Elektriciteit
De eigenschappen van elektriciteit waren reeds in de Oudheid aan de Grieken bekend. Maar eerst in de 17e eeuw ging men systematisch op wetenschappelijke wijze elektrische verschijnselen bestuderen. In het midden van de 18e eeuw werd de Leidse Fles uitgevonden, feitelijk de eerste condensator. De interesse in elektrische verschijnselen was groot, ook onder de gegoede burgerij. In Zaandam werd bijvoorbeeld in 1797 het College van Liefhebbers der Elektriciteit opgericht, dat voor zijn leden proeven hield. Dit was echter meer ter vermaak dan dat het enig praktisch nut had. Ontwikkelingen in de 19e eeuw zoals verbeteringen van de condensator en de uitvinding van de gloeilamp, vergrootten de toepassingsmogelijkheden van de elektriciteit. Rond 1900 kwam in Nederland de elektrificatie van de steden op gang, daarna volgde het platteland. Verscheidene gemeenten stichtten een Gemeentelijk Elektriciteits Bedrijf (GEB), bijvoorbeeld Amsterdam in 1900. Daarnaast waren er ook particuliere initiatieven.
In 1910/1911 werd door vooruitstrevende zakenlieden een syndicaat opgericht om de Zaanstreek te elektrificeren. Zij konden evenwel nauwelijks steun verwerven. Slechts enkele zakenlieden zetten een flink bedrag in, anderen slechts een paar honderd gulden, terwijl de meesten geheel verstek lieten gaan. Sommigen vreesden brandgevaar, maar belangrijker was dat bij elektrificatie de kosten ver voor de baat uitgingen. Het duurde jaren voor een elektriciteitsnet voor de initiatiefnemers enig rendement opleverde. Het syndicaat werd geliquideerd. Succesvoller was de Kennemer Elektriciteits Maatschappij (KEM), een der voorlopers van het tegenwoordige Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland (PEN). De KEM trachtte via lezingen in onder andere Zaandam de stoot te geven tot elektrificatie van de gehele Zaanstreek. De gemeente Zaandam voelde evenwel meer voor aansluiting op het net van het Amsterdamse GEB dan medewerking te verlenen aan stroomvoorziening van de Zaanstreek door een particuliere organisatie. In 1911 deelden B & W de Zaandamse gemeenteraad mee de onderhandelingen met Amsterdam te hebben geopend. In 1913 bleek dat stroomvoorziening door het Amsterdamse GEB niet strookte met de ideeën van het landsbestuur.
De minister van Waterstaat wilde het hele gebied boven het Noordzeekanaal in concessie aan de KEM geven en weigerde eenvoudigweg toestemming te geven om door het Noordzeekanaal kabels van Amsterdam naar Zaandam te leggen. Het ministeriële verbod werd door Zaandam en Amsterdam evenwel omzeild; men legde de kabels door het IJ. In oktober 1913 kwam de stroomleveringsovereenkomst tussen Zaandam en Amsterdam tot stand. De regering besloot in reactie hierop het hele gebied boven het Noordzeekanaal met uitzondering van Zaandam, Oostzaan en Westzaan aan de KEM toe te wijzen. Dit regeringsbesluit schiep de tot op heden voortdurende situatie dat in de Zaanstreek twee stroomleveranciers aanwezig zijn, zij het dat Westzaan, tengevolge van een latere overeenkomst, is aangesloten op het stroomnet van de opvolger van de KEM, het PEN. In 1914 werd door de gemeente Zaandam de Gemeentelijke Elektriciteits Werken opgericht, die later werd omgedoopt in Gemeentelijk Elektriciteits Bedrijf. De stroom van het Amsterdamse GEB werd ingekocht via twee voedingskabels van elk 10.000 volt. Het hoogspannings-verdeelstation bevond zich achter het toenmalige kantoor van het GEB aan de Oostkade. Op 10 augustus 1914 kon de eerste klant, Stoomgortpellerij Zwaardemaker aan de Oostzijde, op het stroomnet van het GEB worden aangesloten.
