Spinhuizen
Voor er in de 19e eeuw stoomspinnerijen ontstonden was het spinnen en twijnen handwerk, waarbij gebruik werd gemaakt van spinklossen en spinnewielen. Voor alle geweven stoffen, van welk materiaal dan ook, werden de garens dus in handwerk vervaardigd.
Er werd daarvoor een beroep gedaan op thuiswerkers, dikwijls hele gezinnen, die tegen lage beloning wol, vlas, hennep of katoen tot garens verwerkten. In de noordelijke Zaanstreek, Assendelft, Krommenie en Krommeniedijk, werden in thuiswerk vooral vooraf bewerkte hennepvezels gesponnen ten behoeve van de Zeildoekweverijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZeildoekweverij
Tak van nijverheid die van de 17e tot in de 20e eeuw vooral voor Krommenie en voor betrokkenen in omliggende dorpen van grote economische betekenis is geweest. Dat wil zeggen dat meer dan 350 jaar achtereen vele honderden, zo niet duizenden bewoners van de noordelijke Zaanstreek bij de zeildoekproductie waren betrokken. In het begin van de 20e eeuw waren nog twee grote weverijen actief. Zij staakten hun productie pas ver na de Tweede Wereldoorlog. De laatste sloot in 1981 de poo….
In Assendelft was in de 15e eeuw al sprake van enige georganiseerde spinnerij voor de linnenweverij. In de 17e en 18e eeuw ontstonden overal, vooral in de steden, de spinhuizen. Ze kunnen eenvoudigheidshalve sociale werkplaatsen worden genoemd, maar die aanduiding is te beperkt. De spinhuizen hadden een functie in de armenzorg, maar er werd ook in weeshuizen en strafinrichtingen gesponnen, waarbij op omvangrijke schaal kinderen en vrouwen te werk waren gesteld.
De Krommenieër rolreders betrokken voor hun zeildoekproductie de garens niet alleen uit de Zaanstreek, maar bijvoorbeeld ook van spinhuizen in Balk, Sloten, Lemmer, Meppel, Zwolle, Schermerhorn enzovoort. In de Zaanstreek zijn verschillende spinhuizen geweest. Sipke Lootsmaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLootsma, Sipke
Roordahuizen, 9 januari 1888 - Zaandam 15 mei 1940 Sipke Lootsma 1888 - 1940 Leraar geschiedenis, archiefonderzoeker en publicist. Hij was de eerste die de geschiedschrijving van de Zaanstreek wetenschappelijk benaderde.
Sipke Lootsma werd 9 januari 1888 geboren in Roordahuizen als zoon van Rients Klazes Lootsma en Aaltje Westra. In 1906 legde Lootsma het akte-examen Vrije- en Orde-Oefeningen der Gymnastiek met succes af. In 1907 gevolgd door het akte-examen Lager Onderwijs. Op… noemt in Historische Studien II een Reekenboeck vant Weecklijks Verdienst der Kinders int Spinhuys te Krommenie uit 1667. In dit spinhuis werden ook opgepakte bedelaars te werk gesteld. Er werd gewerkt tegen verschaffing van voedsel en een kleine beloning.
Zaandam had, getuige de naam Spinhuispad (padreglement 1730) in de 18e eeuw ook zo'n eigen instelling, waarover weinig of geen gegevens bekend zijn. De gemeente besloot in 1819 op voordracht van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMaatschappij tot Nut van 't Algemeen
Nationale organisatie voor de volksontwikkeling in de breedste zin van het woord. In de wandeling kortweg het Nut genoemd. Het Nut heeft als nationale organisatie ook in de Zaanstreek vanaf het einde van de 18e eeuw grote invloed gehad, daarbij speelden de plaatselijke afdelingen (de Nutsdepartementen) een belangrijke rol. tot het oprichten van een spinfabriek onder directie van het plaatselijke armbestuur, met de bedoeling de toenemende bedelarij te weren. Deze inrichting stond aan het Stickelspad, de noordzijde van de huidige Stationsstraat, op de plaats van het eerdere spinhuis, en er werd begonnen met de tewerkstelling van 30 kinderen.
Door de opkomst van de stoomspinnerijen zijn de spinhuizen tenslotte verdwenen, in 1877 ook die te Zaandam. Ook elders zijn de spinhuizen sinds het midden van de 19e eeuw geleidelijk verdwenen.