Schoolwerktuinen
Tuincomplexen voor scholieren, aangelegd (door verenigingen) om kinderen meer begrip bij te brengen voor de natuur. In de Zaanstreek zijn grotere complexen schooltuinen in Oostzaan en Zaandam, in het verleden ook in Koog. Voorts zijn er verschillende kleinere tuinen bij de scholen. In het begin van de 20e eeuw kwam er door het werk van onder anderen Jac. P. Thijsse en E. Heimans veel belangstelling voor alles wat leeft en groeit. Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog werd deze belangstelling nog groter, doordat in de oorlogsjaren veel mensen aardappels en groenten wilden verbouwen. Daardoor ontstonden de Volkstuinenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVolkstuinen
Van overheidswege (soms ook door bedrijven) beschikbaar gestelde, buiten of aan de rand van de bebouwing gelegen en in kleine kavels verdeelde grond, waarop door stadsbewoners groente, aardappelen, fruit en siergewassen worden geteeld. en later de schooltuinen.
Door middel van de schooltuinen wilde men de kinderen meer begrip bijbrengen voor het leven van planten en dieren. In verschillende gemeenten (de eerste waren: Bussum, Amsterdam, Haarlem, Bloemendaal en Hilversum) werden verenigingen opgericht, die met dit doel een stuk grond gingen exploiteren. In 1926 sloten de verenigingen zich aaneen en vormden de Centrale Vereniging voor Schoolwerktuinen en Boomplantdagen in Nederland. In 1929 ging men er in Amsterdam toe over om de kinderen van de lagere scholen in klasverband te laten tuinen onder leiding van hun leerkrachten. In 1929 probeerde de heer Van Enkhuizen, chef Plantsoenen in Zaandam, een vereniging op te richten, en in december 1929 kwam de Vereniging voor Schoolwerktuinen Zaandam daadwerkelijk tot stand. De grote stimulator in Zaandam werd Jan Visser, die als tuinleider en voorzitter van de vereniging veel werk verzette. J. Visser overleed in 1946 en in 1947 werd dr. W.J. Prud'homme van Reineplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPrud'homme van Reine, dr. Willem Jeremias
Willemstad N-B 27 oktober 1908 - Zaandam 21 mei 1996
Leraar aan het Zaanlands Lyceum te Zaandam, bestuurder van een groot aantal natuurbeschermingsorganisaties, voorzitter Zaandamse Gemeenschap, auteur/bewerker van een twintigtal voornamelijk schoolboeken., die al enige jaren penningmeester was, tot voorzitter gekozen; een functie die hij in 1990 nog steeds vervulde.
Zaandam had oorspronkelijk een terrein aan de Ringweg, in de oorlogstijd, toen iedereen de oogst van de tuintjes best kon gebruiken, werd het terrein evenwel geïnundeerd, zodat er van tuinen niets meer kwam. In 1946 werd opnieuw begonnen aan de Ringweg. De grond werd drooggelegd en omgewerkt, er werd een nieuw leslokaal gebouwd, enzovoort. In 1970 werd de huur van het terrein opgezegd in verband met bouwplannen, voor onder andere de Hemspoortunnelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHemspoortunnel
Spoorwegtunnel onder het Noordzeekanaal, aangelegd in 1983 en volgende jaren, ter vervanging van de iets meer oostelijk gelegen voormalige Hembrug.
De Hemtunnel kwam tot stand door samenwerking met Rijkswaterstaat, de Nederlandse Spoorwegen, de gemeenten Amsterdam en Zaanstad. De aanleg stond niet op zichzelf, maar maakte onder meer verlegging van het spoorweg-tracé en de bouw van nieuwe stations Zaandam en Sloterdijk noodzakelijk. De tunnel heeft een lengte van 2400 meter. Dez…. Een nieuw terrein kwam beschikbaar in Poelenburgplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPoelenburg
Woonwijk en straat te Zaandam (oost), gebouwd eind jaren '50 en begin jaren '60, begrensd door het Darwinpark, de Twiskeweg, de Watering en de Zuidervaart. Poelenburg (genoemd naar paltrokmolen De Gekroonde Poelenburg) wordt gekenmerkt door hoogbouw. In de jaren '70 kreeg de buurt, waar zich veel allochtonen vestigden, een reputatie van vandalisme en vervuiling. In 1985 benoemde de ministerraad Poelenburg officieel tot probleemgebied; het rijk verplichtte zich kort daarna tot het …, maar door de hoge zoutconcentratie van de opgebrachte grond kon men daar pas in 1973 met tuinen beginnen. Het lesgebouw werd overgeplaatst van de Ringweg naar Poelenburg. Aanvankelijk werden er 260 tuintjes aangelegd. Later werd dit aantal uitgebreid tot 518, mogelijk gemaakt door het aanbrengen van een irrigatiesysteem, zodat brede greppels konden vervallen.
