Dit is een oude revisie van het document!
Schoolmeester, de
Papiermolen te Westzaan, bijgenaamd De Gauw- of Gouwdief, eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De Windbrief werd gegeven in juni 1695 maar de molen kwam al in september 1692 in bedrijf. De Schoolmeester staat aan de Watering, langs de oude Guisweg. Van 1957 tot 1964 werd de molen ingrijpend gerestaureerd. De Schoolmeester is, als enige papiermolen ter wereld die op windkracht werkt, nog in bedrijf.
De molen werd gesticht, toen de papierbereiding reeds bloeide. De Zaanstreek kende heel wat van dergelijke molens. Vooral na 1672, toen de Fransen het zuiden van Nederland en Gelderland bezetten zijn vele Brabanders naar de Zaanstreek gevlucht. In Brabant werd destijds al veel wit papier gemaakt, terwijl de Zaansche papiermakerij nog steeds grauw en blauw papier geleverd had. De komst van de Brabanders was een gerede aanleiding om zich veel meer op het vervaardigen van wit papier toe te leggen en zo kreeg de Zaanstreek bloeiende papierbedrijven. Vele papiermolens werden er bijgebouwd, en het oud-Hollandsche geschepte papier heeft zo zijn verdiende naam gekregen.
Het mooiste papier werd verkregen door het verwerken van lompen. De lompen werden, na eerst goed schoon gewassen te zijn, vermengd met water in de maalbak gebracht, een ovale bak waarin in het midden overlangs een schot was geplaatst. In de lange kanalen draait een rad met messen, dat het papier naar een verhoogd gedeelte van de bodem opstuwt, waar eveneens messen zijn aangebracht.
Zo worden de lompen klein gesneden tot nog slechts een papje in de kuip is overgebleven. De stof is in het water weer in vezels opgelost. Dit mengsel gaat naar een kuip, waaruit de schepper, gewapend met de schepbak met gazen bodem, het mengsel opschept en dit op een bepaalde manier schudt, zodat het water van de vezels wordt gescheiden. Daarna wordt de schepbak door de koetser overgenomen, die de natte vezels op een vilten lap overbrengt. Hij vormt zo een heel dik pak: een laagje natte vezels en weer een laag vilt, enz. Dit pak wordt onder een pers gelegd, waardoor het water er zoveel mogelijk wordt uitgeperst. Dit persen wordt enkele malen herhaald en ten slotte worden de zo verkregen vellen papier op drooglijnen gehangen.
Dit oud-Hollandsche papier is, wat kwaliteit betreft, niet te verbeteren, het was alleen lastig, dat er slechts vellen van een bepaalde grootte gemaakt konden worden, terwijl de moderne techniek het papier in grote rollen van honderden meters lengte kan afleveren.