Dit is een oude revisie van het document!


Poeliersbedrijf te Oostzaan. Het bedrijf werd in 1884 gestart door Pieter Ruig, die naast koster en los werkman ook verkoper van eieren en kippen was. De Amsterdamse horeca vormde de speerpunt van de verkoop. In 1891 registreerde hij zich wegens de goede bedrijfsresultaten als koopman en verhuisde hij naar het Zuideinde. Waar hij een boerderij kon overnemen die schuin tegenover de huidige hoofdvestiging lag. Alweer een jaar later en wel op 10 mei nam hij zijn eerste boerenknecht in dienst.

Zoon Maarten Ruig, naamgever van het huidige bedrijf, zette de onderneming voort en besloot grootschaliger te werk te gaan. Maarten zette een aantal mesterijen op. De ongeveer acht werknemers hielden zich bezig met het mesten van varkens, het melken van koeien en het fokken van paarden. De zaak kon worden vergroot met behulp van hout uit de boedel van de in 1928 te Amsterdam gehouden Olympische Spelen. De mesterij groeide weliswaar goed, maar werd rond 1940 afgestoten om zich beter op de slachterij te concentreren.

Na de oorlog werd ook de slachterij opgeheven; kippen werden door loonslachtbedrijven aangeleverd. De handel in pluimvee en wild werd het voornaamste doel. De zaken namen een grote vlucht onder Jacob en Pieter, zonen van Maarten. Mede door productvernieuwing, het voortdurend aanpassen van productiewijze aan de sterk veranderende maatschappij en de toenemende welvaart in de jaren ’50 groeide het bedrijf flink. Rep en Ruigplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRep en Roozendaal bv

Pluimveeslachterij te Oostzaan (Noordeinde). De basis voor het bedrijf werd vlak na de Tweede Wereldoorlog gelegd door Jan Rep, die zich voornamelijk in de zomermaanden op het erf van zijn schoonmoeder aan de Dr. Scharffstraat (achter in de Kerkbuurt) bezighield met het mesten en slachten van kuikens. Uit deze eenmans-activiteit kwam een bedrijf voort dat in het midden van de jaren '60 een personeelsbestand van 40 personen had.
, het toenmalige Rep en Rozendaal werd als zusterbedrijf aangetrokken, waarvan kippen betrokken werden.

De eerste winkel werd geopend in Amsterdam aan de Binnen Bantammerstraat, om vervolgens te verhuizen naar de Singel. Tevens introduceerde Ruig het opdelen van kip en in een later stadium nieuwe bereidings- en verpakkings-technieken. In de jaren ’50 en ’60 kwamen Maarten en Jan in de zaak.

Na het doorlopen van alle vakgebieden specialiseerde Maarten zich in productie en inkoop en nam Jan de commerciële werkzaamheden voor z'n rekening. In 1975 traden zij toe tot de directie en zetten het bedrijf voort met voortdurende ontwikkeling, waaronder de start van een eigen productiekeuken.

Ruig en Zonen groeide uit tot de grootste poelier van Nederland, die overwegend aan de horeca leverde. Kip bleef het belangrijkste product, maar haas, ree, rechtstreeks bij jagers in Zuid-Duitsland en Engeland ingekocht, fazant, patrijs uit Nederland, eend en ondersteunende producten als diepvries, vis en groente, aardappelproducten en salade-garnering, vormden ook een deel van het leveringspakket.

Totaal werd eind jaren '80 rond vijf miljoen kg vlees omgezet, waarvan filet het grootste aandeel had. Het bedrijf had iets meer dan 60 werknemers en een eigen winkel in Oostzaan. Sinds 1984 is een braadlijn in werking gezet, waar kip en gevogelte bewerkt worden tot direct te consumeren producten. Sindsdien organiseert het bedrijf jaarlijks een wedstrijd voor koks onder de naam Gouden Hert Trofee.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/ruig.1482752619.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 17:48
  • (Externe bewerking)