Weedas
Weedas of weedasch is een zekere as-soort, die voornamelijk bij het blauw verven van weefsels werd gebruikt, om in de weedekuip de alkalische stof te leveren die nodig is om de weedekleurstof via een chemische reactie als verfstof werkzaam te maken. Weedas werd ook nog bij andere scheikundige processen gebruikt, o.a. in de zeepziederij, bij het bleken van linnen en in de glasnijverheid.
Potas werd gebrand uit wede. Hoewel de meeste potas werd verkregen door het branden en logen van vooral eikehout, gebruikte men aanvankelijk ook wede, planten van een thans zeer zeldzaam geslacht.
Potas is de oude naam voor kalium-carbonaat, dat aanvankelijk uit hout- of plantenas werd gebrand , geloogd en in zuivere toestand in potten werd bewaard. Potas werd gebruikt door de blekerijenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBlekerij
Tak van nijverheid met als doel een zuiver witte kleur te geven aan van nature grauwe textielsoorten zoals linnen en katoen. Tegenwoordig worden de vezels of garens daarvan met chemische middelen gebleekt, vroeger behandelde men de geweven stoffen, later ook de garens, door ze te spoelen in een mengsel van plantenas en water. Hierna volgde een behandeling met zure melk, vervolgens werd met schoon water gespoeld en tenslotte stelde men het materiaal bloot aan zonlicht. De op deze manier…, vooral die ten behoeve der zeildoekfabricageplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZeildoekweverij
Tak van nijverheid die van de 17e tot in de 20e eeuw vooral voor Krommenie en voor betrokkenen in omliggende dorpen van grote economische betekenis is geweest. Dat wil zeggen dat meer dan 350 jaar achtereen vele honderden, zo niet duizenden bewoners van de noordelijke Zaanstreek bij de zeildoekproductie waren betrokken. In het begin van de 20e eeuw waren nog twee grote weverijen actief. Zij staakten hun productie pas ver na de Tweede Wereldoorlog. De laatste sloot in 1981 de poo….
In 1700 werd in Krommenie zeker potas bereid, in 1702 bezat Eduard Keyser Semeijns aldaar een loogpotasbranderij, die potas maakte door het branden van eikehout. Dit gaf aanleiding tot veel klachten, aangezien hij voor de branders schotse- of smidskolen gebruikte, hetgeen een grote roet-uitstoot veroorzaakte. Met name de blekerijen klaagden. De brand aan de Heiligeweg te Krommenie zou door het branden van potas zijn ontstaan. In Krommenie waren twee asmolens in bedrijf, namelijk 't Evenwicht aan het Kruispad en de Zuidermolen, ook wel 'De Aschmolen op 't Duijnkerken'. Deze asmolens waren rosmolensplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRosmolen
Door een rondgaand paard (of enkele paarden) aangedreven werktuig, primitieve molen. Rosmolens zijn in de middeleeuwen gebruikt voor het handhaven van het polderpeil (vergelijk A. Bicker Caarten, Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland, Wormerveer 1990). Als maalwerktuig zijn ze lang, tot in de 19e eeuw, in gebruik gebleven, ook in de Zaanstreek. Rosmolentjes werden hier bijvoorbeeld toegepast in de, ze werden dus door paarden aangedreven.
Zie: Potasbranderijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPotasbranderij
Potas is de oude naam voor kalium-carbonaat, dat aanvankelijk uit hout - of plantenas werd gebrand , geloogd en in zuivere toestand in potten werd bewaard. Potas werd gebruikt door de blekerijen, vooral die ten behoeve der zeildoekfabricage.
Jacob Honig Jsz. Jr. stelde het ontstaan van de Zaanse potasbranderij na 1680, maar dr. Regtdoorzee Greup-Roldanus, bekend door haar studie over de Haarlemse blekerijen, meende dat al vóór 1650 potas in de Zaanstreek werd gebrand. In 1700 we….