Walrusjacht
In het begin van de 17e eeuw op kleine schaal door Zaankanters bedreven jacht in de Noordse wateren. Vermeldingen hiervan worden vrijwel alleen door Hendrick Soeteboom en Jacob Honig Jansz. Jr. gedaan. Uit hun aantekeningen blijkt dat in 1626 in elk geval twee schepen zijn uitgerust, met als schippers de Zaandamse broers Sybrandt en Claes Corneliszoon.
Zij voeren uit 'met 13 eters binnen boord', de walrussen werden gejaagd 'om der tanden wille, die altoos seer schoon en wit blijven'. De reis, waarschijnlijk geïnspireerd door eerdere Britse successen, liep min of meer op een fiasco uit, hoewel de broers wel een walvis wisten thuis te brengen. Van latere pogingen tot walrusjacht wordt nergens bericht.
Het is echter mogelijk dat bij de ijsvisserij (zie: Walvisvaart 1 en 6.1. De Zaanse Walvisreders) incidenteel ook op walrussen is gejaagd.