Zuidervaldeursluis
Voormalige sluis in Zaandam-Oost, waar de nog aanwezige Zuidervaldeurstraat en Zuidervaldeursloot naar werden vernoemd.
De Zuidervaldeursluis was nooit van groot belang. Het jaar van aanleg is niet bekend. Mogelijk was de Zuidervaldeur een van de drie sluizen in de Schinkeldijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSchinkeldijk
Een binnendijk, die aansluit op een hogere zeedijk en daarmee een hoek vormt. In de Zaanstreek werd de lagedijk aan de oostkant van de Zaan, (van de Dam tot `t Kalf) Schinkeldijk genoemd. Na 1811 werd de naam `Oostzijde`. De eerste vermelding van de Schinkeldijk dateert uit 1414. of Oostzijde, voor de aanleg waarvan al in 1414 toestemming werd verleend. De sluiskolk werd in 1949 volgestort.
Een kind doodgeklemd
28 maart 1907: Bij het onoordeelkundig neerlaten van de brug over de Zuidervaldeursluis in de Oostzijde te Zaandam door één of meer ambachtslieden, die van hun werk kwamen en naar hun zin wat lang moesten wachten, sprong de brug uit de ketting. De balans van de brug sloeg met het zware gedeelte terug, waardoor enkele schoolkinderen in de klem geraakten. Eén schoolkind werd onmiddellijk gedood, terwijl acht gewond werden.
Nader wordt gemeld:
Bij het ingesteld onderzoek is gebleken dat de kettingen niet zijn gebroken, doch door de grote slag, waarmede de brug neerviel uit de S zijn geraakt, waarmee ze aan de brug zijn bevestigd. Het ongeval heeft zich op de volgende wijze toegedragen:
,,Even over twaalven bevonden zich een aantal personen, volwassenen en schoolkinderen vóór de ophaalbrug, die open stond omdat een schuit door de sluis geschut werd. Zodra dit geschied was, heeft een van de wachtenden, wie dit geweest is, is nog onbekend, eigenmachtig de brug neergelaten. Door de snelle vaart, waarmede zij toen dichtviel, welke snelheid waarschijnlijk, zoals veeltijds plaats vind, nog werd bevorderd door ongeduldige, die vóór ze geheel dicht is, de brug al betreden, is de evenaar van de balans vermoedelijk een weinig doorgeslagen, waardoor de kettingen slap hingen en het uit de S springen verklaard kon worden. Toen de kettingen los waren, werd het evenwicht door niets meer tegen gehouden, zodat dit met een geweldige slag tegen de stijlen van de brug plofte, en zo ook tegen de personen aansloeg die juist de brug wilden betreden.“
,,Een achttal personen werden getroffen, waarvan er één, een jongetje van 7 jaar van H. Kat, wonende op het Molenpad, terstond werd gedood. Het jongetje, dat 's morgens niet naar school was geweest, bevond zich toevallig ter plaatse. Een ander, een zekere Van Valen, bekwam zulke ernstige verwondingen, dat hij per brancard moest worden vervoerd. Zijn toestand is echter niet onbevredigend. Behalve dezen hebben nog een zestal min of meer ernstige verwondingen bekomen. Door de slag werden allen, dit blijkt uit de hoofdwonden, op de straat geworpen. De verwarring op het ogenblik van het gebeurde was zeer groot. Op het horen van de slag schoten terstond omwonenden toe, waarvan er velen met angst hun kinderen zochten, die zij uit de school verwachten.”
De gemeente Zaandam besluit september 1909 tot plaatsing van ijzeren afsluithekken, bij zowel Papenpadsluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPapenpad, Papenpadsloot en -sluis
Straat, sloot en sluis te Zaandam (west), lopend van de Zaan naar het Westzijderveld. Straat, sloot, sluis en kerk zijn vernoemd naar het woord Paap, een deels in onbruik geraakt mild scheldwoord voor een katholiek persoon. Het woord was van oorsprong een scheldwoord voor de paus. Het is dan ook een verbastering van Papa, oftewel paus. Niet alleen de paus, maar ook de lokale geestelijke werd dorpspaap, parochiepaap of mispaap genoemd. Later werd het de benaming… als Noordervaldeursluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordervaldeur
Voormalige sluis in Zaandam-Oost, iets ten zuiden van de huidige Willem Alexanderbrug gebouwd in de 17e eeuw toen de meeste sluizen door middel van schuiven of valdeuren geopend en gesloten werden. Rond 1715 zijn deze valdeuren vervangen door draaiende sluisdeuren. Een deel van deze sloot is nog als waterpartij aanwezig aan de zuidelijke rand van de wijk en Zuidervaldeursluis.
