Bontekoe, Gerrit
(1867-1954)
Meer dan 25 jaar was Gerrit Bontekoe veldwachter in Westzaan. Een legendarische ordehandhaver met wie niet te spotten viel, al noemden de Westzaners hem spottend ‘Kontjeboe’. Bontekoe trad in 1898 aan als opvolger van Hendrik Hendriks, die na een dienstverband van 34 jaar met pensioen ging. Van de 200 sollicitanten was Bontekoe volgens burgemeester Steenberg ‘de rechte man op de rechte plaats (…) omdat hij in zich vereenigt alle eigenschappen, die men aan een uitstekenden en flinken veldwachter met billijkheid mag stellen.’ Misschien speelde daarbij ook wel mee, dat deze kandidaat beschikte over een fors postuur. Bontekoe was 31 jaar oud toen hij in Westzaan werd benoemd. Hij kwam uit het Friese Warnswerd (gemeente Ferwerderadeel). Daar was hij zijn vader als veldwachter opgevolgd. Een man met ervaring dus. Voor een jaarsalaris van 650 gulden mocht hij nu in Westzaan aan de slag.
Een veldwachter was eigenlijk een duizendpoot. Hij had tal van taken, in de eerste plaats natuurlijk het opsporen van misdrijven en overtredingen. Dieven, dronkenlappen, vagebonden, bedelaars, dobbelaars, stropers en anderen die de wet aan hun laars lapten, werden door hem in de kraag gevat en opgesloten in het 'bienehokkie', een oud schuurtje bij de Hervormde Kerk dat dienst deed als arrestantenlokaal. Menig caféganger die het te bont gemaakt had, heeft daar een nacht doorgebracht. Bontekoe zorgde in zo'n geval voor gratis vervoer. De veldwachter moest ook proces-verbaal opmaken, arrestanten naar de rechtbank begeleiden, toezicht houden op het ordelijk verloop van bijeenkomsten en festiviteiten, alarm slaan bij brand, officiële mededelingen aanplakken, het sluitingsuur van tapperijen controleren, als getuige zijn handtekening zetten als iemand op het gemeentehuis een pasgeborene kwam aangeven, en nog honderd-en-een andere dingen. De veldwachter deed al dat werk met grote plichtsbetrachting. Hij gold als streng maar rechtvaardig.
Bij zijn aantreden in 1898, had Bontekoe nog geen dienstfiets. Daardoor kon hij niet altijd snel ter plekke zijn. Naar aanleiding van ongeregeldheden aan het Zuideinde, stelde gemeenteraadslid Pieter Rot Cz in 1900 voor, Bontekoe een ‘dienstrijwiel’ te geven. Dat leidde tot een fiks debat. Burgemeester Steenberg vond een dienstfiets wel nuttig, maar de geraamde kosten (150 gulden) te hoog. Hij wees erop, dat de sterke arm in Assendelft ook geen dienstfiets had, hoewel die gemeente nog uitgestrekter was. Raadslid Rot gaf zich echter niet gewonnen. Hij vond dat Westzaan niet mocht worden vergeleken met Assendelft, dat ‘zoo achterlijk is’. Met vier tegen drie stemmen besloot de Westzaanse gemeenteraad uiteindelijk tot aanschaf.
In 1923 vierde Gerrit Bontekoe zijn zilveren ambtsjubileum als veldwachter in Westzaan. Kort daarna legde hij zijn functie neer. Hij bleef nog wel tot 1930 bode van de Polder Westzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNatuur in de Zaanstreek
Natuur is het totaal der levende organismen, inclusief hun onderlinge relaties. De betrekkingen van organismen, micro-organismen, planten, dieren en mensen, met hun omgeving vormen het studieterrein van de ecologie. In dit artikel wordt vanuit ecologisch standpunt een zo overzichtelijk mogelijke beschrijving gegeven van de natuur in de Zaanstreek. Zie ook:. Wie bij de betaling van polderlasten ook maar één cent in gebreke bleef, kon Bontekoe aan de deur verwachten. Tot op hoge leeftijd bleef Bontekoe actief als bestuurder bij onder meer Het Witte Kruis, de Onderlinge Brandwaarborg Maatschappijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOnderlinge Brandwaarborg Maatschappij
Vroeger gebruikelijke vorm van verzekering, waarbij bezitters van onroerend goed in een dorp of regio zich verenigden om gezamenlijk het risico van brand te dragen. Zo is in 1819 de 'Onderlinge Brandwaarborg maatschappij aan de Zaan' te Zaandijk opgericht, onder directie van Jan Koning. zie:, de Boerenleenbank, de Vrijwillige Brandweerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBrandweer
Organisatie belast met het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. In grote steden bestaat de brandweer veelal uit beroepskrachten. Naast de beroepsbrandweer kent men de vrijwillige brandweer en de vrijwillige brandweer met beroepskern; dit laatste is in de Zaanstreek het geval. en de Hervormde Gemeenteplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHervormden, Nederlands
Omvangrijkste geloofsrichting in de Zaanstreek; reeds vroeg vertegenwoordigd. Het aannemen van het beroep dat Oostzaan, gecombineerd met Oostzaandam, in 1578 uitbracht op Bartel Jacobsz, tot predikant, is als het ware het begin van de hervormden in de Zaanstreek. Bartel Jacobsz, pastoor van Oostzaan en Oostzaandam zwoer in 1569 het Roomse geloof af, door op de. Hij nam op die manier een beetje revanche op burgemeester Van Alphen, die hem in 1918 verboden had op te treden als secretaris van de coöperatieve handelsorganisatie ‘Eensgezindheid’ omdat dit zijn onpartijdigheid zou kunnen schaden.
Gerrit Bontekoe overleed in 1954, 87 jaar oud. Hij werd onder grote belangstelling op de algemene begraafplaats bijgezet bij zijn vrouw Antje, die al in 1932 was overleden. In 1988 zou ook dochter Frederika, die haar vader zo liefdevol had verzorgd, in het familiegraf worden bijgezet.
Aan de J.J. Allanstraatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKrabbelbuurt
Voormalige naam voor de J.J. Allanstraat in Westzaan.
Eigenlijk was er geen sprake van een buurt, maar van een rechte weg met slechts één dwarspad, de Dolfijnstraat. De Krabbelbuurt was één van de vier delen van Westzaan, dat verder uit Zuideinde, Kerkbuurt en Middel bestond. Het is niet bekend hoe de naam voor de buurt ontstond, zeker is dat deze al in 1564 werd gebruikt. In 1939 werd de naam, die door veel bewoners niet werd gewaardeerd, vervangen door J.J. Allanstraat. 385, waar de familie Bontekoe woonde, is nog altijd de eerste steen te zien die Frederika in 1907 legde.
Literatuur:
- Jan de Roos: ‘Gerrit Bontekoe had de wind er onder’, De Wessaner mei 2002