Aardolie- en steenkoolhandel
Handelstak, belangrijk geworden met de komst van de stoommachines en later de elektriciteit. Steenkool, ook wel eens “zwart goud` genoemd, is een verzamelnaam voor een groot aantal delfstoffen met zeer verschillende eigenschappen. Alle zijn zwart van kleur en worden in lagen, meestal diep onder de aardoppervlakte, aangetroffen; ze danken hun ontstaan aan langzame ontleding en omzetting van grote hoeveelheden (meestal plantaardig) materiaal. Steenkool werd op grote schaal toegepast nadat James Watt in 1769 de stoommachine had uitgevonden; daarvóór werd het wel al gebruikt voor de huisverwarming en als keukenbrandstof. Ook de winning van gas uit steenkool werd winstgevend (zie: Gasfabriekenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGasfabrieken
Bedrijven die gas uit steenkool wonnen, bestemd voor de openbare gasvoorziening. Vanaf 1859 waren in de Zaanstreek gasfabrieken in bedrijf, over het algemeen door particulieren begonnen en later door de gemeenten overgenomen. Gas werd aanvankelijk vooral voor straatverlichting gebruikt. In 1952 gingen de Zaanse bedrijven op in het).
Met de groei van toepassingen van steenkool nam de vraag toe. Vanaf het begin van de 20e eeuw begon men ook in Nederland serieus met de winning van de delfstof (ofschoon de eerste Nederlandse mijn - te Kerkrade - al dateert uit 1845). De Nederlandse mijnen hebben overigens steeds slechts in een deel van de binnenlandse vraag naar steenkool kunnen voorzien; het overgrote deel moest worden geïmporteerd. Aardolie is in feite het jongere zusje van steenkool, waarop het in samenstelling veel lijkt; aardolie is echter vloeibaar en wordt ook op andere plaatsen gewonnen. Ook aardolie is een verzamelnaam voor verschillende soorten kool-waterstoffen. Het eerste belangrijke aardolie-produkt was petroleum, dat in 1855 in Amerika voor het eerst op de markt kwam. Een ander belangrijk aardolie-produkt is benzine.
Aanvankelijk werd dat gezien als een lastig bijprodukt, dat na de raffinage onmiddellijk werd verbrand. Nederland haalde de aardolie aanvankelijk uit de koloniën (met name van het aan delfstoffen rijke Sumatra, Nederlands Indië). Tegenwoordig is Nederland vrijwel volledig afhankelijk van de import van aardolie. Voor wat de Zaanstreek betreft werd steenkool in de loop van de 19e eeuw steeds belangrijker. De stoommachines namen geleidelijk aan steeds meer de taken van de windmolens over. De eerste stoommachine kwam in 1833 te Westzaan, de tweede in 1837 te Zaandijk. Na 1852 kwamen er snel meer stoommachines (zie voorts: *Stoomkracht) en nam de vraag naar steenkool sterk toe. Dat vanaf 1856 belasting over steenkool moest worden betaald (vijf gulden per duizend pond) remde de opkomst van de stoomkracht niet. Door een aantal ontwikkelingen nam de vraag naar steenkool verder toe. De winning van gas uit steenkool bleek lucratief; in 1861 werd de Wormerveersche Gasmaatschappij opgericht.
Ook de aanleg van de spoorwegen had groei van de steenkoolhandel tot gevolg. Nadat het station van Zaandijk in november 1869 was geopend kwam de eerste stoomtrein naar de Zaanstreek (zie voorts: *Spoorwegen). Van invloed was tenslotte ook de opkomst van de stoomscheepvaart op de Zaan. Een historisch overzicht van de steenkoolhandel in de Zaanstreek is nauwelijks te geven. De omvang van de handel was enorm. maar het waren vooral kleine (inmiddels verdwenen) bedrijfjes die zich hier mee bezig hielden. Aan de hand van adressenboeken is te achterhalen dat in 1888 ongeveer 75 “winkeliers in brandstoffen” in de Zaanstreek actief waren. Tot de jaren voor de Eerste Wereldoorlog nam hun aantal toe tot iets minder dan 100 bedrijfjes. Onder de bedrijven die in 1910 al aanwezig waren en lang actief bleven, waren de (Verenigde) Zaanlandsche Steenkolenhandel, Jb. Kok (sinds 1917) en P. Wilson te Zaandam en H.B. en Joh. de Lange te Koog.
De Zaanlandsche zou uitgroeien tot de grootste brandstoffenhandelaar in de streek. De kolen en petroleum werden voor de Tweede Wereldooorlog met name over water aangevoerd. De meeste loodsen lagen aan de Zaan. Na de oorlog werd aanvoer via het spoor steeds belangrijker. Op dat moment was het aantal handelaren sterk gedaald. In 1920 werden nog 54 brandstoffen- en petroleumhandelaren in de Zaanstreek (exclusief Wormer, Jisp en Assendelft) geregistreerd. Na de oorlog bleven dertig handelaren over. In 1991 zijn slechts zes bedrijven (afgezien van tankstations) in de aardolie- en steenkoolhandel actief.
