Ontstaan en opheffing
De ontkerkelijking en de trek naar de steden na de Tweede Wereldoorlog brachten de Nederlandse kerken ertoe bedrijfsaalmoezeniers en predikanten voor het bedrijfsleven te benoemen. Hun taak was om mensen en kerken dichter bijeen te brengen; om hulp bij nood te zijn als gevolg van werk in de industrie en tot hulp te zijn bij arbeidsconflicten. Zo ontstonden van katholieke zijde de Stichting Bedrijfsapostolaat Nederland (SBN) en van protestants-christelijke zijde het Centraal Interkerkelijk Bureau voor het Bedrijfsleven (CIBB). Vanaf 1972 gingen deze organisaties samenwerken in DISK (Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken (1948-2003)1).

De aanzetten tot de oprichting van de werkgroep EVA begonnen in de jaren tachtig. Toen waren de eerste tekenen van de afbraak van de sociale zekerheid voelbaar: de voordeurdelerskorting 2) werd ingevoerd en de hoogte van de uitkeringen werd bevroren. In die jaren kwam de beweging van bijstandsvrouwen op en waren het ook de succesjaren van emancipatie-eisen.

In 1983 vergaderden topbestuurders van kerken, vakcentrales FNV en CNV en humanistische beweging over de sociale zekerheid in een teruglopende economie. De deelnemers aan de conferentie spraken af de resultaten in hun eigen achterban aan de orde te stellen. Zo zijn de conclusies ook ter sprake gekomen in de Raad voor Overheid en Samenleving, een adviesorgaan van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk. Twee vrouwelijke leden, Krijnie Verlaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVOS cursus

In 1972 ontwikkelde Krijnie Verlaan de cursus ‘Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving’ (VOS-cursus). Zij deed dat als vormingsleidster in dienst van de Culturele Raad van Noord-Holland. De VOS-cursus werd een groot succes; er zijn er honderden gegeven. De cursus telde twaalf ochtenden, de cursusprijs was ƒ 25.
en Jenneke Scharten, namen toen het initiatief om uitkeringsgerechtigden zelf aan het woord te laten om zo aan kerkmensen duidelijk te maken wat het betekent om van een laag inkomen te moeten rondkomen. Onder de titel ‘Hoor nou maar eens wat ik zeg …’ werden in het hele land ontmoetingsweekenden belegd van vrouwen die actief zijn binnen de kerk en vrouwen die van een bijstandsuitkering moeten leven. Deze ontmoetingen kregen een vervolg. Er ontstond een landelijke stuurgroep, die de contacten onderhield en landelijke Ontmoetingsdagen Kerkvrouwen / Bijstandsvrouwen begon te organiseren.

Een steeds terugkerend motief hierbij was: “Als je gekomen bent om mij te helpen, dan is dat zonde van je tijd. Maar als je gekomen bent omdat jouw bevrijding verbonden is met die van mij, laten we dan samenwerken”. (Uitspraak van een Aboriginal vrouw uit Australië)

DISK-pastor in de Zaanstreek Josje Salentijn was alert op de posities van vrouwen in onze samenleving en binnen DISK zelf. Salentijn richtte met haar collega’s in de jaren ’80 de landelijke Taakgroep Vrouw en Arbeid op om het werk van vrouwen in beeld te brengen en om over de waarde van betaalde en onbetaalde arbeid te denken en te schrijven. Een resultaat was de DISK-brochure ‘Schort er iets?’ In de Zaanse regio begon Salentijn in 1985 met de DISK-werkgroep Vrouw en Arbeid. De groep bestond uit 11 vrouwen die bijna allemaal onbetaald werk deden, in de kerk of daarbuiten. Zij zagen dat alleenstaande vrouwen die van een uitkering moesten leven steeds meer moeite hadden het hoofd financieel boven water te houden. Het versoberingsbeleid van de regering maakte de mensen steeds armer. Kerkvrouwen en bijstandsvrouwen sloten een bondgenootschap. Wat inhield: voor kerkvrouwen: begrip, een luisterend oor, opkomen voor de positie van bijstandsvrouwen bij de plaatselijke kerken en gemeente; voor bijstandsvrouwen: het durven vertellen van jouw verhaal over je persoonlijke financiële situatie, samenactie voeren tegen het verarmingsbeleid en het opbouwen van een onderlinge professionele vertrouwensrelatie, een soort 'zakelijke nabijheid'. Het ging om de 'zaak', niet om de persoon.

