torenval

De Grote Kerk van Westzaan rond 1800

In augustus 1822 meldde de burgemeester dat de toren noodzakelijk hersteld diende te worden, waarop in september een inspectie volgde. Men constateerde echter geen excessen en door het aanbrengen van ijzeren beugels rond losse stenen en losse lijsten dacht men het euvel verholpen te hebben. In de jaren 1826 en 1827 kwamen echter meerdere losse stenen naar beneden. Pas in 1836 was een afwijking tussen toren en kerkmuur te constateren en bleek na onderzoek, dat de fundamenten aan de zuidzijde een weinig naar het westen uitweken.

In maart 1842 schrijft het kerkbestuur aan het gemeentebestuur, dat de toren in een staat verkeerde, die voor verschrikkelijke gevolgen doet vrezen. Op 1 augustus 1840 stond de toren 50 centimeter uit het lood. Het gemeentebestuur trof onmiddellijk maatregelen, in november 1842 kwam men tot de ontdekking, dat de westmuur gescheurd was. Om verder draaien en zakken van de toren tegen te gaan, werden aan de westkant steunberen geplaatst. De toren stond op een massa palen, bijeen gehouden door een houten raamwerk. Om nu de palen, die onder de beren zouden komen, ook in dit raam te bevestigen, zaagde men dit stuk. Hierdoor raakte het verband echter zoek en zakten de palen overzij. Eerdere waarschuwingen van molenmaker Hendrik Verdonkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerdonk, Hendrik

Deventer, 3 juli 1803 - Zaandam, 12 mei 1863

Molenmaker in Zaandam, bekend geworden door zijn in 1840 geoctrooieerde uitvinding ter vergroting van de capaciteit van vijzelwatermolens.

Verdonk werkte samen met molenmaker Cornelis Koeter uit Koog aan de Zaan. Zij ontwikkelden een door de molen aangedreven horizontaal drijfrad, dat van schoepen was voorzien en het stilstaande polderwater naar de vijzel stuwde. Verdonk was ook op ander terrein actief. Al jaren voor het
waren in de wind geslagen.

Catastrofe

De toren stortte tijdens een storm in de ochtend van nieuwjaarsmorgen 1 januari 1843 om half zes plotseling in, in zijn val een huisje verpletterend, waarvan de bewoners bij de opruimingswerkzaamheden twaalf voet onder de grond werden gevonden. De val van de toren in Westzaan vormde de tragische climax van een al jaren slepend conflict tussen de gemeente en het kerkbestuur. Iedereen wist dat de eeuwenoude toren hoognodig moest worden gerestaureerd. Maar geen van de partijen wilde voor de hoge kosten opdraaien. De ramp heeft diepe indruk nagelaten en over het droevig lot van Engel Henneman, die met zijn vrouw, Brechtje Kat, vijf kinderen en zijn knecht Jan Smak van Zaandijk, het leven liet onder het zware gesteente. Sindsdien zijn nog immer verhalen in omloop, die bijzonderheden bevatten over de omstandigheden, waarin men destijds de slachtoffers heeft aangetroffen. Landelijk trok deze gebeurtenis veel aandacht: rond 20.000 mensen reisden naar Westzaan om de ravage met eigen ogen te aanschouwen.

In datzelfde jaar verscheen een Verzameling van dichtstukjes, betrekkelijk den torenval te Westzaan op den 1sten januarij 1843 door Gerrit Brugman Pieterszoon.

Torendrama 2.0

Marianne Buitenhuis en Anne-Marie Leipoldt diepten het torendrama op uit de annalen en namen het als uitgangspunt voor een theatrale reconstructie, die onder de titel Torenval in het voorjaar van 1991 vijf maal werd uitgevoerd in de Grote Kerk. Het theaterspektakel waarin 200 Westzaners meespeelden kreeg 25.000 gulden subsidie van de gemeente Zaanstad. Een zelfde bedrag leek de provincie te zullen bijdragen. Er was ruim een ton nodig voor het ambitieuze project.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/torenval.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:05
  • (Externe bewerking)