Katholiek Vrouwen Gilde (KVG) - ’t Kalf (1919-2019)
Oprichting In maart 1919 werd vanuit de R.K. parochie ’t Kalf in Zaandam het initiatief genomen tot de oprichting van een afdeling van een R.K. Vrouwenbond. Eerste punt op de agenda van 16 maart 1919 was het kiezen van een voorlopig bestuur, bestaande uit de dames: Mej. Kroon-Hooij (presidente), Mej. Stevens (secretaresse), Mej. Konijn-Bont (penningmeester), Mej. C. de Jong-Mul en Mej. Stevens-Hoog. Besproken werd dat de 1e zondag na Pasen een vergadering gehouden zou worden in de Kerk, waar alle vrouwen en meisjes uitgenodigd werden om tot het oprichten ener afdeling te komen. De 1e Ledenvergadering vond plaats op zondag 28 april 1919. Ongeveer 100 leden gaven zich op. Bij Koninklijke Besluit van 4 februari 1920 werden de Statuten van de “Afdeeling ’t Kalf van den R.K. Diocesanen Vrouwenbond” goedgekeurd.
Katholiek Vrouwen Gilde (KVG) Het Katholiek Vrouwengilde kwam voort uit de landelijke R.K. Vrouwenbond. De R.K. Vrouwenbond werd in 1913 opgericht door enkele vrouwen naar een concept van de priester dr. Alphons Ariëns en was een federatie van bisdommelijke vrouwenbonden. Na de 2e Wereldoorlog scheidden de boerinnen en arbeidersvrouwen zich af en stichtten ieder een eigen organisatie die gelieerd was aan een van de standsorganisaties: de Katholieke Arbeidersvrouwenbeweging en de Katholieke Boerinnenbond. De overige vrouwen gingen zelfstandig verder onder de naam Katholiek Vrouwen Gilde. De drie organisaties bleven met elkaar samenwerken in het Centrum van de Nederlandse Vrouwenbeweging en de Unie Nederlandse Katholieke Vrouwenbeweging. De doelstelling van het KVG was “vanuit een evangelische inspiratie een bijdrage leveren aan de ontplooiing en ontwikkeling van de vrouw, zowel wat betreft haar persoonlijk leven als met betrekking tot haar plaats in gezin, kerk en samenleving”. Voor de bestuursleden van het KVG waren er 10 geboden opgesteld: Informeren – motiveren – waarderen – kritizeren - stimuleren – aktiveren – coördineren – introduceren – delegeren en evalueren . Op deze manier konden zij kanaal en hulp zijn voor ieder lid, om zichzelf te ontplooien en om belemmerende rolpatronen te doorbreken. Het ging erom: te zijn wie je bent, te worden die je kunt zijn.
Organisatieontwikkeling De statuten van 1920 stammen uit de tijd dat er één vrouwenbeweging was, de Katholieke Vrouwenbeweging; met als onderverdeling: groep Gilde. (De Katholieke Arbeiders Vrouwenbeweging en de Boerinnenbond behoorden toen nog tot deze vrouwenbeweging. Na de oorlog is de splitsing gekomen op verzoek van de bisschoppen; waarschijnlijk in 1950 want van die datum dateren de statuten welke zijn goedgekeurd bij koninklijk besluit van 14 juli 1950.
Op 7 juli 1976 zijn bij koninklijk besluit goedgekeurd de statuten van het Katholiek Vrouwen Gilde Provincie Noord Holland, gevestigd te Haarlem. In 1981 is de naam statutair veranderd in Katholiek Vrouwen Gilde Noord-Holland. Het gilde in het bisdom Haarlem was aangesloten bij het landelijk katholiek vrouwengilde; een federatie van de zeven bisdommelijke gilden in Den Bosch, Breda, Groningen, Haarlem, Roermond, Rotterdam en Utrecht met lokale afdelingen. Elk bisdommelijk gilde had haar eigen bestuur en was opgedeeld in een aantal gewesten met kringen of afdelingen. De afdeling KVG - ’t Kalf vormde samen met Assendelft, Edam, Ilpendam, Purmerend (stad), Purka (nieuwe gedeelte van Purmerend), de Wormer en Zaandam(stad) het gewest Zaanland van het KVG.
Het KVG werd gefinancierd door bijdragen van leden en subsidies van verschillende ministeries en katholieke instellingen. In 1969 nam het Landelijk Katholiek Vrouwen Gilde het Sint Melania-Werk op onder de naam Stichting Melania-Gilde, Ontwikkelingssamenwerking.
In 1990 kwam er een keerpunt in de geschiedenis. Agendapunt op de jaarvergadering was: Hoe zien we onze afdeling van het K.V.G. in de jaren negentig? Er zal een besluit genomen moeten worden en een stemming volgens de Statuten en Huishoudelijk Reglement van het K.V.G. Noord Holland. Op de op 21 maart 1990 gehouden ledenvergadering werd geconcludeerd dat de, over het algemeen wat oudere leden, zich niet meer konden vinden in de doelstellingen zoals die door de landelijke organisatie worden aangegeven. Ook bestond de afdeling nog slechts uit 22 leden, waarvan een derde niet katholiek was. Om die redenen is besloten per 1 juni 1990 geen deel meer uit te maken van het Katholiek Vrouwen Gilde en door te gaan als een onafhankelijke ‘gezelligheidsvereniging’. De vereniging heette toen Vrouwen Vereniging Kalf (VVK) en de leden hoefden niet meer katholiek te zijn.
Overigens werd het Landelijk Katholiek Vrouwengilde in 2005 opgeheven.
Activiteiten Doelstelling van de R.K. Vrouwenbond was om de vrouw meer bewust te doen worden van haar plaats in gezin, kerk en maatschappij. Daarvoor werden cursussen ontworpen als: een naaicursus, een knipcursus, een verbandcursus. Verder kwam er ook een ontwikkelingscursus, een cursus in liturgie en een cursus EHBO. En er werden lezingen gehouden over maatschappelijke onderwerpen, bijvoorbeeld over het vrouwenkiesrecht of over de educatieve rol van “het spel in de huiselijke kring”.
Vanaf de zestiger jaren kreeg de doelstelling een ander karakter. Het ging vanaf dan vooral om sociaal-culturele onderwerpen en ‘gezelligheid'. Er werden maandelijkse bijeenkomsten georganiseerd in zorgcentrum Nieuw Groenland, waar men elkaar kon ontmoeten en waar onderwerpen van verschillende aard werden aangesneden. Zomaar een greep: het werk van de thuiszorg – vluchtelingenwerk - homeopathische middelen – vrouw in de overgang – veiligheid in en om het huis – medicijngebruik etc. maar ook zeer ontspannende en educatieve evenementen en bustochten.
Opheffing De feestelijke viering van het 100-jarig bestaan in 2019 betekende tevens het eind van de vereniging. Redenen: te weinig leden (nog 36) – waardoor het niet meer mogelijk was om van de kosten van zaalhuur en de hoge bedragen die worden gevraagd voor programmaonderdelen nog te betalen; verder het vergrijzen van de vereniging en de onmogelijkheid om nog nieuwe mensen voor het bestuur te vinden.