doktoraalexamen. Als uitvoerder werkte hij aan het projekt ‘Syntaktische verschijnselen in gesproken taal’, van de Nederlandse organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk onderzoek (ZWO) dat in 1978 werd afgesloten.

Sinds 1978 doceert hij als Nederlandse taalkunde als parttimer bij de Nieuwe Leraren Opleiding Moller Instituut te Tilburg, de MOA opleidingen van het Nutsseminarium te Amsterdam en de Leidse Onderwijs Instellingen te Leiderdorp. In 1994 was Jansen als taalwetenschapper verbonden aan de Universiteit van Utrecht. Van zijn hand verschenen artikelen over spreektaal, taalverandering, dialectologie, en taalbeschouwingsonderwijs.

Frank Jansen schreef voor de tijdschriften Hollands Maandblad en Onze Taal. Voor NCR Handelsblad produceerde hij tientallen artikelen over taal waaronder:

• in 1983 over de Culturele waarde van plat praten,
• op 2 augustus 1984 over het Praten over de dienstplicht,
• op 5 september 1985 het artikel Vrije expressie of grammatica op school?
• op 6 augustus 1987 het artikel Taalkunde te koop.

Henk Hoksbergen van het Nederlands Dagblad laat Frank Jansen 15 oktober 1994 aan het woord over verschillende vormen van taalverruwing in het artikel Praat onder de gordel.

Enkele van zijn boeken:
Van apekop tot zielepoot, Nijgh en Van Ditmar, Den Haag 1986.
Het laatste woordFrank Jansen & Hubert Roza: De Arbeiderspers 1993