Zaan
Belangrijkste waterloop in de Zaanstreek, waar het gebied zijn naam aan dankt. Naar de meest aangenomen theorie ontstaan als veenstroom, een natuurlijke afwateringsstroom voor de naastgelegen veengebieden, in de loop der eeuwen geëvolueerd tot afwateringskanaal en belangrijke scheepvaartweg voor een groot deel van Noord-Holland. Waterstaatkundig wordt als de Zaan beschouwd: de ruim 10 kilometer lange waterloop tussen de dorpen Oost- en Westknollendam in het noorden en de Damplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDam
Straat te Zaandam die zijn naam ontleent aan de Hogedam in de Zaan, waar Zaandam naar werd vernoemd.
De Dam, die de Zaan van het buitenwater, IJ/Zuiderzee, afsloot, was in het zuiden eeuwenlang de enige landverbinding tussen de oostelijke en de westelijke Zaanstreek. Het is niet bekend wanneer de Dam precies werd opgeworpen. Zeker is dat hij er in 1314 was; vermoed wordt dat hij aan het einde van de 13e eeuw werd aangelegd. De Hogedam was van uitermate groot belang voor de ontginning en h… in Zaandam in het zuiden. Historisch wordt ook de Voorzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVoorzaan
Het deel van de Zaan tussen het Eiland, de Prins Hendrikkade en de sluis te Zaandam, met andere woorden: het deel van de Zaan vóór de Dam. In het verleden maakte ook het huidige Zijkanaal G. deel uit van de Voorzaan, die toen direct in verbinding stond met het IJ en nabij het Ooster- en Wester-, ten zuiden van de Dam tot de vroegere monding in het IJ, tegenwoordig door Zijkanaal G met het Noordzeekanaal verbonden, tot de Zaan gerekend.
Vermeldenswaard is de theorie van mr. Dirk Visplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVis, Mr. Dirk
Nederhorst den Berg 8 juli 1906 - Driebergen 2002
Auteur van een groot aantal belangrijke publicaties over de Zaanstreek op historisch gebied. Mr. Dirk Vis stamt uit een oud Zaans geslacht en bracht zijn jeugd door in Westzaan.
Na een opleiding aan de HBS in Zaandam en een rechtenstudie aan de Gemeente Universiteit in Amsterdam waar hij in 1931 afstudeerde, werkte hij korte tijd als advocaat en procureur, maar in 1933 ging hij als illustrator en kunstschilder werken. inzake het Oer-IJ. Vis concludeerde dat het IJplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigIJ, het
Thans een breed water binnen de stad Amsterdam, met daarmee verbonden een aantal deels gegraven havens, aan de oostkant begrensd door een afdamming met de Oranjesluizen ter hoogte van Schellingwoude, aan de westkant overgaande in het Noordzeekanaal.
Het IJ stond vóór de afdamming tussen 1865 en 1872 in open verbinding met de Zuiderzee en strekte zich uit van Durgerdam tot aan de duinen. Bij Beverwijk was het nog door een strook van slechts 8 km van de Noordzee gescheiden; men sprak te… oorspronkelijk deel uitmaakte van een estuarium waartoe ook de Zaan behoorde1). De aanwezigheid van de Zaan heeft de ontwikkeling van de Zaanstreek belangrijk beïnvloed. Het water speelde een aanzienlijke rol bij de vorming van het Zaanse Landschapplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLandschap
Een landschap is het totaalbeeld van aan het aardoppervlak waarneembare verschijnselen, dat zich als een zelfstandig geheel onderscheidt.
In veel publicaties wordt, afhankelijk van de specialisatie van de auteur, slechts een beperkt aantal van deze verschijnselen behandeld, zoals reliëf, begroeiing, bebouwing, enzovoort. De kenmerken van het landschap zijn onder meer het gevolg van aan en boven het aardoppervlak opgetreden en nog optredende natuurlijke processen, daarnaast werden en…. Toen de Zaanstreek min of meer permanent bewoond ging worden werd het water allereerst belangrijk in de Waterstaatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWaterstaat
Onder het begrip waterstaat wordt verstaan: de toestand van een gebied ten opzichte van het zich binnen dat gebied bevindende water. De waterstaatkundige verzorging of waterhuishouding van de Zaanstreek wordt uitgeoefend door het rijk, de provincie, de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan, de laatste gemeente in geringere mate en voornamelijk op het gebied van het binnen deze gemeente vallende stelsel van rioleringen, en voor het grootste deel door waterschappen. Deze waterscha…. Om de invloed weer te geven die de Zaan had op de ontwikkeling van de Zaanse economie wordt zij wel de levensader van de Zaanstreek genoemd. Voorts had de rivier betekenis voor het sociale en culturele leven in de Zaanstreek.
