Quack, Jan de
Rotterdam, 16 augustus 1769 -
Commissaris van de politie te Zaandam tijdens de Opstand van 1813. In navolging van Jacob Honig Jsz. Jr. zijn de meeste historici nogal lovend over Jan de Quack. Hierbij moet de omstandigheid dat Honig alle gegevens uit Jan de Quack's eigen mond heeft vernomen, in ogenschouw worden genomen. Na de opstand van 1813 moest De Quack de onderzoekers van de opstand alles vertellen wat hij wist. Hij gaf hun daarbij slechts drie namen, van personen die zij al kenden.
Ter verdediging van zichzelf gaf Jan de Quack aan dat hij nog maar een week in Zaandam was gestationeerd. Al hetgeen hij ter verdediging van de beschuldigden aandroeg, werd van tafel geveegd. De beschuldigden Rek, Eydenberg en De Vries vroegen De Quack als hun verdediger in het proces; dit werd echter niet toegestaan. Bij de ophef tijdens de loting voor het Nederlandse leger in 1814 probeerde Jan de Quack de gemoederen tot rust te brengen. Die rust keerde pas weer na de aftocht van maire Göbel. De oproerkraaiers werden door Jan de Quack gearresteerd.
Later speelde Jan de Quack een rol in de Maatschappij van Weldadigheid.