Desertie
Onttrekking aan de krijgsmacht, met het doel dienstplicht of oorlogsgevaar te ontkomen. Met name in de Franse tijd en tijdens de Belgische opstand/oorlog (dus tussen 1810 en 1840) waren er in de Zaanstreek deserteurs. Desertie werd (en wordt) tijdens oorlogshandelingen als een ernstig vergrijp beschouwd en zwaar gestraft. In welke mate desertie in de Zaanstreek voorkwam, is niet bekend, noch te schatten. Al met al moet er toch een niet onaanzienlijke groep deserteurs zijn geweest. In de Franse tijd drong het Franse bestuur er bij de dorpsbesturen meermalen op aan om deserteurs op te pakken; voor zover bekend is dat overigens nooit gebeurd. De gehate Conscriptie en de onwil de Franse bezetters te steunen werkten de desertie in de hand. Met name in de oogsttijd deserteerden grote groepen uit de Franse strijdkrachten om naar huis te keren, waar hun arbeidskracht nodig was. Ook na de Franse tijd had het Koninkrijk der Nederlanden hier last van; na 1813 zijn verscheidene deserteurs opgepakt. Het aantal deserteurs nam toe tijdens de Belgische onafhankelijkheidsstrijd (1830-1831). Vermelding verdient een groep Belgische deserteurs die van 1915 af tot het eind van de Eerste Wereldoorlog tewerk was gesteld bij Machinefabriek P.M. Duyvis in Koog. Uit de vele naar Nederland gevluchte militairen, geïnterneerd in het 'Kamp van Zeist' kon deze fabriek (in verband met grote opdrachten voor granaathulzen ten behoeve van de defensie van ons land) tot ongeveer 30 bekwame metaalbewerkers selecteren, die onder bewaking in een ruimte boven het ketelhuis werden gestationeerd. Na de wapenstilstand keerden de meesten huiswaarts, enkelen van hen zijn echter in Koog gebleven.