Ontstaan
De eerste geschiedschrijver die zich in de 17e eeuw bezighield met het ontstaan van de Zaan was Hendrik Soeteboomplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSoeteboom, Hendrick Jacobsz.
Oost-Zaandam, 1616 - Zaandam 1678
ook wel: Soet, Zoet, of Zoeteboom
Hendrick Jacobsz. Soeteboom, eerste Zaanse geschiedschrijver; boekverkoper en uitgever. Naar Soeteboom is meermalen onderzoek gedaan, onder anderen door. Hij zag de Zaan, en werd daarin nadien door velen gevolgd, als een oorspronkelijke aftakking van de Rijn bij Leiderdorp, die bij de onderbreking van de duinenrij bij Petten in de zee zou zijn gestroomd. Als bewijs voor zijn Rijntak-theorie verwees hij naar de naam Zanegeest voor een gehucht of buurtschap in de nabijheid van Bergen.
De naam van de Zaan is nooit met zekerheid verklaard. Zaan zou een verbastering zijn van zand, een ter plaatse veel gegeten roomgerecht, een oud-Hollands woord met de betekenis vlug, op z'n Engels: soon, of een oud-Friese naam voor een waterverbinding tussen twee meren. Geen van deze theorieën is met zekerheid te verwerpen, noch aan te nemen. De laatste sluit echter aan bij de meer moderne ideeën over het ontstaan van de Zaan, die Soeteboomplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSoeteboom, Hendrick Jacobsz.
Oost-Zaandam, 1616 - Zaandam 1678
ook wel: Soet, Zoet, of Zoeteboom
Hendrick Jacobsz. Soeteboom, eerste Zaanse geschiedschrijver; boekverkoper en uitgever. Naar Soeteboom is meermalen onderzoek gedaan, onder anderen door's Rijntak-theorie naar de achtergrond hebben geschoven.
Volgens de huidige geologische inzichten ontstond de Zaan als een veenstroom, die het overtollige regenwater uit de Zaanstreek afvoerde. Rond het begin van onze jaartelling was de Zaanstreek een uitgestrekt hoogveengebied, aan de zuidzijde begrensd door het IJ en aan de noordzijde door de Schermer. Tussen IJ en Schermer, die beide in open verbinding met de zee stonden, vormde de Zaan een waterverbinding. De eb- en vloedwerking hield de geul op diepte.
Waterstaat
De vroege bewoners van de Zaanstreek ontgonnen zowel aan de oost- als aan de westzijde van de Zaan het hoogveen, voornamelijk door het te ontwateren. Een direct gevolg hiervan was dat door klink en oxydatie van het veen het maaiveld, de bovenkant van het veen, steeds lager kwam te liggen. Aangezien de zeespiegel tegelijkertijd rees, werd het noodzakelijk de landerijen met behulp van een dijk tegen overstroming door het zeewater te beschermen.
De dijkenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDijken
Waterwerken, aangelegd om het achterliggende land tegen overstroming te vrijwaren. Zonder duinen en dijken is bewoning van grote delen van West-Nederland, waaronder de Zaanstreek, onmogelijk. De Zaanstreek ligt tussen 0,5 meter en 4,5 meter beneden Nieuw Amsterdams Peil (NAP) en zou zonder dijken geheel onder water staan. langs de Zaan, oorspronkelijk lage zomerkaden, werden waarschijnlijk in de 11e eeuw aangelegd, als onderdeel van de omdijking van het gebied rond Westzaan, Krommenie en Assendelft aan de westzijde, en van Oostzaan en Waterland aan de oostzijde van de Zaan. Van de tweemaal daags optredende lage eb-waterstand werd geprofiteerd door via kleine sluizen het overtollige water van de polders op de Zaan uit te slaan. De steeds doorgaande zeespiegelrijzing maakte het noodzakelijk de kaden regelmatig op te hogen. Aangezien dit een moeilijke en kostbare aangelegenheid was, zocht men naar een methode om de lengte van de zeewater-kerende dijken te verminderen.