Bekende na-oorlogse namen waren onder andere:
- Jb. Kok (Bleekersstraat, nam in 1943 de Wonnerveersche Kolenhandel te Zaandam over, thans: Kok Tankstations bv),
- S. Vonk (Tuiniersstraat: thans: H. Vonk en Zoon: opgericht 1932) en *Orion (geen steenkolenhandel).
- Roos (Hogendijk), Zonderland (Hogendijk),
- Pekelharing (Papenpad),
- Van den Dongen (Bakkerspad),
- IJskes (Ankersmid) te Zaandam; Kuyt.
- De Lange (in 1977 overgenomen door Vos Olieprodukten te Purmerend).
- A. Moraal. en Walst en Franks te Koog: de Westzaanse Brandstoffenhandel (nu met het achtervoegsel GJ. Visser bv: sinds 1932).
- K. van der Veen (opgericht 1925; sinds 1974 in Wijdewormer) te Westzaan;
- Gebr. Schaap (Haal: sinds 1929) te Oostzaan en
- G. Schenk te Wormerveer, welk bedrijf in 1960 opging in de nv Algemene Brandstoffenhandel Zaanstreek.
In de 20e eeuw namen de toepassingen van steenkool weer af. Dat was allereerst een gevolg van de opkomst van de elektriciteit. (De elektriciteit werd overigens wel tot in de jaren '50 in kolencentrales opgewekt; zie voorts: Elektriciteitplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigElektriciteit
De eigenschappen van elektriciteit waren reeds in de Oudheid aan de Grieken bekend. Maar eerst in de 17e eeuw ging men systematisch op wetenschappelijke wijze elektrische verschijnselen bestuderen. In het midden van de 18e eeuw werd de Leidse Fles uitgevonden, feitelijk de eerste condensator. De interesse in elektrische verschijnselen was groot, ook onder de gegoede burgerij. In Zaandam werd bijvoorbeeld in 1797 het College van Liefhebbers der Elektriciteit opgericht, dat voor zij…).
De scheepvaart stapte van kolen als energiebron over op stookolie, een aardolieprodukt. Met de voltooiing van de ombouw van het gasleidingnet (in de Zaanstreek in 1969) voor het gebruik van aardgas (zie voorts: Gasbedrijf Zaanstreek-Waterland (GZW)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGasbedrijf Zaanstreek-Waterland (GZW)
Gemeenschappelijke regeling sedert 1952, in welk jaar de gasproductie en distributiebedrijven van Zaandam, Wormerveer en Krommenie een fusie aangingen met twee gasbedrijven uit Waterland. De geschiedenis van de gasvoorziening in de Zaanstreek is veel ouder, zie: ) verdween steenkool ook nagenoeg als brandstof voor de huisverwanning. De steenkoolhandel is thans vrijwel volledig uit de Zaanstreek verdwenen.
Dat petroleum (vooral voor verlichtingsdoeleinden) werd gebruikt, bleek in de Zaanstreek voor het eerst duidelijk in 1875. E.G. Verkadeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerkade
Ondernemersgeslacht in Zaandam in de 19e en 20e eeuw.
De stichter van het familiebedrijf van Koninklijke Verkade NV Ericus Gerhardus Verkade (1835-1907) werd in Vlaardingen geboren als jongste in een gezin met vier kinderen van de notaris Ericus Gerhardus Verkade (1801-1835) en de Zaanse Geertruida van Gelder (1799-1851). Een maand voor zijn geboorte was zijn vader overleden. Zijn moeder Geertruida verhuisde in 1812 naar haar geboortestreek, waar ze in 1845 hertrouwde met Jan Keg (1798… besloot dat jaar zijn door brand verwoeste patent-oliefabriek aan de Oostzijde te Zaandam niet te herbouwen (patent-olie werd lang gebruikt als lamp-olie; zie voorts: Patentolieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPatentolie
In de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw voor verlichting gebruikte geraffineerde olie. In de Zaanstreek, waar men vertrouwd was met de olieslagerij, is door verscheidene bedrijven patentolie geproduceerd. Een van de fabrikanten was Ericus Gerardus); de concurrentie van de petroleum (en in mindere mate de gasverlichting) was volgens Verkade te bedreigend geworden om herbouw van de fabriek te rechtvaardigen. Ook voor de aardoliehandel geldt dat deze voornamelijk door kleinere bedrijven werd bedreven. Als grotere bedrijven zijn bekend J. Op den Velde bv en Kok Tankstations bv.
J. op den Velde sr