Verenigde Automobielbedrijven Zaandam bv
Garagebedrijf in Zaandam. Het bedrijf werd opgericht in januari 1920 door C. Poel, W. Perk en C. Steemeijer onder de naam nv Zaanlandse Automobielhandel & Garage Onderneming v/h C. Steemeijer.
De activiteiten bestaan uit handel (verkoop van auto's, onderdelen, motorbrandstoffen), reparatie en leasing. De juridische vorm veranderde van nv via bv in een holding met vestigingen in Zaandam, Krommenie, Wormer, Alkmaar, Heerhugowaard en Uitgeest. Sinds 1923 is het bedrijf de officiële Ford dealer in Zaandam en vanaf 1928 in Alkmaar.
Het is in 1948 vijfentwintig jaar geleden, dat de N.V. v.h. C. Steemeijer als dealer voor Ford-automobielen optrad. Dat was in 1923, toen de heren Molenaar en Poel de zaak van wijlen de heer C. Steemeijer voortzetten en dit de burgers van Zaandam door middel van een reclamebiljet bekend maakten. Dit biljet bevatte o.a. de volgende zinsneden, die als aanbevelingen moesten dienen : „De garage, thans electrisch verlicht, biedt stalling aan vijftien auto's, waarvan momenteel tien plaatsen zijn bezet. Ook motor- en gewone rijwielen kunnen worden geborgen. Wij belasten ons gaarne met het toezicht op en het onderhoud van de wagen, terwijl wij zullen trachten steeds enige buitenen binnenbanden voor u in reserve te houden“. Dat schreef men in het jaar 1923 toen door middel van de N.V. v.h. C. Steemeijer de eerste T-Fords uit de garage rolden.
Als ooit een auto in het middelpunt van spottende belangstelling heeft gestaan, dan is het de T-Ford geweest. In Holland werd dit blikken product van wijlen Henri de Grote nooit anders dan een rijdend benzineblik genoemd. In Amerika had de „vierpitter” de naam „Thin-Lizzy“ ofwel „blikken Liesje”. Deze blikken Liesjes rolden door de wereld. Met zeildoekkappen, die men op zomerse dagen kon opvouwen, met dunne wielen en af en toe kuren, die de chauffeurs vertwijfeld naar het hoofd deden grijpen. In cabarets en moppenbladen werden de auto's van Ford bespottelijk gemaakt en ook Louis Davids bleef niet achter. „Zijn olieman die een Fordje had opgedaan“, wordt zelfs nu nog als gevraagde gramofoonplaat gedraaid.
Maar Henry Ford lachte, uitgaande van de stelregel : „Het hindert niet wat de mensen van je zeggen, als er maar over je gesproken wordt !” Daarom tuften de T-Fords, die bijna onsterfelijk leken te functioneren, ook door de Zaanstreek. Soms met twee emmers zand op de treeplanken, want zo'n ding mocht eens in brand vliegen. Maar meer dan thans, nu de auto een kostbaar gebruiksvoorwerp is geworden, was in die dagen het autorijden een liefhebberij. Een auto was een bezit, dat door de familie werd vertroeteld. Na iedere reis werden eventuele deukjes en onreinheden weggewerkt.
Het instappen voor de reis was een gebeurtenis waar de buren voor naar buiten kwamen. Vader zette zich met een zeker decorum achter het stuur, na eerst met veel krachtsinspanning de slinger te hebben rondgedraaid en greep dan vakkundig de gashandles, die op het stuur waren aangebracht. Onder gejuich en gewuif van de achterblijvenden zette de zaak zich in beweging. Op weg naar verre landen, naar de bollenvelden of het strand. Fietsers stapten af om de stofspuitende auto te laten passeren, kinderen, in vroeger dagen gewaarschuwd voor paardenwagens, renden hun huis in. Want er kwam een auto aan.
De auto's stonden in Antwerpen. Voordat de auto's in Zaandam arriveerden, moest er nogal wat gebeuren. Want in Antwerpen stond de Fordfabriek. De auto's werden niet gebracht, die moesten worden gehaald. Een feest voor hen, die dit karwei mochten opknappen. Naar gelang bestellingen waren binnengekomen, reisde een ploegje monteurs met de trein naar de Scheldestad en aanvaardde in optocht de weg terug. Later moesten de wagens uit Rotterdam worden gehaald. Anno 1948 is er geen aardigheid meer aan, want de Fordfabriek in Amsterdam ter hoogte van de Hembrug ligt bijna naast de deur.
Na de T-Ford kwam de A Ford. Een omwenteling op automobielgebied, die later, in 1932, door de V 8 zou worden voortgezet. Met de V 8 kwamen de acht-cylinders. Zo reden duizenden Fords, huilbuien op wielen en „sleeën“, waarin men wegzinkt in de luxueuze bekleding, de garage uit. Er reed in ‘48 nog een Ford van het jaar 1928 op de weg. Bereden door directeur Poel, die niet wil scheiden van de oude maar nog steeds goedlopende wagen, die nog in staat is zijn maximale tachtig kilometer per uur te halen, en die de Custom 1949 er voor cadeau geeft.
De N.V. Albert Heijn nam de eerste Ford van de N.V. v.h. C. Steemeijer, die het dealerschap van Ford nog niet bezat, af. Dat was op 4 september 1920. Veertien dagen later was er slechts een ruïne van deze op massieve achterbanden rijdende, hobbelende Ford-vrachtwagen over. De Gooise stoomtram greep de auto in de flank. De eerste Ford in de geschiedenis van het dealerschap betrof een touringwagen met vijf wielen, één als reserve, voor de prijs van ƒ 1356,54. De kopers waren de heren Onrust en Hoorn, fabrikanten van puddingpoeder.
Bij het bedrijf waren in 1990 in de Zaanstreek 65 personen werkzaam en in de regio Alkmaar 55 personen. De totale omzet in 1990 bedroeg circa 85 miljoen gulden.
Zes samenwerkende Ford-dealers in Noord-Holland, waaronder Verenigde Automobielbedrijven Zaandam gaan per 1 april 2009 onder één naam verder: Dekkerautogroep. De dealers werkten al vele jaren samen binnen de Steemeijer Holding. Directeur-eigenaar Dekker koos voor de naam Dekkerautogroep. De integratie moet resulteren in schaalvergroting, met voordelen voor de klanten en de efficiency van de ondernemingen. Evert Overtoom, namens de directie van de nieuwe dealergroep belast met de dagelijkse leiding. “Afgezien van de nieuwe naam op de gevels en op onze visitekaartjes en publiciteitsuitingen vindt de synergie vooral ook achter de schermen plaats. Ieder bedrijf kan nu het totale bestand aan gebruikte auto's aanbieden. Ook vinden dezelfde acties plaats en kunnen bij grote drukte in de werkplaats medewerkers elkaar helpen.” Ford Alkmaar zal fungeren als centraal punt voor de Dekkerautogroep.
Dekkerautogroep Zaandam, vanouds met een showroom aan de Westzijde en werkplaats annex magazijn aan de Zeemansstraat, verhuist eind 2014 naar een nieuw gebouw aan de Stormhoek. De scheiding tussen showroom-verkoop en werkplaats bleek geen gelukkige situatie maar het was ook niet onoverkomelijk.
Bron: o.a. De Typhoon, 1948-11-06