Doorn, dr Willem van
Arnhem 1 februari 1875 - De Bilt 14 februari 1959
Willem van Doorn werd in 1875 in Arnhem geboren en bracht zijn jeugd door in West- Brabant. In 1893 werd hij onderwijzer in Breda. Daarna kwam hij via Hilversum, waar hij de acte middelbaar onderwijs behaalde, naar Zaandam waar hij als leraar Engelse taal- en letterkunde bijna veertig jaar verbonden bleef aan het Gemeentelijk Lyceum, nu Zaanlands Lyceum te Zaandam. Hij was actief in de SDAP en schreef onder andere in de Volkstribuun.
Door zijn bijzondere manier van lesgeven, hij sprak uitsluitend Engels en liet zijn klassen vaak volksliedjes zingen en zijn uiterlijk met baard en Schillerkraag bleef Mister Yes lang in veler herinnering.
Hij publiceerde 'n Tuin op het Noorden in 1917 waarin het tien coupletten lange gedicht Laskaren in Zaandam werd opgenomen. In het eerste couplet worden drie schamel geklede Aziatische zeelui voorgesteld die lopen over de Zuiddijk in Zaandam. In de volgende coupletten worden zij door een menigte nieuwsgierige Zaandamse kinderen gevolgd. In een winkel probeert een van de Laskaren zonder succes iets te verkopen. Als de baldadige jeugd steeds verder opdringt, struikelt een klein joch. Een van de Laskaren troost hem en geeft het ventje de kostbaarheid die hij in de winkel wilde verkopen: een gekleurde schelp. In de laatste twee coupletten ziet de dichter zich zélf als een Laskaar van het woord. De mensen vinden hem maar een brabbelaar en een schooier. Zijn gedichten worden versmaad, zoals de schelp van de Laskaar. Maar zijn beloning is, dat hij zijn dromen vol pracht met kinderen mag delen. 2 Het gedicht roept de nodige vragen op. Wie was de dichter? Wat zijn Laskaren? En hoe kwamen ze in Zaandam terecht?
Voorts publiceerde Van Doorn De late zomer van Michiel Dietvorst en vertaalde gedichten uit het Zweeds en het Spaans. Tevens verschenen van zijn hand twee jongensboeken, waaronder Zaanse spitsbroeders uit 1928, een vertaalde roman, Witte Otter, naar F. Remington, vele tientallen tijdschriftartikelen en ruim twintig boeken op zijn vakgebied. In 1940, bij zijn afscheid als leraar verscheen een keurbundel uit zijn werk, Facettenbij H.J. Wielink 's Gravenhage 1940.
Hij was boekcriticus van de Groene Amsterdam, gaf bloemlezingen en publiceerde een leerboek Engels. In 1932 promoveerde hij en een jaar later werd hij privaatdocent aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam. In 1939 ging hij als leraar met pensioen