Zakkenhandel
Onder zakkenhandel in de oorspronkelijke betekenis moet worden verstaan: de handel in zakken, vervaardigd uit jute, katoen, vlas en andere geweven stoffen, voor de verpakking van grondstoffen en eindproducten in hoeveelheden van 50 tot 100 kilogram. De zakkenhandel is ontstaan toen in het midden van de vorige eeuw grote hoeveelheden grondstoffen, zoals oliezaden, rijst en cacao in zakken werden geïmporteerd voor de industrie in opkomst. In die tijd leverde het voormalige Brits-Indië als voornaamste leverancier jute zakken over de gehele wereld. Gesproken werd van Jute carier of the world goods.
De zakkenhandel bestond voor het grootste deel uit het kopen van door de fabrikanten leeggemaakte grondstoffen-zakken, die daarna werden gereinigd en gesorteerd op kwaliteit, teneinde opnieuw te worden gebruikt voor eindproducten, zoals meel, gepelde rijst en veevoeder. De zakken die kapot waren, werden met de hand gerepareerd. De firma Hendrik de Boer Jbz hield zich hier, naast het veem- en factorsbedrijf (zie: Zaans Veemplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaans Veem bv
Veem-factorsbedrijf in Zaandam.
De historie van het Zaans Veem gaat terug tot omstreeks 1820. Jac. Jz. de Boer was toen gaandehouder van pelmolen De Boerenjonker in het Oostzijderveld in Zaandam. Hij stierf in 1825, terwijl zijn bedrijf door de watersnood onbereikbaar was en stil lag. Hij dreef zijn zaken met zijn zoons Jan Jbz. (1796-1860) en Hendrik Jbz (1800-1863). De laatste zette in 1830 de firma voort onder eigen naam: firma H. de Boer Jbz., commissie-handelaar en korenfact…), mee bezig.
Rond 1917 werd de zakkenhandel een apart bedrijf, hieruit kwam later de Zaanlandse Zakkenhandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanlandse Zakkenhandel
De nv Zaanlandse Zakkenhandel K. de Boer Jz. werd opgericht op l maart 1928, toen Klaas de Boer Jz. (1883-1972) uittrad als medewerker van de Fa. de Boer & Cote Koog. Het bedrijf werd gevestigd in de voormalige celluloidfabriek Hollandia van A.N. Honig aan het Hellingpad in Koog aan de Zaan. Dit pand werd echter in 1930 weer verlaten na de aankoop van een groter pand, het pakhuis Europa aan de Jan Bestevaerstraat. voort. In die tijd werd ook overgeschakeld op het machinaal reinigen en repareren door zakstopmachines. De gekochte zakken die niet in de Zaanstreek werden hergebruikt, verhandelde men op beurzen in Amsterdam, Rotterdam en Leeuwarden. Ze werden gekocht door zowel verbruikers als collega-handelaren. Ook werden in het binnenland grote hoeveelheden rechtstreeks geleverd aan de verbruikers, zoals bijvoorbeeld de kunstmesthandel en fabrieken. Grote hoeveelheden lijnzaad La Plata zakken gingen naar de aardappel-exporteurs.
Het verbruik van gebruikte zakken in Nederland lag vlak voor de Tweede Wereldoorlog op 50 miljoen stuks. Om aan de vraag te kunnen voldoen werden zakken uit omringende landen geïmporteerd, vooral uit Engeland. Daarnaast werden ook nieuwe zakken geïmporteerd uit België en Brits-Indië. In de jaren negentig van de 20e eeuw is de handel in gebruikte zakken bijna volledig verdwenen. De zakkenhandel betrekt haar handelswaar vanuit Engeland, Ierland, België, China, Taiwan en Korea.
De jute is naar achter geschoven en hiervoor zijn in de plaats gekomen polypropyleen, polyethyleen en andere kunststoffen. Ook papier neemt een belangrijke plaats in. De zakkenhandel heeft deze soorten in voorraad en levert de zakken, bedrukt met de door hen gewenste teksten en logo's. Door het bulkvervoer heeft zij terrein moeten prijsgeven, maar een nieuwe markt werd gevonden in de big bags die 1000 tot 2000 kilogram kunnen bevatten en met vorktrucs en kranen eenvoudig zijn te verwerken, hetgeen bij het laden en lossen veel tijd bespaart. Ook deze kunststoffen zakken kunnen worden bedrukt.
J.W. de Boer