Rietvink, de
Oliemolen en later cement- en trasmolenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigCement- en trasmolens
Windmolens waarin door middel van kantstenen, zoals in de olie- en verfmolens, cementsteen tot cement, danwel tufsteen tot grondstof voor het tras werd vermalen. Het verouderde tras was een verbinding van gemalen tufsteen met vette kalk tot een metselspecie, die zowel onder water als in de lucht zeer hard werd. te Wormer. De windbriefplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWindbrief
Akte van vergunning tot het bouwen van een windmolen, waarin voorts de bepalingen omtrent het Windrecht waren geregeld.
Windbrieven waren een vereiste voor het bouwen van een molen. Desondanks zijn niet van alle bekende molens ook de windbrieven bekend. Deze zijn vermoedelijk verloren geraakt. In een aantal gevallen was de windbrief van jongere datum dan de molen zelf. De oudst bekende windbrieven met betrekking op de Zaanstreek dateren uit de 16e eeuw. werd gegeven in april 1641. Aan het einde van de 18e eeuw werd hij omgebouwd tot cement- en trasmolen (zie: Jan Dekkerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDekker, Jan
Handelsonderneming en aanvankelijk ook (chemische) industrie te Wormerveer; familie-onderneming vanaf eind 18e eeuw, in 1991 onderdeel van Naarden International te Naarden.
In 1774 richtte Jan Gerbrandsz. Dekker gehuwd met Guurtje Cornelisd. Schenk, samen met zijn zwager Lammert Trip gehuwd met Claartje Jansd. Schenk, de firma Trip & Dekker op, maar in 1778 besloot hij onder eigen naam door te gaan met zijn 'handel in potasch en weedasch', met daarnaast een trashandel. De tras werd…). Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1879, en vervangen door een fabriek.