Spuitfeest
Feest voor leden van de vrijwillige brandweer, dat om de drie jaar werd gehouden. In de dorpsgemeenschappen waren de spuitfeesten belangrijke sociale gebeurtenissen. Het eerste spuitfeest werd in oktober 1881 gehouden te Zaandijk in cafe De Zwaan. Het bekendst werden echter de feesten te Koog. Deze hielden ook het langst stand. In 1927 werden ze zelfs weer hervat. Het belangrijkste onderdeel van het spoitfeest was het maal, officieel heette het feest dan ook spuitmaal. Het maal bestond uit rundvlees met grauwe erwten en bier of rode wijn.
In de tweede helft van de 19e eeuw verflauwde de belangstelling voor de brandweer. Om vrijwilligers aan te trekken besloten de gemeentebesturen geld beschikbaar te stellen voor de ontspanning van de brandweervrijwilligers. Deze werd gezocht in een spuitmaal dat mede werd bekostigd uit de premies die werden gegeven aan de spuit die bij een brand het eerste water had gegeven of als beloning voor goed bluswerk.
Het spuitfeest werd gehouden op een zaterdag, begon 's avonds om 19:00 uur en eindigde niet zelden pas om 07:00 uur de volgende ochtend. Twee timmermannen werden aangewezen om de dag voor het feest de tafels samen te stellen. Eén van de tafels was bestemd voor de autoriteiten: B&W en de hoofdcommandeurs. De overige tafels werden in dertig vakken van tien man verdeeld. Ieder vak kreeg een nummer; in het midden van elk vak stond een bruine stenen bierkan met een inhoud van vijf liter die het nummer van het vak droeg. Een kaderlid van de brandweer had er zorg voor te dragen dat deze kan nooit leeg raakte. Zodra hij het nummer van de kan riep werd deze bijgevuld. Een vak, later een hele tafel, was ingericht voor hen die geen bier dronken; de Sukkeltafel.
De kaderleden maakten de middag voor het feest het brood klaar. Hun vrouwen braadden het vlees. Dat was afkomstig van een op de Purmerender markt gekochte koe, die feestelijk versierd het dorp werd binnengehaald. Bij het binnenkomen in de zaal kregen de deelnemers aan het feest sigaren in zakjes waarop de tekst van het welkomstlied was afgedrukt. Er werd afwisselend samen gezongen en van het toneel door solisten.
Werd het publiek te rumoerig, dan werden er schoteltjes met augurken op tafel gezet om de gemoederen te bedaren. De op het podium opgevoerde toneelstukjes en liedjes werden in de loop der jaren steeds belangrijker. Omstandigheden waar men onvrede mee had werden bezongen en een aantal personen uit het korps werd op de hak genomen. Na verloop van tijd kregen de sketches en liedjes het karakter van een revue.
Liederen over branden uit de voorbije periode werden met groot enthousiasme ontvangen. Zo werd nadat de restanten van molen De Gans werden verbrand in 1913 een complete kerkdienst met kansel en collectenetjes opgevoerd. De brandpredikatie werd gehouden door Jan Woudt die allen die dit nodig hadden tot veler genoegen een afstraffende beurt gaf. De spuitfeesten trokken zo'n 300 bezoekers. ln oktober 1887 consumeerden zij per hoofd anderhalf pond brood met beleg. 4 a 5 liter bier en 10 sigaren. De kosten bedroegen f 568.41.