Donk, Maarten
Kempen 1505 - Amersfoort 16 april 1590
Maarten Donk, ook Martinus Duncanus, Rooms Katholiek geestelijke, pastoor en rector van de Latijnse school in Wormer van 1541 tot 1558, daarna benoemd tot pastoor in Delft. Maarten Donk kwam naar Wormer toen de tegenstelling tussen Roomsen en Doopsgezinden een triest dieptepunt had bereikt.
Donk was leerling van de kettermeester en grootinquisiteur Prof. Ruard Tapper te Leuven. Naast zijn pastorale activiteiten in Wormer spoorde hij dopers op en maakte hij deel uit van de inquisitie in Amsterdam. In 1550 werd hij door keizer Karel V aangesteld voor de censuur op alle boeken, een onderdeel van de Inquisitie. Ook werd hij aangewezen om in Amsterdam te trachten de gevangen wederdopers in hun laatste uren nog te bekeren. Dat Donk de hand heeft gehad in de vervolgingen staat voor velen vast.
Vóór de komst van Donk, in 1534 en 1535 werden 288 inwoners van de Zaanstreek om geloofsreden vervolgd, gemarteld en vermoord; waarvan 57 afkomstig uit Wormer. Doopsgezinden doopten alleen wie vrijwillig tot haar kwamen en persoonlijke belijdenis aflegden. De geloofsopvatting was sterk verbonden met de getuigenis, dat Jezus Christus hun Heer en Meester was; dat Zijn woord gezag had en het gedrag van de enkeling en gemeente bepaalde. Zij verwierpen de weelde, die in de oude kerk en spoedig ook in de reformatorische kerken, hoogtij vierde. Zij wezen de verbinding met, en daarmee de afhankelijkheid van, stads- of staatsregeringen af. Voor hen gold de eenvoud en de soberheid, zowel in hun particuliere leven als in dat van hun gemeenten. Daartoe werden de Doopsgezindenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)
Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit. ook gedwongen door de vele vervolgingen, verbrandingen, verdrinkingen en andere martelarijen waaraan zij waren blootgesteld. In Waterland was het aantal Doopsgezinden niettemin groot, het groeide zelfs.
Duidelijk is wel dat Donk door de Hervormden werd gehaat; bij zijn komst werd hij met stenen bekogeld. Men kan hem op z'n minst een omstreden figuur noemen, zeker is dat hij het bijzonder zwaar heeft gehad in de hem vijandige omgeving. Tijdens zijn jaren in Wormer bracht hij de Latijnse Schoolplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLatijnse school
Destijds de gebruikelijke aanduiding voor de in 1793 door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen in Zaandam gestichte Frans-Latijnse school, die voorafging aan de in 1866 opgerichte gemeentelijke Hoogere Burger School HBS, het huidige Zaanlands Lyceum. De Latijnse School was gevestigd in de Molenbuurt aan de Westzijde) ongeveer tegenover de huidige Stationsstraat. Min of meer uitvoerige beschrijvingen zijn te vinden bij tot bloei. De leerlingen kwamen van heinde en verre, in sommige jaren waren zij uit meer dan veertig gemeenten afkomstig. Curieus is dat deze school later nog onder Hervormde leiding is voortgezet.
Een omstreden figuur dus, enerzijds beticht van Mennistenhaat en verdacht van een wrede rol bij de geloofsvervolging, anderzijds door de Katholieken op handen gedragen. Nog in 1958 liet een uitgever een tweedelig boek verschijnen, door Grootebroeker Piet Noordeloos: 'Pastoor Maarten Donk', Utrecht-Brussel, waaruit een bijna overdreven aandoende verering spreekt. In Wormer werd een school, de Maarten Donck-Mavo, naar Duncanus vernoemd. In deze school was een ruimte voorzien waar het Dorpstheater gebruik van maakte. Inmiddels heeft het Dorpstheater in 2007 een stek gevonden in de Kruiskerk die op de nominatie staat gesloopt te worden. Er worden regelmatig voorstellingen gegeven voor de bevolking van Wormer.
Zie: Doopsgezinden, 2. Ontwikkeling in de Zaanstreekplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)
Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit..