Weerpad
Voormalig (kerk)pad van de Oostzaner kerk naar de Zuiddíjk te Oostzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzaandam
Voormalige naam van de bewoningsconcentratie ten oosten van de Zaan nabij de Dam, tot 1795 behorend tot de gemeente Oostzaan, tussen 1795 en 1811 min of meer een zelfstandige gemeente en sinds 1811 deel uitmakend van de stad Zaandam. Oostzaandam behoorde tot de: te Zaandam draagt een kort deel van dit pad tussen Poelenburg en de sloot de Watering nog steeds deze naam. Te Oostzaan werd de naam veranderd in Kerkstraat en te Zaandam in P.J. Troelstralaan.
Ook te Assendelft was een Weerpad, dat tussen de Dorpsstraat en de zeedijk liep. Het belang van dit Assendelftse Weerpad was gering: het stond gemiddeld vier maanden per jaar onder water.
Het Weerpad ten oosten van de Zaan was niet de oudste landverbinding tussen Oostzaandam en moederdorp Oostzaan. Het oorspronkelijke kerkpad lag noordelijker en werd tijdens de Spaanse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSpaanse tijd
Lokale aanduiding voor de jaren 1572 tot en met 1576, de tijd waarin de Zaanstreek gedeeltelijk door troepen in Spaanse dienst bezet was. Feitelijk is het een foutieve naamgeving van de eerste jaren van de opstand in de Nederlanden tegen de toenmalige vorst, verlegd. Een andere naam waaronder het pad bekend stond was Zagelspad, hetgeen aangeeft dat voor verharding zaagsel was gebruikt. Het Weerpad ontstond als kerkepad. Nadat vanuit Oostzaan Oostzaandam was ontstaan, moesten de inwoners van de nieuwe nederzetting nog kerken te Oostzaan. Ook nadat omstreeks 1400 in Oostzaandam een kapel gereed kwam, bleven de Oostzaandammers voor de viering van bijvoorbeeld Pasen en Pinksterenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPinksteren
Eigenlijke Pinkstergebruiken zijn er in de Zaanstreek nauwelijks geweest. Alleen de viering van Luilak, op de zaterdag vóór Pinksteren, is folkloristisch interessant. Van de luilakviering is echter weinig of niets overgebleven. Van oudsher gold dat de schoonmaak op Luilak beëindigd moest zijn. Met Pinksteren verscheen men dan zo mogelijk in nieuwe kleding. Het was daarbij gebruikelijk een tochtje te maken; een lange wandeling, maar het liefst een rit met een wagen. Vandaar de vroeger… op de moederkerk aangewezen.
Daarnaast gebruikten de burgemeesters, schepenen en vroedschappen van de banneplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne
Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4. van Oostzanen die in Oostzaandam woonden, het pad om vergaderingen te kunnen bijwonen. De kwaliteit en het onderhoud van het Weerpad gaven meermalen aanleiding tot strijd. In 1771 werd geklaagd dat het bijna niet mogelijk was dat twee personen elkaar passeerden. Voor paardrijders was gebruik van het pad verboden. In 1831 was het pad 1.20 meter breed. Het lag echter slechts 35 centimeter boven het maalpeil. Oostzaandamse burgers die aan het pad woonden moesten zorg dragen voor de begaanbaarheid van het pad van de Zuiddíjk tot de Watering over ongeveer 1500 meter. De rest, iets minder, kwam voor rekening van Oostzaners.
Bij grotere werken, zoals bruggen, moest Oostzaan 2/3 van de kosten dragen en Oostzaandam 1/3. Deze bepaling bleef van kracht tot 1795. Meermalen moesten eigenaars van landerijen min of meer gedwongen worden hun stuk pad te onderhouden. Ieder jaar werd in augustus een schouw gehouden. In 1931 kreeg een deel van het Weerpad de naam Pieter Jelles Troelstralaan. Sedertdien is de bebouwing aan het pad sterk uitgebreid.