In 1990 werd Josje Salentijn opgevolgd door DISK-pastor mevrouw Karel Blanksma. Zij bleef aan de werkgroep verbonden tot 2002. Het werk van de werkgroep werd in de jaren daarna verder gedragen door vrijwilligsters.

In maart 1995 veranderde de naam “Kerkvrouwen / Bijstandsvrouwen” in “EVA” (Economie, Vrouwen en Armoede). Deze naamsverandering werd nodig:

  • door de noodzaak de armoede onder vrouwen breder te duiden (armoede of verarming geldt immers niet alleen voor bijstandsvrouwen maar bijvoorbeeld ook voor WAO-vrouwen en vrouwen met alleen AOW.
  • omdat de landelijke stuurgroep KV/BV een samenwerkingsverband was aangegaan met de werkgroep De Arme Kant van Nederland van de Raad van Kerken.

De werkgroepen “De Arme kant van Nederland” en “EVA” fuseerden officieel in 1996 tot “De Arme kant van Nederland / EVA”.

In 1995 werd de film “Als armoede je raakt” voor publiek gepresenteerd. De film geeft op een treffende manier weer hoe EVA-Zaanstreek 15 jaar geleden is ontstaan, waar de beweging voor staat en hoe de sfeer tussen de vrouwen is. Bondgenootschap is het trefwoord van de film.

Op 24 april 2002 werd de (geborduurde) smartlap onthuld, getekend door Marja Molenaar en samen met enkele anderen uitgewerkt op stof. De smartlap vertelt het verhaal van een vrouw die door omstandigheden in de armoede raakt en, uiteindelijk, steun vind bij de werkgroep EVA.

In de beginjaren van de 21e eeuw veranderen de grote kerken hun beleid. Oecumene wordt niet meer vanzelfsprekend gevonden en de toegangen van de kerken tot de bedrijfswereld worden steeds lastiger. Er vonden allerlei interne veranderingen en bezuinigingen plaats.

Op 10-12-2005 werd de Zaanse vrijwilligersprijs 2005 nog toegekend aan de werkgroep EVA door de Gemeente Zaanstad. Maar veranderingen en bezuinigingen leidden in 2014 tot het einde van het landelijk bureau DISK en van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA. En daarmee verviel ook een reguliere landelijke ondersteuning.

Taken
In het werk van de Arme Kant / EVA zijn 4 lijnen te onderscheiden:

  1. De maatschappelijke lijn:
    • Huisbezoek
    • Regelmatig bij elkaar komen (maandelijkse werkgroep- en themavergaderingen)
    • Luisteren naar actuele gebeurtenissen en het destilleren van actiepunten daaruit.
    • Organiseren van discussie- en voorlichtingsbijeenkomsten over de huwelijkswet, verarming van vrouwen en actuele sociale wetten.
  2. De kerklijn:
    • Contacten onderhouden met vrouwen uit kerken.
    • Samenwerken met kerkelijke instellingen en commissies
    • Informatie geven op bijeenkomsten van kerkenraden, diaconieën, e.d.
  3. De politieke lijn:
    • De (oude en nieuwe) Algemene Bijstand Wet (incl. toeslagenbeleid, voordeurdelersregelingen, bijstandsuitkering en studiefinanciering, sociale activering, waardering van zorg, vrijwilligerswerk, pensioenregelingen).
    • Wet Boeten en Maatregelen
    • Koude toeslag (1997)
    • Schuldhulpverlening.
    • Kwijtschelding Gemeentelijke belastingen.
    • WWB: Wet Werk en Bijstand
    • WIA: Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen
    • WMO: Wet Maatschappelijke Ondersteuning
  4. De ondersteuning van het netwerk:
    • Jaarlijks smartlappenfestival.
    • EVA-dienstbodenkoor.

Bronnen:
- “Hoor nou maar ’s wat ik zeg”; informatiekrantje sinds 1991.
- “Hoor nou maar ’s wat ik zeg …”(2); 15 jaar werkgroep Economie, Vrouwen en Armoede. Een uitgave van EVA-Zaanstreek, 2000.
- “Smartlappen en Bondgenootschappen”; Jubileumuitgave Landelijk EVA-Dienstbodenkoor 1990-2005.


2)
De voordeurdelerskorting houdt in dat als mensen samenwonen met meer volwassenen, de gemeente de bijstandsuitkering daarop aanpast. Hoe meer volwassen personen in een huis wonen, hoe lager de uitkering.
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/eva_werkgroep_economie_vrouwen_en_armoede.txt
  • Laatst gewijzigd: 2023/02/28 09:34
  • door gisela