Luilak
Traditioneel volksfeest dat in de Zaanstreek, hier en daar elders, zoals in Amsterdam en Haarlem, nog in sterk afgezwakte vorm vooral door de jeugd wordt gevierd op de zaterdag voor Pinksteren. De kinderen stonden vroeg in de morgen op of gingen helemaal niet naar bed, wekten de langslapers op luidruchtige wijze waarbij liedjes werden gezongen, zoals: Luilak, slaapzak, beddezak, staat om negen ure op; negen ure, hallef tien, kan de luilak nog niet zien.
In de 19e eeuw werden kinderen die laat opstonden in een met groene takken versierd wagentje rondgereden om te worden uitgelachen; uit dat gebruik ontstonden later de korrie-wedstrijden, die op de vroege luilakmorgen tussen elkaar bekampende ploegen jongens werden gehouden. De korries, platte wagens met zowel houten wielen als assen, werden door de jongens in grote vaart voortgeduwd of getrokken.
Warme bollen
Een ander luilakgebruik was dat degene die het laatst uit bed kwam op warme bollen, grote kadetten, ongeveer 15 cm in doorsnee en 6 cm hoog, met stroop moest trakteren. Sommige Zaanse bakkers zijn op luilak vroeg open om warme bollen te verkopen. Hun vroegere gewoonte om een schaal brandewijn in de winkel te plaatsen, waaruit iedere klant een lepel mocht leegslobberen, hebben zij laten varen.
Niet lang geleden kochten de kinderen op luilakmorgen 'zwart-op-wit', drop in poedervorm, waarvan dikwijls flessen dropwater werden gemaakt die ze 's morgens met zich meedroegen. Intussen werkten de vrouwen zich op deze morgen traditioneel in het zweet met het schrobben van straten en stegen: met Pinksteren moest alles kraakhelder zijn. In verschillende molens maakte het werkvolk zich minstens even druk met het op looielak zette: de wieken werden met groen versierd en in kruis gezet. Traditie was ook dat alle bedrijfsruimten op luilak werden schoongeschrobd.
Een verdwenen luilaktraditie bestond uit het plukken van brandnetels en het vangen van kikkers. Ze werden aan de bel van de langslapers gebonden. Sommige jongens verzamelden zelfs 'krengen', verdronken katten en honden die ze aan de deurknoppen bonden om luilakken voor schut te zetten. Betreft dit nog min of meer onschuldige luilakvermaken, het volksfeest ging traditioneel ook gepaard met opstootjes, vandalisme en ander rumoer. In vorige eeuwen duurde de viering de gehele zaterdag en ontaardde deze vaak in vechtpartijen. Mogelijk hieruit ontstond in de rivaliserende Zaandorpen een gebruik dat tot na de Eerste Wereldoorlog heeft voortbestaan; op luilak vochten de jongens van de Oost- en Westzijde in Zaandam, of Zaandammers tegen Kogers, Kogers tegen Zaandijkers enzovoort op de grens van hun territoria een verbeten veldslag uit. Deze gevechten, de partijen bestonden uit vele tientallen vechtjassen, werden lang voorbereid en het ging er, met stokken, stenen en rotte eieren, niet zachtzinnig aan toe. Ook werd over en weer hevig gescholden. In Koog zong men het liedje 'Ik heb me skoene lete lappe,om de Zedaikers dood te trappe'.
Luilakfikken
Aanzienlijk taaier is de traditie van de luilakfikken gebleken. De laatste decennia is de overheid er, mede door samenwerking tussen politie en brandweer, in geslaagd de vuurtjesstokerij in de luilaknacht grotendeels in de hand te krijgen. Voordien laaiden overal in de streek de fikken steeds weer op onverwachte plaatsen op. De jongens verzamelden daartoe weken of zelfs maanden van te voren brandbaar materiaal, dat zij op geheime plekken verstopten. Getuige verschillende verordeningen, de eerste dateren al uit de 17e eeuw, waren de luilakfikken een bedreiging voor de belendingen, ettelijke branden waren er het bedenkelijke gevolg van. Achtten de volwassenen de vuurtjesstokerij riskant, voor de jongens bestond de spanning er vooral ook in te moeten ontkomen aan achtervolgende agenten, terwijl het misleiden van de vrijwillige brandweer ook grote voldoening gaf. De burgemeester van Zaandam, mr. In 't Veld, heeft in 1939 een lofwaardige poging gedaan de Luilakviering in zijn gemeente, die de laatste jaren een baldadig karakter begon aan te nemen, een andere vorm te geven, één massaal vuur.
