Volmalerij
Molenbedrijf, waarbij laken en andere wollen stoffen werden gevold of dichter gemaakt. In de Zaanstreek waren in totaal 24 volmolens: 10 te Oostzaandam, 7 in Koog, 4 in Zaandijk, 2 in Westzaan en 1 in Oostzaan. Een volmolen was een loonbedrijf. Men ontving wollen stoffen, vooral laken, uit Leiden of Haarlem, behandelde deze in de molen en stuurde de stoffen vervolgens weer terug naar de opdrachtgevers.
De stoffen werden in de molens in volkommen gestopt, waarin gerotte urine, vollersaarde en reuzel. Vervolgens werd dit product door stampers in blokkommen, uitgeholde eiken blokken, gestampt, waarbij de stamper de bodem niet mocht raken. Daarna werd de stof met veel water en zeep gereinigd en gedroogd. Het laken was daarna dichter en had een viltig aanzien gekregen. Door het gebruik van gerotte urine werden volmolens in de volksmond stinkmolens genoemd. Zie ook: Economische geschiedenisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigEconomische geschiedenis
1. Economische ontwikkeling vóór 1580 (bladzijde 189 en volgende)
2. Economische ontwikkeling van de Zaanstreek in de periode 1580-1800 (bladzijde 192 en volgende)
3. Economische ontwikkeling van de Zaanstreek na 1800 (bladzijde 205 en volgende)
Bij het begin vap elk hoofdstuk is een opgave geplaatst van de behandelde economische sectoren en eventuele andere met het onderwerp samenhangende onderwerpen. Van hoofdstuk 1 treft u de inhoudsopgave hieronder aan. Door midd… geschiedenis 2.7.