Het uiteindelijke resultaat hiervan was dat de Zaan van het buitenwater werd afgesloten door twee dammen, de Noord- of Knollendamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKnollendam
Voormalige dam aan de noordkant van de Zaan, die voorkwam dat vloedwater uit de Schermer vanuit het noorden de Zaan instroomde. De dorpen Oost- en West-Knollendam zijn naar deze Dam genoemd.
Het is niet precies bekend wanneer de Knollendam werd aangelegd. Zeker is dat dit in de 14e eeuw gebeurde, volgens in het noorden en de Voorzaan, Zaan of Hogedamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDam
Straat te Zaandam die zijn naam ontleent aan de Hogedam in de Zaan, waar Zaandam naar werd vernoemd.
De Dam, die de Zaan van het buitenwater, IJ/Zuiderzee, afsloot, was in het zuiden eeuwenlang de enige landverbinding tussen de oostelijke en de westelijke Zaanstreek. Het is niet bekend wanneer de Dam precies werd opgeworpen. Zeker is dat hij er in 1314 was; vermoed wordt dat hij aan het einde van de 13e eeuw werd aangelegd. De Hogedam was van uitermate groot belang voor de ontginning en h… in het zuiden. Sommige historici maken melding van de Wormerdamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWormerdam
Veronderstelde dam in of bij de Zaan; de historici nemen het bestaan van deze dam vrijwel algemeen aan, maar strijden over de plaats waar deze gelegen heeft. De theorieën over de Wormerdam zijn terug te voeren op een oorkonde uit 1394 van Hertog Aelbrecht van Beieren, die onder meer graaf van Holland en Zeeland was. ln deze oorkonde wordt verwezen naar een oudere oorkonde uit 1361 van ridder Wouter van Heemskerk en de baljuw van Kennemerland en Friesland, Harmen van den Bossche (die … als voorganger van deze twee dammen. Deze dam wordt hier echter, omdat er geen zekerheden over bestaan, buiten beschouwing gelaten.
De afsluiting van de Zaan door twee dammen, de Hogedam, die aan het einde van de 13e eeuw werd aangelegd wordt beschouwd als de eerste dam in het Waterlandse gebied, verhoogde in eerste instantie de veiligheid, maar had daarnaast ook andere gevolgen. Door het wegvallen van de getijdestroming werd de Zaan niet langer natuurlijk op diepte gehouden. Het dichtslibben van de Zaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaggerwerken
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog was de Zaan ter hoogte van Zaandijk zo ondiep dat de modderbanken op een enkele plek zelfs boven water uitstaken. Over het jaar 1910 werd gemeld
'Op een warme zomerdag kon het gebeuren dat de mensen zich de ogen uitkeken toen daar midden in de Zaan op de modderbank twee jongens zich behaaglijk hadden geïnstalleerd en daar, als gold het de gewoonste zaak van de wereld, thee dronken. is tot op heden een probleem gebleven.
Bovendien werd de Zaanstreek toen de Zaan was afgedamd waterstaatkundig een autonoom gebied, hetgeen het tot in de 16e eeuw zou blijven. Om de waterstand op de Zaan te regelen werden in beide dammen uitwateringssluizenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSluizen
Bouwwerken tussen twee wateroppervlaktes met een verschillend peil. Sluizen werden aangelegd met het doel water in te laten of uit te slaan (in- of uitlaatsluis, spuisluis, duikersluis), of schepen door te laten (schutsluis). In de Zaanstreek waren tientallen sluizen, waarvan sommige essentieel waren voor de ontwikkeling van de dorpen. Naarmate het waterverkeer minder belangrijk werd en gemalen de waterhuishouding eenvoudiger regelden, nam het aantal sluizen in de streek af. gebouwd, die in de loop der jaren een aantal malen werden vernieuwd en aangepast, waarbij zij ook geschikt werden gemaakt voor het schutten van de, nog kleine binnenvaartschepen, als eerste de Wormer Sluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKleine Sluis (Wormersluis)
Voormalige sluis in de Dam in Zaandam, die in 1901 is gesloopt in verband met de bouw van de Wilhelminasluis.
De Kleine Sluis werd gebouwd door de bannen van Wormer, Jisp, Nek en Oostsanen. Het is niet bekend in welk jaar. Aangenomen mag worden dat de houten sluis reeds in de 15e eeuw aanwezig was. De sluis werd vooral gebruikt om water uit te laten, maar kon ook als schutsluis worden gebruikt. in de Hogedam. De periode van waterstaatkundige zelfstandigheid van de Zaanstreek duurde voort tot 1544.
