Boorsma, Pieter
Koog aan de Zaan, 10 oktober 1871 - 19 september 1951
Pieter Boorsma stamde uit een arbeidersgezin, was sociaal zeer bewogen en gold politiek gezien als anarchist. Als jongeman was hij bevriend met F. Domela Nieuwenhuisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDomela Nieuwenhuis, Ferdinand
Amsterdam 31 december 1846 – Hilversum 18 november 1919
Nederlands socialist, feitelijk leider van de in 1881 opgerichte Sociaal Democratische Bond.
Van 1870 tot 1879 was Domela Nieuwenhuis Luthers predikant, achtereenvolgens in Harlingen, Beverwijk en Den Haag. Als zodanig bleek hij al een verklaard anti-militarist en een ijverig voorstander van de omstreeks 1870 ontstane internationale vredesbeweging. In 1879 trad hij uit de kerk en begon hij de uitgave van …. De overlevering wil dat zij tijdens een staking bij het oliebedrijf Het Hart en De Zwaan ’s nachts getweeën in een lantaarnpaal vóór het huis van de directeur van het bedrijf klommen en leuzen riepen. Zijn opvattingen vertolkte hij later in een aantal schetsen onder de titel Oud Zaansch Molenleven bestaande uit twee delen, Koog 1927 en 1948.
Pieter Boorsma, molendeskundige en molenmaker, die van uitzonderlijk belang is geweest voor het behoud van een aantal windmolens, voor de verbreiding der kennis van de Zaanse molennijverheid en voor de documentatie van het molenbestand. Ook naar de bouw en inrichting van verschillende stoomhoutzagerijen en een aantal gortpellerijen ging zijn interesse uit.
De kennis die hij daarbij opdeed, verwerkte hij in een aantal boeken die ook tientallen jaren later nog tot de standaardwerken van de molengeschiedenis behoren:
- Oud Zaansch Molenleven I (1927/1932),
- Oud Zaansch Molenleven II (1948),
- Over Zaansche windmolens (1939),
- De Molens van de Familie Honig (1939),
- De Molens te Assendelft (1942)
- en zijn standaardwerk uit 1950: Duizend Zaanse Molens.
Duizend Zaanse Molens
Zijn belangrijkste boek, Duizend Zaanse Molens, werd uitgegeven in 1960 te Amsterdam. Het betreft een nauwkeurige behandeling van de geschiedenis van vele honderden molens die ooit in de Zaanstreek werkten, voorafgegaan door een beschrijving van de verschillende typen, zowel wat betreft de vorm en de werking als de aard van de vervaardigde producten. Hij heeft daarbij hulp gehad van professionals als Simon Hart en Jan Aten. Nadien voegden anderen nog zo’n driehonderd molens aan Boorsma’s lijst toe.
Daarnaast publiceerde Boorsma vele artikelen in De Zaanlanderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanlander, De
In de Zaanstreek, tot 1992, verschijnend ochtendblad, onderdeel van de Verenigde Noordhollandse Dagbladen in Alkmaar. Het blad werd opgericht door J.C. Peereboom in Wormerveer, die in november 1886 het Algemeen Advertentieblad De Zaanlander, weekblad voor Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westzaan en Krommenie liet verschijnen. De edities van 1886 tot 1922 zijn en een aantal als brochure uitgegeven geschriften over onder meer het molenleven en de molentaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolentaal
Elk beroep heeft in zekere mate een eigen jargon. Ook bij het werk in de molens werden allerlei termen gebruikt, al zou het maar zijn ter aanduiding van de onderdelen van het gaandewerk of voor het benoemen van de verschillende handelingen., de molens in Assendelft en het molenpanorama in het Molenmuseumplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolenmuseum
Museum, sinds 1928 gevestigd in Koog aan de Zaan. Het museum is eigendom van Vereniging De Zaansche Molen en bevat een permanente tentoonstelling van molenreplica's en -attributen alsmede (sinds 1989) het Molendiorama van Frans Mars. Voorts worden er wisselende tentoonstellingen gehouden, overigens niet alleen over molens. in Koog. Boorsma schreef voor tijdschrift De Zaendeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaende, De
Maandblad, gewijd aan de historie, folklore en genealogie van de Zaanstreek, verschenen in zes jaargangen, van 1946 tot en met 1951. Het tijdschrift werd fraai uitgegeven door Meijer's Boek- en Handelsdrukkerij in Wormerveer en stond aanvankelijk onder redactie van mr. Johan Willem Groesbeek, Gerrit Jan Honig, Frans Mars,, vlak na de tweede wereldoorlog en in zijn laatste levensjaren over jeugdherinneringen, kinderspelen en gebruiken rond feestdagen.
Toen onderwijzer en molenliefhebber Frans Mars in 1925 opriep tot de oprichting van een vereniging die zich moest inzetten voor de resterende windmolens in de streek, sloot Boorsma zich bij dit initiatief aan. Hij werd secretaris van de Vereniging De Zaansche Molenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaansche Molen, Vereniging De
Vereniging van molenliefhebbers, die zich ten doel stelt molens en met molens samenhangende attributen te bewaren en zo mogelijk aan het publiek ten toon te stellen, dan wel voor het publiek toegankelijk te maken. De Zaansche Molen behoort tot de grotere verenigingen in de streek (2750 leden in 1992) en is eigenaar van het met Mars als voorzitter. De samenwerking liep uit op een hechte vriendschap. In datzelfde jaar werd in de Kogerschool een tentoonstelling ingericht, die de eerste stap vormde in de geschiedenis van de Vereniging. De expositie trok 5681 bezoekers. Dit succes vormde de basis voor de oprichting van het in 1928 geopende Molenmuseum te Koog.
Zowel Pieter Boorsma, als zijn vrouw, Trijntje Boorsma-Hammer, werden tot erelid van De Zaansche Molen benoemd. In 1971 werd door de vereniging over Boorsma het boek Pieter Boorsma. Een molenvriend 1871-1951 uitgegeven ter gelegenheid van zijn geboortedag in 1871.
In 1932 verscheen van zijn hand 'Oud-Zaansch molenleven' In 1947 verscheen 'Het Molenpanorama in de molen Het Pink'