Groei' van het aantal afnemers en de afzet van het GEB:
jaar | afnemers | afzet in kWh |
---|---|---|
1919 | 2 202 | 2 849 840 |
1926 | 4 758 | 9 410 458 |
1930 | 7 267 | 15 023 140 |
1939 | 10 598 | 19 765 410 |
1952 | 12 435 | 39 829 862 |
1962 | 17 988 | 76 340 854 |
1972 | 21 774 | 157 632 897 |
1982 | 26 307 | 185 679 689 |
1987 | 29 223 | 208 010 000 |
1988 | 29 959 | 218 489 000 |
Daarna volgden snel meer aansluitingen in Zaandam-Oost. De aansluiting van het westelijk stadsdeel volgde na het inbaggeren van waterkabels bij de Wilhelminasluis. De huisaansluitingen en het kabelnet werden aangelegd door het Duitse Felten & Guilleaume A.G. De financiële administratie van het GEB werd ondergebracht bij de toenmalige gemeente-gasfabriek; aan de Oostkade werden de technische afdelingen ondergebracht.
De Eerste Wereldoorlog bemoeilijkte de beginjaren van het GEB. Doordat kWh-meters niet meer aanwezig waren, moest het verbruik van de afnemers worden geschat; door gebrek aan schakelmateriaal zorgden op zich onbeduidende storingen voor langdurige onderbrekingen in de stroomvoorziening van de hele stad, door de te geringe kolenaanvoer moest de stroomafname gerantsoeneerd worden; de overstroming van 1916 deed de aanwezige kWh-meters door roest en zout vastlopen. Veel mensen die aanvankelijk een aansluiting wilden, zagen daar onder deze omstandigheden van af.
Na 1921 ging het steeds beter voor het GEB. Het aantal aansluitingen nam snel toe. Na enige tijd waren er in Zaandam evenveel aansluitingen als in de hele provincie Zeeland. In de noordelijke Zaanstreek was inmiddels in 1915 op initiatief van de gemeente Wormerveer een n.v. opgericht tot verkoop van stroom aan de noordelijke Zaangemeenten, hun industrieën en hun inwoners. In deze Stroomverkoopmaatschappij Zaanland n.v. namen, naast Wormerveer, Koog, Zaandijk, Wormer en Krommenie deel. De stroom werd betrokken van de KEM. Deze situatie bleef tot 1933 bestaan, toen werd, na strijd, de stroomdistributie overgedragen aan het PEN. In 1952 ging de gemeentelijke gasfabriek op in het Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland.
Bij die gelegenheid bracht het GEB de activiteiten in het gebouw aan de Oostkade over naar de Westzijde, zodat het gehele GEB nu samen met het gasbedrijf was gehuisvest. Eind 1987 kwamen de al langer bestaande plannen om het GEB te verkopen in een stroomversnelling. Het gemeentebestuur van Zaanstad trad in onderhandelingen met het bestuur van het GZW. De uitgangspunten voor de verkoop/aankoop werden in een in december '87 ondertekend convenant vastgelegd. Op 20 september 1988 werd het Energiebedrijf Zaanstreek-Waterland een feit. Zie ook: Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland (GZW)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGasbedrijf Zaanstreek-Waterland (GZW)
Gemeenschappelijke regeling sedert 1952, in welk jaar de gasproductie en distributiebedrijven van Zaandam, Wormerveer en Krommenie een fusie aangingen met twee gasbedrijven uit Waterland. De geschiedenis van de gasvoorziening in de Zaanstreek is veel ouder, zie: Zaanstreek-Waterland, Gasfabriekenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGasfabrieken
Bedrijven die gas uit steenkool wonnen, bestemd voor de openbare gasvoorziening. Vanaf 1859 waren in de Zaanstreek gasfabrieken in bedrijf, over het algemeen door particulieren begonnen en later door de gemeenten overgenomen. Gas werd aanvankelijk vooral voor straatverlichting gebruikt. In 1952 gingen de Zaanse bedrijven op in het, Kabeltelevisie Zaanstad bvplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKabeltelevisie Zaanstad bv
Systeem voor het transporteren van beeld- en geluidsignalen tussen een centraal punt en op het systeem aangesloten ontvangsttoestellen, ontstaan vanuit de behoefte om de ontvangstkwaliteit te verbeteren en tevens om het ontsierend stadsaanzicht door allerlei particuliere antennes te laten verdwijnen. Vanaf 1962 werden er in Nederland enkele experimentele kabe In etten aangelegd. Vanaf de jaren '70 op grote schaal toegepast., Straatverlichting.
J.A.S. de Reus/Ing H.J. Ortmans