Schermerboezem
In dat jaar werd door Karel V het Hoogheemraadschapplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoogheemraadschappen
Zelfstandige lichamen, opgericht door Provinciale Staten en belast met de waterstaatszorg in een uitgebreid en welomschreven gebied. Ze worden bestuurd door een dijkgraaf en hoogheemraden benevens hoofdingelanden, een college, vergelijkbaar met dat van de burgemeester, wethouders en raadsleden die tezamen een gemeente besturen. (Zie van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland opgericht, welke instantie tot taak had er voor te zorgen dat de binnenwateren van Noord-Holland afgesloten werden van de zee, waardoor de Schermerboezem zou ontstaan. In verband daarmee werd bepaald dat de deuren van de sluis in de Knollendam, die er voor zorgden dat er geen water vanuit het noorden de Zaan op kon stromen, verwijderd moesten worden, opdat de Zaan als afwateringskanaal van de Schermerboezem dienst zou kunnen doen.
Begrijpelijkerwijs was de bevolking van de Zaanstreek niet erg gelukkig met deze maatregelen, omdat zij daarmee ten gunste van het Hoogheemraadschap een groot gedeelte van de zeggenschap over de Zaan verloor. Eeuwenlang is verschil van mening blijven bestaan tussen het bestuur van het Hoogheemraadschap en de besturen van de dorpen langs de Zaan over de vraag wie toestemming mocht geven voor het dempen van stukken Zaan, het bouwen van steigers of het maken van balkenhavensplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBalkenhaven
Haven bij houtzaagmolen of houtzagerij waar ongezaagd hout werd bewaard. Ook: de eigennaam van het deel van de Nieuwe Haven te Zaandam dat voor dit doel was ingericht. In het verleden wemelde het in de Zaanstreek van de balkenhavens; iedere houtzaagmolen (en later machinale houtzagerij) stond aan het water en bezat minstens een haven(tje). Zeer bekend was de balkenhaven ten westen van het eiland in de. De Zaandorpen stelden zich op het standpunt dat dat om economische redenen zo min mogelijk verhinderd moest worden. Het bestuur van het Hoogheemraadschap was hier fel tegen omdat het maken van dergelijke werken de afvoer van het boezemwater kon belemmeren.
Diverse malen is over deze zaak tussen de beide partijen gecorrespondeerd totdat uiteindelijk, op 2 juni 1831, door het provinciaal bestuur een uitspraak gedaan werd. Bevestigd werd dat het Hoogheemraadschap gerechtigd was het maken van werken in de Zaan te verbieden, waarbij de kanttekening werd geplaatst dat bestaande werken niet zonder het toekennen van een schadevergoeding verwijderd mochten worden.
Praktisch gevolg van de opname van de Zaan in de Schermerboezem was het optreden van hogere waterstanden op de Zaan. In de eerste helft van de 17e eeuw verslechterde dit toen de grote meren van Noord-Holland werden drooggemaakt: het afwaterende land werd vergroot en het boezemwater verkleind. De lage kaden langs de Zaan waren maar ternauwernood in staat het hoge water te keren, met een overstroming moest terdege rekening worden gehouden. Dit leidde tot een aantal omdijkingen o.a. van de Kalverpolderplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKalverpolder
Middeleeuwse polder in Zaandam, aan de oostkant van de Zaan en begrensd door de Enge Wormer, Wijde Wormer, Braaksloot,'t Kalf en de Poel.
De polder, waarin Haaldersbroek en de na de Tweede Wereldoorlog aangelegde Zaanse Schans zijn gelegen, heet officieel Halerbroek of Kalverpolder. Het ongeveer 200 hectare omvattende gebied is tot de jaren dertig van de 20e eeuw tamelijk geïsoleerd gebleven. Pas toen in 1936 de. De Binnenzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBinnenzaan
Soms nog gebruikte benaming voor de Zaan benoorden de sluizen te Zaandam, herinnerend aan de tijd dat IJ en Voorzaan nog een open verbinding met de Zuiderzee vormden; de naam duidde zo de tegenstelling met het buitenwater aan. Meer algemeen was en is de aanduiding kreeg in deze periode haar huidige loop en gedaante.
