Weerbaarheidskorpsen
In 1747 op last van de Staten van Holland in de steden en op het platteland ingestelde weerbaarheidstroepen, waarvan in beginsel alle mannen tussen 16 en 60 jaar oud deel dienden uit te maken.
De Republiek, militair slecht toegerust, was in gevaar gekomen door het verloop van de Oostenrijkse Successie-oorlog (1741 -'48). De Fransen hadden de Oostenrijkse Nederlanden bezet en vormden een bedreiging. Van de voor de weerbaarheidskorpsen opgeroepen mannen zijn, voor wat de Zaanstreek betreft, alleen de naamlijsten uit Krommenie, Krommeniedijk en Krommeniehorn bewaard gebleven. Er werden daar in totaal 682 mannen onder de wapenen geroepen. De meesten, 487, waren onvermogend en werden op kosten van de Republiek bewapend; de meer vermogenden moesten hun uitrusting, een geweer, zelf betalen.
De gevreesde aanval van de Fransen bleef uit, zodat de meeste opgeroepenen alleen voor oefeningen hun haardstedenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaardsteden
Vroegere volkstellingen (van de 15e tot 17e eeuw) werden niet in het minst gehouden om de draagkracht der bevolking vast te stellen in verband met de belastingheffingen. Door de gewoonte het aantal stookplaatsen te belasten, werden daarbij de haardsteden geteld en niet het aantal bewoners. hebben moeten verlaten.