De complexe luilakviering in de Zaanstreek is in haar oorsprong terug te voeren tot een vóór-christelijk, Germaans, lentefeest. De luilak is in feite de personificatie van een vroegere winterdemon, die in het voorjaar had afgedaan en daarom belachelijk mocht worden gemaakt. Het brood was bij de Germanen, met hun natuur- en vruchtbaarheidscultus, een bekend plaatsvervangend offer dat in de plaats van dieroffers was gekomen. Het is niet uit te sluiten dat de traditie met de warme bollen daaraan nog vaag herinnert. Zelfs het slaan met stokken tijdens de vroegere dorpsgevechten zou volgens sommigen terug te voeren zijn op een Germaanse tuchtigingsrite. Evenals bij andere oorspronkelijk Germaanse feesten als Sinterklaas en Sinter Maarten is bij de luilakviering de tenminste tot de middeleeuwen terug reikende traditie intussen sterk verwaterd en vrijwel onherkenbaar geworden.
Klaas Woudt
Réveil van vuur
Een vrolijk luilakkenfestijn uit 1939
ZAANDAM, 27 mei 1939 — Duizenden jongens en meisjes hebben vannacht het Zaanse luilakfeest met een groots vuur op een opgespoten terrein aan de Heyermansstraat gevierd, en daarmee volledig beantwoord aan de verwachtingen, die burgemeester In 't Veld van zijn initiatief gekoesterd heeft. Met handkarren en andere transportmiddelen werden vier uur lang de meest zonderlinge voorwerpen naar het terrein gesleept, nadat gisteravond al een begin met de stapelvorming gemaakt was.
Om vier uur was er een berg van zeker vijf meter hoogte verrezen, waar een oude keukenstoel broederlijk een rieten grootvaders-stoel omhelsde, en een serie triplex theekisten en vurenhouten kratten zich weldadig hadden neergevleid op een paar doorgevreten zeegrasmatten. Autobanden en brandbare rijwielonderdelen completeerden deze bonte mengeling.
Tegen vier uur, toen het half-duister langzamerhand plaats maakte voor het morgenlicht, verscheen burgemeester In 't Veld ter plaatse met mevr. In 't Veld, om de kunstige stellage, met de commandant van de brandweer, de heer C. Kakes, en de commissaris van politie, de heer C. Roscher, te inspecteren. Zo’n vijftig liter ruwe olie werd over de voorraad uitgegoten, waarna enkele uitverkoren jongelui van de duizenden, die zich als medewerkers in een wijde kring rond de stapel hadden opgesteld, er onder gejuich van die duizenden de brand instaken. Een ondraaglijke hitte verspreidde zich binnen enkele seconden over de omgeving, en de menigte, die langzamerhand uit bijna evenveel ouderen als jongeren bestond, deed terugdeinzen. Met kranten, die wijd uitgevouwen waren, of kartonnen deksels, waarin een paar ogen geknipt waren, probeerden enkele vindingrijken van geest, zich tegen de verzengende warmte teweer te stellen.
Roet in de morgennevel
Van de roetzwarte rookkolom, die omhoog steeg, dank zij de royale voorraad bandenmateriaal in de vuurpoel, hadden de bezoekers weinig hinder. Het was een prachtige nacht met een ijl fris oostenwindje. Weinig jongens hebben de behoefte gevoeld naast dit centraal vuur nog andere vuurtjes te stoken op meer gevaarlijke plaatsen van de stad. Zelfs in andere Zaangemeenten, was het onder invloed van het burgemeesterlijke initiatief opvallend stil. In groepjes zag men tegen een uur of drie, vier, jongens en meisjes zuidwaarts trekken en wanneer men hen vroeg, waarheen ze gingen, dan was prompt het antwoord: Naar Zaandam, waar de burgemeester een groot vuur zal aansteken.
De ernstigste brand, die buiten dit terrein aan de Heyermansstraat gewoed heeft, en die sterk aan kwaadwilligheid deed denken, trof de politie op een scheepswerf aan de Oostelijke Zaanoever. De helling, waarop een jacht op reparatie lag te wachten, was in de brand gestoken. Van de daders was natuurlijk geen spoor te vinden. Onder leiding van inspecteur-Kemper slaagde de politie er na veel moeite in, het vuur te blussen met behulp van emmers water en zand. Voor de rest werden er nog enkele voorraadplaatsen van brandbaar materiaal ontdekt. De spullen werden naar de centrale brandplaats, waar om twee uur 's nachts ook al twee autoladingen rommel bezorgd waren door de Gemeente Reinigingsdienst, overgebracht. Processen verbaal behoefden niet te worden opgemaakt. In plaats van baldadigheid te bedrijven zochten de jongens in de vroegen morgen liever vertier bij de enkele Zaanse bakkers, die weer speciaal reclame gemaakt hadden met hun warme bollen.
Martin Rep kijkt terug op de jacht naar geheime voorraden voor de luilakfikken.