De tuin werd in 1981 vernoemd naar de voorzitter van de vereniging. De naam werd: Schooltuincomplex Dr. W.J. Prud1homme van Reine. Het complex werd voor een belangrijk deel aangelegd door de Plantsoenendienst en vrijwilligers uit de vereniging, de gemeente zorgt voor een betaalde tuinleider. Thans zijn er in Zaandam op dit complex ruim 500 tuintjes, welke door twee tuinlieden van de gemeente en de leerlingen van basisscholen worden onderhouden. Het gemeentebestuur van Zaanstad nam in 1976 een Nota Natuur-educatie aan, waarin plannen zijn opgenomen voor het stichten van meer schooltuincomplexen, verdeeld over de gehele stad. Door geldgebrek is daar echter niets van gekomen. In 1990 werd stopzetting van de subsidie door de gemeente Zaanstad aangekondigd, hetgeen tot sluiting van het complex zou leiden. In 1989 werd voor tuinman A. Ligthart, die de VUT in ging, al geen vervanger meer aangenomen. In 1946 werd in Koog een vereniging opgericht. Deze vereniging had een tuin bij de Pinkschool (later 'De Pellekaan` en nu `De Coogh'). Tuin en vereniging verdwenen in 1959 door de bouw van het grote viaduct van de Coentunnelweg.
In Oostzaan werd in 1960 een schooltuin geopend in het centrum van het dorp. Beheer en organisatie zijn in handen van vereniging `De Vitaminenbron`. thans in stichtingsvorm. Het complex bestaat uit 100 tuintjes en wordt door vrijwilligers verzorgd. Zie ook Onderwijs 1.3.6plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOnderwijs
Het systematisch, volgens aangenomen beginselen, georganiseerd overbrengen van elementaire en meer uitgebreide kennis door daartoe aangestelde bevoegde leerkrachten, in het bijzonder het onderricht dat op scholen wordt gegeven. In navolgend artikel is de ontwikkeling van het onderwijs in de Zaanstreek geschetst. .
In 1993 werd op initiatief van een bezuinigende en privatiserende Gemeente Zaanstad de Stichting Natuur en Milieu Educatie (nu het Zaans Natuur en Milieu Centrum geheten) opgericht. De stichting kreeg de opdracht om schooltuinen, kinderboerderij, heemtuin en biologisch lescentrum te beheren. Eind jaren negentig kwam daar ook het beheer van het Natuurmuseum bij. Schoolbioloog Tom Kisjes werd als directeur van de stichting aangesteld. Hij werd wegens pensionering in het najaar van 2019 opgevolgd door Paul Laport. Als schooltuinleider werd, als opvolger van tuinleider Piet Hoffer, in de jaren negentig Jeroen Buijs aangesteld, die in de loop der jaren door diverse assistent-tuinleiders werd ondersteund. Hij werd opgevolgd door tuinleidster Jacqueline Smit, ook ondersteund door verschillende assistenten. Jacqueline is nu -in 2021- nog altijd tuinleidster. Haar collega Annemieke van der Velde verzorgt sinds enige jaren ook het schooltuinwerk in Oostzaan, i.s.m. de schooltuinvereniging De Vitaminebron aldaar.
Voor de Vereniging voor School- en Werktuinen was door de beheerstaak van de Stichting NME in feite de bestaansreden weggevallen. Enige jaren later werd de vereniging opgeheven. De financiële reserve kwam ten goede aan de NME en dan natuurlijk met name aan de schooltuinen. Verder liet de vereniging een plaquette maken ter nagedachtenis aan Dr. Prud’homme van Reine. Deze plaquette hangt prominent in de entreehal van Natuurmuseum E.Heimans.
Sinds 2005 verzorgen leerlingen van ongeveer 20 scholen ieder hun eigen moestuintje op het nieuwe schooltuinencomplex in het Darwinpark direct tegenover de entree van de kinderboerderij. Voordelen van deze locatie zijn een grotere zichtbaarheid van de schooltuinen voor het publiek, het ontstaan van een samenhang tussen (moes-)tuin- en boerderij -een ouderwets “gemengd bedrijf”- en het ontstaan van een intensievere samenwerking/uitwisseling tussen boerderij- en schooltuinen. Het schooltuinseizoen loopt van ongeveer april tot oktober. In die periode bezoeken de kinderen hun tuintjes zo’n 20 keer in schoolverband. Elke leerling betaalt een eigen bijdrage. De waarde van de oogst overtreft doorgaans de hoogte van de bijdrage.
Ieder najaar organiseren de schooltuinen een open avond voor (groot-)ouders van tuinierende kinderen en ander geïnteresseerd publiek. Naast de te bezichtigen tuinen is er een klein marktje met verkoop van natuurlijke producten, zoals echte Zaanse honing, pompoenen en bloemen. Op de tuin staat sinds 2005 een bijenstal, die door imker Flip Valk -educatief medewerker van het Zaans Natuur en Milieu Centrum- wordt onderhouden.
Dr. W.J. Prud'homme van Reine, met up-to-date aanvullingen van Tom Kisjes