De besturen van de Zaandorpen zijn in verband met de hogere waterstand altijd de grootste voorvechters voor het instellen van een maalstop voor de Schermerboezem geweest, waar men echter tot het begin van de 19e eeuw op heeft moeten wachten. De functie van de Zaan als afvoerkanaal van de Schermerboezem, en daarmee de zorg voor de instandhouding van het water, is in 1966 belangrijk uitgebreid, toen te Zaandam een groot boezemgemaal met een capaciteit van 2 miljoen kubieke meter water per etmaal, is gebouwd; het Zaangemaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaangemaal
Het Zaangemaal voorkomt de penetrante stank die de Zaan sinds de industriële revolutie teisterde. Het Zaangemaal, geopend in 1966, markant gelegen tussen de vroegere Grote- of Hondsbossche Sluis en de Wilhelminasluis in Zaandam, in opdracht van het Hoogheemraadschap Uitwaterende Sluizen in de jaren zestig van de 20e eeuw, naar ontwerp van TAUW en architect H. Postel, gebouwd. Het waterschap heeft het gemaal met een bovenliggende kantoorverdieping uitgerust, waar de Havendienst is onde….
Economie
De Zaan is één van de belangrijke factoren geweest die de grote bloeiperiode van de Zaanse economie, die zich eind 16e, begin 17e eeuw inzette, mogelijk hebben gemaakt. Maar ook voordien had de rivier al een wezenlijke economische functie. In de late Middeleeuwen boden de Zaan en de omliggende meren een gunstige gelegenheid voor de Visserijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVisserij
De vangst van vissen en andere in het water levende organismen. Onderscheiden worden zeevisserij, binnenvisserij en sportvisserij. Voor sportvisserij zie Hengelsport.
Historisch is de visserij onder te verdelen in: Haringvisserij, kustvisserij, zoetwatervisserij, zoutwatervisserij en. De visvangst leidde tot Scheepvaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigScheepvaart
Zie: Rederij, Oostzeevaart, Beurtvaart binnenvaart/binnenvaart, Beschuitvaart en Arbeidsplaatsen en bedrijfsgrootte en bedrijfsgrootte.. De schippers van Wormer en Jisp, welke dorpen reeds vroeg enige welvaart kenden, voeren in de 14e en 15e eeuw via de Zaan, de Voorzaan en het IJ met hun waren naar Amsterdam. Het was geen toeval dat de eerste schutsluis in de Hogedam, de Wormer Sluis, werd bekostigd door de dorpen Wormer, Jisp en Neck, die er het meeste belang bij hadden.
In de Spaanse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSpaanse tijd
Lokale aanduiding voor de jaren 1572 tot en met 1576, de tijd waarin de Zaanstreek gedeeltelijk door troepen in Spaanse dienst bezet was. Feitelijk is het een foutieve naamgeving van de eerste jaren van de opstand in de Nederlanden tegen de toenmalige vorst, had de rivier een belangrijke strategisch/economische betekenis. De roofeconomie van de vrijbuiters was zonder de aanwezigheid van de Zaan en het waterrijke veld niet mogelijk geweest. Het is mede daarom dat Sonoyplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSonoy, Diederik van
(Kalkar 1529 - Pieterburen 2 juni 1597)
Jonkheer Diederik van Sonoy, Staats krijgsman in de Spaanse tijd, is als gouverneur over Noord Holland regent van de Zaanstreek. De edelman uit Cleef veroverde posities in geheel Noord-Holland boven het IJ. Tot 1588 trad hij op als regent van de Zaanstreek. Dit gebied was voor hem belangrijk, vooral doordat het nabij het Spaansgezinde Amsterdam lag. De veelal ongeregelde troepen onder zijn bewind, verdedigden de streek met wisselend … zich grote inspanningen getroostte om de Kalverschansplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanse Schans
Sinds de jaren vijftig van de 20e eeuw ontwikkeld buurtje met woningen en andere gebouwen, vrij toegankelijk en ontworpen om de ooit in de Zaanstreek ontstane bouwstijl en -trant voor de toekomst te behouden. De Zaanse Schans ontwikkelde zich aanvankelijk onbedoeld tot mondiaal bekende toeristische bestemming met jaarlijks bijna twee miljoen bezoekers in 2016. Het buurtje verrees in een hoek van de Kalverpolder, begrensd door Kalverringdijk en Leeghwaterweg. Het terrein heeft een … te behouden. Het bezit van de schansplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSchans
Open of gesloten verdedigingswerk in het veld. Schansen kwamen in heel Europa voor. Bij oorlogsvoering in vooral dunbevolkte gebieden konden zij van groot strategisch belang zijn. In de Zaanstreek, het drassige Zaanse polderland leende zich uitstekend voor verdediging met schansen, waren schansen vooral van belang in de betekende de controle van de Zaan, de basis van de economische oorlogsvoering. Na het verdrijven van de Spanjaarden zette de grote ontwikkeling van de Zaanse economie zich in. De Zaan vervulde daarbij letterlijk de functie van levensader.