Sluisverpachting
De heren G. Stolp en H.F. Gorrée verzochten eind december 1942 onder de geldende voorwaarden voor 1943 weer in aanmerking te mogen komen als pachter, respectievelijk van het beschutten en bedienen van de Noordervaldeursluis alsmede het bedienen van de daarbij behorende brug en het beschutten en bedienen van de Zuidervaldeursluis.
Beide pachters ontvingen een toelage uit de gemeentekas. Bij besluit van 27 juli 1942 is die van Stolp gesteld op f 7.50 per week en die van Gorrée op f 10 — per week. Handhaving van deze bedragen is redelijk. De omstandigheden zijn niet veranderd, de pachters verrichten hun werk naar behoren, zodat het billijk is hun verzoek in te willigen. Het is niet te verwachten, dat openbare verpachting voordeliger voor de gemeente zal zijn. Op grond van het vorenstaande is door de Burgemeester van Zaandam, ter waarneming van de taak van de gemeenteraad, conform besloten.
Zo ging het niet
Zaandammer H.F. Gorrée heeft de gemeente in december 1945 verzocht voor het jaar 1946 wederom in aanmerking te mogen komen als pachter van het beschutten en bedienen van de Zuidervaldeursluis. Tegen inwilliging van dit verzoek bestond bij de gemeente bezwaar, daar de heer Gorrée namelijk tevens pachter van de bediening van de Hanepadsluis was. In verband hiermede heeft hij de beschutting en bediening van eerstgenoemde sluis zonder de daarvoor vereiste toestemming te hebben gevraagd, onderverpacht aan de heer R. Smit, die naast de sluis woont. Deze verrichtte dit werk tegen ontvangst van de schutgelden, terwijl de heer Gorrée de hem uit de gemeentekas toegekende toelage van ƒ 10 per week zelf behield. Aan deze ongewenste toestand heeft het gemeentebestuur een einde gemaakt, door de beschutting en bediening van de Zuidervaldeursluis voor het jaar 1946 te verpachten aan de heer Smit, die tevens verzocht heeft onder de thans geldende voorwaarden, als pachter in aanmerking te mogen komen.
Gedempte Zuidervaldeursloot
In het uitbreidingsplan Midden-Oost waren over de Zuidervaldeursloot twee bruggen geprojecteerd, de ene in de Kepplerweg en de andere in het verlengde van de Rosmolenstraat. De kosten van het maken van deze bruggen werden door B. en W. op ƒ 250.000 geraamd. De commissie voor openbare werken was met B. en W. in oktober 1949 van oordeel, dat het beter is de sloot te kopen en gedeeltelijk te dempen. Dan behoefden er geen bruggen aangelegd te worden en konden de bestaande brug en sluis verdwijnen. In die geest boden B. en W. de Raad een voorstel aan.
De gemeente kon de sloot van de polder Westzaan voor de prijs van ƒ 0,30 per m2 of totaal ƒ 1200 kopen. Bovendien moest de gemeente aan de polder een vergoeding in eens van ƒ 7000 betalen voor schade, die de polder lijdt tengevolge van het drukke verkeer door de Hanenpadsluis. Anders wil het bestuur van de polder geen toestemming geven de sloot te dempen.
B. en W. gaven behoorlijk de gelegenheid bezwaren tegen het plan in te dienen. Alleen van de firma G. Wiepjes kwam een bezwaarschrift in. Deze firma ondervond van het dempen enige schade, omdat zij de grondstoffen voor haar houtbewerkingsbedrijf niet meer met een schuit zal konden aanvoeren, maar dit per as moesten doen. B. en W. kwamen met deze firma overeengekomen, dat de gemeente een schadeloosstelling zou betalen van ƒ 1600, als de Raad daarmee instemde. De kosten van het dempen en het aanleggen van riolering, met inbegrip van de schadeloosstelling aan de firma Wiepjes en met inbegrip ook van een geschat bedrag van ƒ 10.000 voor risico's, bedroegen volgens raming ƒ 66.000, die van 't slopen van de brug en de sluis en het herstellen van het wegdek in de Oostzijde ƒ 8.500, en die van het bestraten en beplanten van de gedempte sloot ƒ 18.000. De kosten van uitvoering van het plan raamden B. en W. dus totaal op ƒ 100.700.
Bron: o.a. Haagse Courant