Weedas
Weedas of weedasch is een zekere as-soort, die voornamelijk bij het blauw verven van weefsels werd gebruikt, om in de weedekuip de alkalische stof te leveren die nodig is om de weedekleurstof via een chemische reactie als verfstof werkzaam te maken. Weedas werd ook nog bij andere scheikundige processen gebruikt, o.a. in de zeepziederij, bij het bleken van linnen en in de glasnijverheid.
Potas werd gebrand uit wede. Hoewel de meeste potas werd verkregen door het branden en logen van vooral eikehout, gebruikte men aanvankelijk ook wede, planten van een thans zeer zeldzaam geslacht.
Potas is de oude naam voor kalium-carbonaat, dat aanvankelijk uit hout- of plantenas werd gebrand , geloogd en in zuivere toestand in potten werd bewaard. Potas werd gebruikt door de blekerijen, vooral die ten behoeve der zeildoekfabricage.
In 1700 werd in Krommenie zeker potas bereid, in 1702 bezat Eduard Keyser Semeijns aldaar een loogpotasbranderij, die potas maakte door het branden van eikehout. Dit gaf aanleiding tot veel klachten, aangezien hij voor de branders schotse- of smidskolen gebruikte, hetgeen een grote roet-uitstoot veroorzaakte. Met name de blekerijen klaagden. De brand aan de Heiligeweg te Krommenie zou door het branden van potas zijn ontstaan. In Krommenie waren twee asmolens in bedrijf, namelijk 't Evenwicht aan het Kruispad en de Zuidermolen, ook wel 'De Aschmolen op 't Duijnkerken'. Deze asmolens waren rosmolens, ze werden dus door paarden aangedreven.
Zie: Potasbranderij.