Ontstaan, ontwikkeling en het bestaan van de Zaanse molenindustrieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolenindustrie
Productieve technische bedrijvigheid, uitgevoerd met molens. De Zaanstreek wordt met recht het oudste industriegebied ter wereld genoemd. Vanaf omstreeks 1600 ontwikkelde zich hier een opeenhoping van industriële bedrijvigheid van een tot dan ongekende veelzijdigheid en omvang. Tussen 1575 en 1875 zijn rond de Zaan ongeveer duizend molens gebouwd. Nu, zo'n honderd jaar later, zijn daarvan, naast een drietal polder-watermolens, slechts een dertiental industrie windmolens over. waren nauw afhankelijk van twee geografische factoren. Het vlakke open land en het gunstige waterverkeersnet, de Zaan en het slotenstelsel in het veld. Een van de belangrijkste vestigingsfactoren voor het merendeel van de 17e- en 18e-eeuwse industrieën was de gunstige ligging aan een belangrijke waterweg, in verband met de aanvoer van de grondstoffen en de afvoer van de eindproducten.
Honderden molens stonden aan de Zaan, honderden in het veld, altijd aan een met de Zaan verbonden sloot. Niet alleen in vestigingsopzicht, maar ook historisch is de molennijverheid met de Zaan verbonden. De komst van de eerste houtzaagmolenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoutzagerij
Het zagen van hout in Houtzaagmolens en later in stoomhoutzagerijen. De Zaanse familiebedrijven in het houtvak hielden zich zowel met de handelskant als met de zagerij bezig; de ontwikkeling van de Zaanse houtzagerij is daardoor niet los te zien van de Zaanse het Juffertjeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJuffertje, het
Eerst gebouwde houtzaagmolen, in 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinding van de houtzaagmolen. door Cornelis van Uytgeest, dateert uit 1592. Volgens mededelingen van H. Soeteboom, Hendrick Jacobsz. werd de molen, die men om zijn vorm het Juffertje noemde, in de voorzomer van 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinder van de molen had het octrooi op zijn uitvinding, dat hij van de Staten had gekregen, verkocht aan de Zaandammer naar Oostzaandam wordt algemeen beschouwd als eerste belangrijke stoot tot de ontwikkeling van de Zaanse economie. Volgens de overlevering werd de molen over de Zaan van Uitgeest naar Zaandam vervoerd.
Walvisvaart
Ook andere economische sectoren hadden binding met de Zaan. De Oostzeehandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzeehandel
Zie: Oostzeevaart en Arbeidsplaatsen en bedrijfsgrootte. concentreerde zich vooral in de dorpen die direct met de Zuiderzee waren verbonden, aanvankelijk in Oostzaan en Westzaan, later in Zaandam rond de Voorzaan. Tussen 1581 en 1700 voeren bijna 5000 Zaanse schepen in oostelijke richting de Sont door. Ook de walvisvaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWalvisvaart
Vorm van scheepvaart, toegespitst op de vangst en verwerking van walvissen. De Nederlandse walvisvaart kende een bloeiperiode van 1614 tot 1770. Aanvankelijk was het monopolie in handen van de Noordse Compagnie. Na beëindiging van het aan hen verleende octrooi in 1642 konden andere reders, waaronder Zaanse, zich gaan ontwikkelen. Door toenemende concurrentie werden grotere gebieden geëxploiteerd en ontstonden mede daardoor nieuwe technieken, zoals ijsvisserij. In de Zaanstreek kwam … concentreerde zich rond de Voorzaan. Tussen 1700 en 1800 vertrok niet minder dan 4004 maal een walvisvaarder naar noordelijke wateren.
