Assendelft, 9 juni 1597 - Haarlem, 31 mei 1665

Pieter Saenredam. Geportretteerd door Jacob van Kampen. Bron: Wikipedia

Tekenaar, schilder en etser, Pieter Saenredam, geboren te Assendelft, zoon van Joannes Saenredamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSaenredam, Joannes

Zaandam 1565 – Assendelft 6 april 1607

Tekenaar en graveur, Joannes Saenredam, soms genoemd

* Jan Saenredam, * Jan Pietersz. Zaenredam, * Jan Sanredam, * Jan Pietersz. Saenredam, * Jan Pietersz. Sanredam, * Jan Zaenredam,
, ging op zijn 15e jaar in de leer bij de Haarlemse kunstenaar Frans Pietersz. de Grebber, die vooral als portretschilder naam had gemaakt. Op diens atelier, waar Saenredam 10 jaar bleef, werkte hij samen met onder anderen Jacob van Campen, de bouwmeester. Eerder was hij naar Haarlem getogen en in de leer geweest bij zijn vader Jan Pieters Saenredam. In 1623 sloot hij zich aan bij het St. Lucasgilde te Haarlem, in 1635 werd hij secretaris van dit gilde.

Van Campen introduceerde na een verblijf in Rome de classicistische barok in Nederland. Pieter Saenredam voerde in zijn opdracht opmetingen in kerken uit. Hiervan maakte hij perspectieftekeningen en vaak jaren later schilderijen. Saenredam's bekendheid is juist aan deze schilderijen van kerkinterieurs toe te schrijven.

Zaanstreek

Voor de Zaanstreek zijn de zeven tekeningen en drie schilderijen van belang, die hij vervaardigde van de in 1852 gesloopte St. Odulphuskerk te Assendelft. Mogelijk is zijn lichamelijke handicap, Saenredam had een bochel, er oorzaak van geweest dat hij weinig reisde. Er zijn slechts weinig geschilderde stadsgezichten van hem bekend.

Hij schildert in 1637 een schoorsteenstuk voor Constantijn Huygens woning, voorstellende de Utrechtse Mariakerk; duidelijk is ook, dat Prins Willem II gaarne de Grote Kerk van Saenredam wilde zien. Saenredam had bijverdiensten: in 1648 ontving hij ƒ 10 voor ‘cirkels op de schijven daer men 't roer naar schiet’ en in 1651 ontving hij 150 pond voor kaarten, zeven gebonden boeken en een prent met de begrafenis van Willem II.

In december 1638 huwde hij Aefje Gerrits uit Haarlem, overleden in 1651. Saenredam's nalatenschap werd in april 1667 en 1669 verkocht. Reeds in 1628 was hij een meester in zijn vak. Als tekenaar, hij schijnt zich hierin zelf ontwikkeld te hebben, vinden wij hem reeds dadelijk tot volledige ontwikkeling gekomen, als schilder kunnen we een zekere ontwikkeling bij hem constateren.

Interieur van de in 1852 gesloopte St. Odulphuskerk te Assendelft

De Grote of St. Bavokerk te Haarlem is tal van malen door hem geschilderd onder andere in 1630 (vroeger in de verzameling professor Six), in 1634 (Museum te Glasgow), in 1635 (te Moritzburg in St. Gallen) en deze is ook door hem meermalen getekend; ook de Nieuwe kerk heeft hij meermalen afgebeeld (1652-53). Voor het boek van Saenredam Ampzing over Haarlem in 1628 ontwierp hij enige gezichten in Haarlem, door J. v.d. Velde gegraveerd; deze schrijver vertelt ons ook één en ander over Saenredam. Vooral de afbeelding van de St. Bavo met het marktgewoel er voor is van belang.

In 1636 heeft hij verscheidene Utrechtse kerken meermalen getekend en geschilderd, ook later o.a. in 1638 en 1650, in 1663 naar een tekening van 1656, in 1660 en 1663; in 1632, 1633 en 1641 tekende hij kerken te Amsterdam; in 1633 en 1649 de St. Odulphuskerk te Assendelft, in 1644 en 1655 de Cunerakerk te Rhenen, in 1632 de St Jan te 's Hertogenbosch en 1661 de Grote of St. Laurenskerk te Alkmaar.

