Papenpad, Papenpadsloot en -sluis
Straat, sloot en sluis te Zaandam (west), lopend van de Zaan naar het Westzijderveld. Straat, sloot, sluis en kerk zijn vernoemd naar het woord Paap, een deels in onbruik geraakt mild scheldwoord voor een katholiek persoon. Het woord was van oorsprong een scheldwoord voor de paus. Het is dan ook een verbastering van Papa, oftewel paus. Niet alleen de paus, maar ook de lokale geestelijke werd dorpspaap, parochiepaap of mispaap genoemd. Later werd het de benaming voor een katholiek in het algemeen.
De Papenpadsloot verbindt de Zaan met De Gouw. De sluis behoort tot de oudste nog bestaande sluizen in de Zaanstreek. De eerste vermeldingen van sloot, sluis en pad stammen uit de eerste helft van de 17e eeuw. Het pad heette aanvankelijk het Jacob Dirckxpad. Deze naam werd in de 18e eeuw gewijzigd, toen een Katholieke kerk aan het pad was gebouwd. Het padreglement is van 1754. Wanneer de sluis voor het eerst is aangelegd is niet bekend, wel dat deze in 1681 in zodanige staat verkeerde dat vernieuwing geboden was. De schutsluis werd toen 14 voet breed.
In 1722 is de sluis overgedragen aan Westzaandam, hetgeen er op kan wijzen dat hij voor de Banne van Westzaanden van weinig belang was. Een verbouwing die in 1726 plaats had wijst echter op het tegendeel, de Papenpadsluis werd toen namelijk de grootste - nu geheel stenen - sluis in de Zaanstreek, met een fundamentlengte van 132 voet en een schutbreedte van 16 voet. Deze situatie bleef tot ver in de 20e eeuw gehandhaafd. Terwille van het toenemende wegverkeer in de Westzijde werd de brug eerst verbreed en tenslotte in 1987 in een vaste brug veranderd. De doorvaarthoogte van de spoorbrug over de Papenpadsloot was al eerder (in de jaren '70) verlaagd. Door een en ander is de huidige sluis nog slechts te gebruiken door schepen met een zeer lage opbouw.
Aan het Zaandamse Papenpad 13 staat sinds 1695 de rijksmonumentale Maria Magdalena kerk, ook wel bekend als de Papenpadkerk.