De Zaanse beurtvaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBeurtvaart binnenvaart
Het vervoer te water is duizenden jaren afhankelijk geweest van óf menselijke of dierlijke spierkracht óf van de wind als krachtbron. Het kon alleen plaats hebben met geroeide of gezeilde vaartuigen, dan wel met voortgeboomde of met een jaaglijn getrokken scheepjes. Zeker in de waterrijke Zaanstreek waren de bewoners vrijwel geheel op het vervoer te water aangewezen, hetzelfde gold voor de aan- en afvoer van de bedrijven, die dan ook aan vaarwater waren gesitueerd. De Zaa… en ventjagerijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVentjagerij
Schippersbedrijf, waarbij de schipper voor eigen risico producten kocht, deze naar elders vervoerde en daar verkocht ('uitventte´), om vervolgens andere producten in te schepen en deze naar de Zaanstreek te vervoeren. Statistische gegevens ontbreken. Algemeen wordt aangenomen dat de ventjagerij vooral belangrijk is geweest in samenhang met de beschuitbakkerij in Wormer en Jisp. Zie ook:, die in het industrie- en handelsgebied een enorme omvang aannamen, waren grotendeels op Amsterdam, met zijn belangrijke stapelmarkt, gericht. Vanuit alle Zaanse dorpen voeren schepen op de hoofdstad. Door het zo omvangrijke beurtvaartverkeer werd zowel de Binnen- als Voorzaan in de 17e en 18e eeuw zeer druk bevaren. Het overzeese beurtvaartverkeer concentreerde zich grotendeels in Zaandam.
Bijzonder belangrijk was de aanwezigheid van de Zaan voor de Zaanse Scheepsbouwplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigScheepsbouw
Nijverheid, het produceren en/of repareren van vaartuigen. Dit kunnen houten, metalen, betonnen en/of kunststof schepen zijn, zowel voor de binnen- als voor zeevaart. De bouw van bijvoorbeeld booreilanden wordt ook tot de scheepsbouw gerekend; deze sector is echter nooit in de Zaanstreek bedreven., die vooral in Zaandam was gevestigd. Oorspronkelijk zetelde deze vooral aan de Binnenzaan, maar toen de zeeschepen steeds groter werden, te groot voor de sluis in de Hogedam, verplaatste deze zich naar de Voorzaan, nadat aanvankelijk de aan de Binnenzaan gebouwde zeeschepen over een Overtoomplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOvertoom
Een verlaagd en van glooiingen voorzien dijkgedeelte waarover schepen werden gehaald cq gewonden. In de Zaanstreek zijn verschillende overtomen geweest, waarvan die te Zaandam verreweg het belangrijkst was. Oost- en Westzaandam hadden hun welvaart in de 17e eeuw mede te danken aan omvangrijke, aangelegd in 1608, gesloopt in 1718, over de Zaandam werden 'gewonden'.
Het precieze aantal werven dat aan de Zaan was gevestigd is niet bekend, schattingen variëren van 25 tot 60. De economische bedrijvigheid van de 17e en 18e eeuw concentreerde zich ten zuiden van de Hogedam. Het centrum was de havenkom achter de Hogendijk, het Dam- of Timmerrak. Een natuurlijke voortzetting van de havenkom werd gevormd door het Kerkerakplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKerkerak
Voormalige naam voor de Oude Haven in de Zaan in Zaandam.
Het kerkerak lag tussen de Hem en het latere Eiland. Naar verluidt herinnerde de naam aan de aldaar staande kerk van het verwoeste dorp Oud-Zaanden (1155). Een andere aanwijzing dat deze kerk hier heeft gestaan is dat vissers klaagden dat hun netten stuk gingen door de grafzerken op de bodem van dit gedeelte van de Zaan., terwijl het zuidelijke deel van de Voorzaan, beschermd door de landtong De Hemplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHem, de
Zie: Hemlanden, de schepen een veilige rede om te ankeren bood. Het meest zuidelijke deel van de Voorzaan was de Holleslootplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHollesloot
Open rede van Zaandam, vroegere geul in het IJ tussen de Hem en het eiland De Hoorn. Zie: Haven en Economische geschiedenis 2.8.1..