Saenredam was de belangrijkste architectuurschilder in de eerste helft van de 17de eeuw; zijn werken zijn in een grauwe tint gehouden, vooral zijn latere werken, terwijl tot 1635 of 1640 meer het bruin heerst, het malvarood van 1635 tot 1655 en hardere kleuren ongeveer 1660; zij geven gewoonlijk zó de kerken weer, dat de arcaden van het middenschip parallel lopen met de schilderijlijst, zodat we als het ware midden in de kerk verplaatst worden. Door de machtige pijlers op de voorgrond, van boven afgesneden bij het kapiteel, komt de plaats van de toeschouwer ook goed tot uitdrukking, de bovenverdieping is nog niet te zien.

Sfeer en lichtval

Saenredam uitte zijn gevoeligheid voor de sfeer en lichtval in de kale, wit gepleisterde kerken in een bijzonder verfijnd koloriet, waarbij naast het wit zacht roze, zilvergrijs en mosterdgeel een bijna monochrome indruk maken. Van de nuchter geconstrueerde tekeningen die hij gebruikte als modellen voor de in zijn atelier gemaakte schilderijen worden belangrijke series bewaard in het Teylers Museum te Haarlem en het Gemeentearchief in Utrecht.

Op zijn tekeningen wordt dikwijls het oogpunt aangegeven en ook dikwijls op welke hoogte het oogpunt zich boven de bodem bevindt. Zijn figuren weet hij zeer goed langs de wanden te verdelen, sommige plaatst hij ver weg, in tegenstelling met de Vlamingen, die de figuren over het architectuurschilderij verstrooien. Saenredam heeft grauw als hoofdkleur, dikwijls met blauwe schaduwen, de bruin-gele kleur van de wapenschilden en de houtconstructie van koorafsluiting treden op de voorgrond, de figuren hebben kleur.

Het geheel in breed formaat wordt verdeeld in verticale en horizontale strepen; rustig doen de grote vlakken aan, schoon is de verhouding; alles plaatst Saenredam rechthoekig en rechtstandig in zijn kerken en voor het eerst komt bij hem voor, dat de pijlers zich aan de rand bevinden, dicht bij de toeschouwer om als het ware de achtergrond te doen wijken.

Van zijn tekeningen zijn er een groot aantal bewaard gebleven, de meeste zijn kerken, vooral interieurs, waarop nauwkeurig is aangetekend, wanneer, maand, dag en jaar, hij ze tekende; het zijn aquarellen. Uit zijn vroege tijd kennen we een reeks van landschappen uit de omgeving van Haarlem wellicht, waarvan de collectie Beckerath te Berlijn een groot aantal bevatte, die zich nu in het Prentenkabinet aldaar bevinden.

Onder Saenredam’s werken komen meermalen kerken uit Rome voor en toch is Saenredam daar niet geweest. Saenredam bediende zich hierbij van tekeningen door de 16e-eeuwse Maarten van Heemskerk, van wie twee schetsboeken in Saenredam's bezit waren en waarvan er één intact bleef tot de verkoping van de Willighen in 1874. Reeds hadden de onderzoekers S. Muller en prof. Six aangetoond, dat Saenredam niet natuurgetrouw de kerken schilderde en op een tekening in het Britsch Museum komt door een schrijven achter op een tekening uit, dat Saenredam wel eens het één en ander in zo'n kerk er bij fantaseerde. Saenredam zegt namelijk daarin zelf, dat hij in de tekening, voorstellende de St. Bavo te Haarlem, een graftombe tekende, die er in werkelijkheid niet was.

Behalve de schetsboeken van Maarten van Heemskerk bezat Saenredam ook een album met 16de-eeuwsche tekeningen, o.a. Duitse, en van Hendrick Goltzius, het plaatwerk met kleurhoutsneden. Tot ver in de 17de eeuw had Saenredam invloed op de Haarlemse schilders o.a. op J. Nickele en Job Berckheyde.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/saenredam1.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:03
  • (Externe bewerking)