balkenzager

Dit is een oude revisie van het document!


Windmolens tot het zagen van planken en ribben uit boomstammen, als vroegste en lange tijd ook belangrijkste tak van nijverheid in de Zaanstreek. Zoals bekend werd de zagerij met behulp van molens (uitvinding van Cornelis Corneliszoon van Uitgeest) hier het eerst toegepast; voordien werden alle balken, stammen enzovoort met de hand verzaagd. Het totale aantal zaagmolens in de Zaanstreek heeft volgens opgave van P. Boorsma, Pieterplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBoorsma, Pieter

Koog aan de Zaan, 10 oktober 1871 - 19 september 1951 Het Pink Pieter Boorsma stamde uit een arbeidersgezin, was sociaal zeer bewogen en gold politiek gezien als anarchist. Als jongeman was hij bevriend met F. Domela Nieuwenhuis. De overlevering wil dat zij tijdens een staking bij het oliebedrijf Het Hart en De Zwaan ’s nachts getweeën in een lantaarnpaal vóór het huis van de directeur van het bedrijf klommen en leuzen riepen. Zijn opvattingen vertolkte hij later in een aantal …
367 bedragen, daarvan waren er 213 werkzaam als balkenzager. De overige waren overwegend wagenschotzagers` benevens een kleiner aantal Latten- of veerzagerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLatten- of veerzagerij

Specialistisch onderdeel van de houtzagerij, uitgeoefend in kleine bovenkruiers en later ook wipmolens. Het is niet bekend in hoeveel houtzaagmolens de lattenzagerij is uitgevoerd. Waarschijnlijk waren in ieder geval de 15 wip-houtzaagmolens lattenzagers. Duidelijk is dat de lattenzagerij van mindere omvang was dan de
-. veren- en duigenzagers. Gerangschikt naar type waren er van de 367 zaagmolens 237 paltroks waarvan 140 als balkenzager werkten, voorts 109 bovenkruiers (waarvan 73 balkenzagers). 15 wipmolens (slechts l balkenzager) en 6 molens van onbekend type. De houtzagerij was geconcentreerd in Westzaandam. alleen in het Westzijderveld aldaar stonden ooit 71 paltrok-zaagmolens.

De verdeling over de Zaanse gemeenten was als volgt (uitsluitend balkenzagers):

paltroksbovenkruierswipmolens
Westzaandam8134-
Oostzaandam3319 -
Oostzaan - - -'
Koog102- “
Zaandijk - 3 -
Wormerveer-1 -
Wormer11- `
Krommenie1--
Westzaan14131

Dat het aantal paltrokken groter was dan dat der bovenkruiers is ongetwijfeld toe te schrijven aan de geringere bouwkosten. Het onderhoud van een bovenkruier was daarentegen weer goedkoper. Er zijn nu (1989) nog twee paltrok-balkenzagers in de Zaanstreek aanwezig: De Held Jozua, deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHeld Jozua, de

Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in juli 1719. Hij staat in het Westzijderveld, tussen de spoorlijn en de Watering, ten noordwesten van en nabij het NS-station. De molen telt drie zaagramen, roeden van ijzer, een vlucht van 21 meter en staat sinds 1948 stil. In 1986 kwam de paltrok in particulier bezit en verkeerde hij in sterk verwaarloosde toestand. Een stichting bracht middelen voor restauratie bijeen waardoor de molen weer be…
Jozua in Zaandam en De Gekroonde Poelenburgplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPoelenburg

Woonwijk en straat te Zaandam (oost), gebouwd eind jaren '50 en begin jaren '60, begrensd door het Darwinpark, de Twiskeweg, de Watering en de Zuidervaart. Poelenburg (genoemd naar paltrokmolen De Gekroonde Poelenburg) wordt gekenmerkt door hoogbouw. In de jaren '70 kreeg de buurt, waar zich veel allochtonen vestigden, een reputatie van vandalisme en vervuiling. In 1985 benoemde de ministerraad Poelenburg officieel tot probleemgebied; het rijk verplichtte zich kort daarna tot het …
aan de Kalverringdijk bij de Zaanse Schans (Zaandam). Van de bovenkruier-zaagmolens is geen enkel exemplaar bewaard gebleven. Wel heeft de Vereniging De Zaansche Molen, Vereniging Deplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaansche Molen, Vereniging De

Vereniging van molenliefhebbers, die zich ten doel stelt molens en met molens samenhangende attributen te bewaren en zo mogelijk aan het publiek ten toon te stellen, dan wel voor het publiek toegankelijk te maken. De Zaansche Molen behoort tot de grotere verenigingen in de streek (2750 leden in 1992) en is eigenaar van het
Molen een van elders afkomstige molen van dit type in onderdelen opgeslagen, maar de middelen tot opbouw ontbreken. De balkenzagers verwerkten dus hele boomstammen, die in vlotten werden aangevoerd, tot planken en ribben. De lichter geconstrueerde paltroks verzaagden doorgaans meer lichte en zachte houtsoorten (vuren en grenen). de zwaardere bovenkruiers (ook wel `sommerzagers` genoemd; “sommer' betekent balk) waren meer geschikt voor de verwerking van dikke stammen en zware (harde) houtsoorten. Een beperkt aantal bijzonder sterke molens stond bekend als “dommekracht'. Hier werd bijvoorbeeld het eikehout voor kielbalken en scheepsdekken gezaagd. terwijl ook de lange en zeer dikke dennen die als drijvers bij het houttransport dienden (zie: Balkenvlotten.plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenvlotten.

1. De dikwijls zeer lange en brede vlotten, samengesteld uit verschillende lagen boomstammen, die vanuit Duitsland (Elzas, Zwarte Woud, Main en Neckar) via de Rijn onder meer naar de Zaanstreek werden vervoerd ter verwerking in de houtzagerijen. Deze vlotten waren het grootst in de 18e eeuw en bevatten toen soms tot ongeveer 18.000 kubieke meter hout, terwijl er bemanningen tot 500 koppen voorkwamen. Nadat ze met de stroom mee ons land hadden bereikt, werden ze in kleinere vlott…
) door zulke dommekrachten werden verwerkt. In de paltroks produceerde men vaak blokhout, gezaagd van blokbalken. Doorgaans was dit bijzonder gaaf grenehout. Er werd echter ook bijvoorbeeld vureen eikehout verzaagd. Alle balkenzagers lagen aan het water. Ze waren voorzien van een balkenhavem die met de nabijgelegen sloten werd gebruikt om de stammen langdurig te `wateren` (uit te logen), waardoor uitgewerkte. niet trekkende. delen konden worden verkregen. Bovendien was de haven nodig om de soms lange stammen voor de sleephelling te manoeuvreren. Via deze werden ze op de zaagslede getrok ken die ze door de zaagramen trok. Zowel de zaagslede als de zaagramen werden door de molen aangedreven. Op de zaagmolens (waarvan de open paltroks tot het werken in weer en wind noodzaakten) waren in de zomer werktijden van 15 uur niet ongebruikelijk, `s winters werkte men “van donker tot donker'. De gemiddelde bezetting per balkenzager bestond uit vijf arbeiders.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/attic/balkenzager.1447242436.txt.gz
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/06 18:05
  • (Externe bewerking)