Ley, van der
Ondernemersgeslacht toegespitst op het maken van papier te Zaandijk in de 17e en 18e eeuw. De familie Van der Ley was één der oudste Zaandijker papiermakersfamilies.
Al voor 1605 had Pieter Jansz van der Ley de papiermolen in Zaandijk laten bouwen. Dat blijkt uit de schuldbekentenis en het onderpand dat hij voor de lening van 1500 gulden gaf: “Een stuck land omtrent maetslant vier campen van de Saendijck leggende agter Jan Eggeses in de Middel, belent ten suydsyde Gerrit Dirckxs ende aen de noortsyde Henric Dirckxs, noch ’t huys ende erff daer hij comparant jegenwoordigh op ende inwoont mette pampiermoole ende sijn erff met ’t gereetschap daartoe behorende.’
Dit duidt er op dat de molen ver in het Guisveld stond met vier campen werd bedoeld vier akkers. Deze werden steeds door sloten van elkaar gescheiden en konden behoorlijk groot zijn. Dat blijkt wel uit het feit, dat het molenerf aan de Middel in Westzaan grensde. Deze eerste papiermolen in de Zaanstreek, De Kauwer, moet dus ter hoogte van de huidige Schoolmeester hebben gestaan. Vermoedelijk net ten oosten van de Watering. Bron: molendatabase.
Pieter Gerritsz van der Ley, overleden in 1692, werd directeur van de papier-fabrikeurs-rederij die werkte met De Zwarte Bonsem en de in 1674 van Symon Cornelisz Honig verkregen De Wever in Zaandijk. Beide werden ingericht als witpapiermolen en geprobeerd werd in de opleving na het rampjaar 1672 de concurrentie aan te gaan met de andere Zaandijker witpapiermaker Adriaan Cornelisz Honigh met diens papiermolen De Vergulde Bijkorf.
Pieter deed zijn belangen over aan zijn zoon, Jan Pietersz van der Ley (1660-1750), die een terrein kocht benoorden het Guispad en daar de papiermolen Het Fortuin liet bouwen. Zijn oudste zoon Pieter Pietersz van der Ley (1696-1724) stierf jong, maar met de twee volgende zonen, Claes van der Ley, overleden in 1773, en Aris van der Ley (1707-1800), werd in 1734 de firma Jan, Claes & Aris van der Ley opgericht. Na het overlijden van Claes werd de rederij gedesolveerd.
De Bonsem werd gekocht door Claas Gerritsz Honig en De Wever door Jacob Honig & Zoon. Zoon Aris werkte nog door met Het Fortuin, welke molen hij overdeed aan de aangehuwde neef Jan van Vleuten, toen 14 jaar oud. Deze overleed in 1835 kinderloos, waarop de molen werd aangekocht door de Firma Van Gelder Schouten & Cie, die er hun eerste experiment met machinale papierfabricage in uitvoerden. Toen dit niet rendabel bleek, werd de molen weer verkocht aan Cornelis Honig Jansz die er weer een windmolen van maakte. De laatste eigenaar was Jan Honig Cz, tot de molen in 1894 verbrandde.