Schoute, Hendrik
Wormer 28 september 1901 - Wormer 24 februari 1981
In de jaren '30 en daarna volksdichter en -schrijver. Schoute werkte als 14-jarige op industriemolen De Jonge Prinsesplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPrinses, de Jonge
Pelmolen te Oostzaandam.
De windbrief werd gegeven in februari 1686. In oktober 1868 ging hij door brand verloren, waarna de afgebroken pelmolen De Feniks op zijn plaats werd herbouwd. Deze werd in 1934 onttakeld en in 1937 gesloopt. Hij heeft binnendijks aan de Kalverringdijk gestaan, niet ver van de gemeentegrens. en publiceerde in De Zaanlanderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanlander, De
In de Zaanstreek, tot 1992, verschijnend ochtendblad, onderdeel van de Verenigde Noordhollandse Dagbladen in Alkmaar. Het blad werd opgericht door J.C. Peereboom in Wormerveer, die in november 1886 het Algemeen Advertentieblad De Zaanlander, weekblad voor Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westzaan en Krommenie liet verschijnen. De edities van 1886 tot 1922 zijn vele gedichten over het molenleven, daarbij legde hij als één der eersten ook de uitspraak van de Zaanse volkstaal vast. Schoute was gehuwd met Aagje Schaak.
In 1972 verscheen zijn boekje Herinneringen van een hutjongen, uitgegeven te Zaandijk. Een bundel vooral anekdotische bijzonderheden over zijn geboortedorp Tussen Zwet en Zaan is in 1979 in een zeer kleine oplage verschenen. Een merkwaardig toeval wil dat in de eerste helft van de 19e eeuw ook een zekere Hendrik Schoute(n) te Westzaan volksdichter werd genoemd.
Deze naamgenoot schreef eveneens molenrijmen en een gedicht naar aanleiding van de torenvalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigTorenval
De Grote Kerk van Westzaan rond 1800 In augustus 1822 meldde de burgemeester dat de toren noodzakelijk hersteld diende te worden, waarop in september een inspectie volgde. Men constateerde echter geen excessen en door het aanbrengen van ijzeren beugels rond losse stenen en losse lijsten dacht men het euvel verholpen te hebben. In de jaren 1826 en 1827 kwamen echter meerdere losse stenen naar beneden. Pas in 1836 was een afwijking tussen toren en kerkmuur te constateren en bleek na onder… in zijn woonplaats (1843). Zijn bijnaam; Hein de Rijmer.