Het enige onderhoudswerk dat men regelmatig in de Zaandammer haven uitvoerde was het uitbaggerenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaggerwerken
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog was de Zaan ter hoogte van Zaandijk zo ondiep dat de modderbanken op een enkele plek zelfs boven water uitstaken. Over het jaar 1910 werd gemeld
'Op een warme zomerdag kon het gebeuren dat de mensen zich de ogen uitkeken toen daar midden in de Zaan op de modderbank twee jongens zich behaaglijk hadden geïnstalleerd en daar, als gold het de gewoonste zaak van de wereld, thee dronken.. Door verschillende oorzaken gingen aan het eind van de 18e eeuw de Zaanse handel en nijverheid grotendeels verloren, ofschoon de economisch-geografische factoren, zoals de aanwezigheid van de Zaan, bleven bestaan. 'Een aanwijzing dus, dat de economisch-geografische factoren niet als oorzaken van de 17e- en 18e-eeuwse Zaanse economische bloei kunnen worden beschouwd, maar slechts als voorwaarden, als basis moeten worden aangemerkt.' aldus Aris van Braamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBraam, Prof. dr. Aris van
Zaandam, 1 juni 1923 - Wormerveer, 8 mei 2002
Prof. dr. Aris van Braam, wetenschapper, en één van de belangrijkste naoorlogse publicisten over de Zaanstreek. Aris van Braam haalde in 1946 zijn doctoraal Sociografie, daarna volgde zijn benoeming tot eerste hoofd van het Sociografisch Bureau van Zaandam.. De afsluiting van de Zaan door de dammen, en dan met name door de Hogedam in de Voorzaan, heeft er voor gezorgd dat tot het begin van de 20e eeuw de rivier slechts voor relatief kleine schepen bevaarbaar was.
Wormer Sluis
Reeds vroeg werd er in de Hogedam een schutsluis gebouwd met de naam de Wormer Sluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWormer Sluis
Voormalig sluisje in de Dam te Zaandam, ook wel Kleine Sluis genoemd. De Wormer Sluis was de eerste sluis in de Dam, waarschijnlijk aangelegd begin 15e eeuw, en was aangelegd op kosten van de bannen van Wormer en Jisp. Deze hadden belang bij ongehinderde doorvaart en daarenboven bij goede afwatering. De sluis had het karakter van een duikersluis; hij was overkapt en te klein om schepen van enig formaat te kunnen schutten.. In 1547 werd de eerste stenen schutsluis gebouwd, voornamelijk om de aanvoer van stenen en hout voor het onderhoud van de Hondsbossche Zeewering bij Petten te vergemakkelijken. De zeewering was enkele decennia eerder tot stand gekomen. Deze Hondsbossche sluis werd in 1722 vervangen door de Grote Sluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGrote Sluis
Schutsluis in de Dam te Zaandam, westelijk van de Wilhelminasluis, ook wel Hondsbossche sluis genoemd. De aanduiding Grote Sluis geeft meermalen aanleiding tot verwarring, doordat men de Wilhelminasluis, die inderdaad groter is, dikwijls ten onrechte zo noemt. De eerste sluis in de Dam die de naam Grote Sluis kreeg werd reeds in 1544 gebouwd. Dat gebeurde op initiatief van het Hoogheemraadschap de Hondsbossche en Duinen tot Petten, dat verzekerd wilde zijn van geregelde aanvoer van …, nog aanwezig ten westen van de Wilhelminasluis, met een lengte van 27,4 meter, een breedte van 5 meter en een diepte van 2,2 meter.
Behalve de geringe afmetingen van de Grote Sluis, was ook de vaste brug eroverheen een belemmering voor veel schepen. Niet alleen de dam, maar ook het dichtslibben van de Voorzaan en tegelijkertijd het groter worden van de schepen, maakte de Zaanstreek vooral vanaf het einde van de 18e eeuw alleen voor kleinere schepen bereikbaar. Reeds in 1797 maakte de vooraanstaande Zaanse koopman Adriaan Roggeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRogge, Adriaan Jansz
Zaandam, 3 mei 1732 - Zaandam, 22 juli 1816
Vooraanstaand koopman te Zaandam, touwslager, papiermaker, zeehandelaar. Zie ook: geslacht Rogge.
Adriaan Rogge, de oudste zoon van Jan Lijnstz Rogge en Engeltje Adr.d. van Wimmenum, werd in 1759 directeur van de zich sterk voor werkzaamheden, die de Zaanstreek weer beter per schip bereikbaar moesten maken. Hij pleitte voor de bouw van een ophaalbrug over de Grote Sluis, en een uitdieping van de Zaan. Aan het begin van de 19e eeuw was het de Zaandamse predikant Blaupot ten Cateplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBlaupot ten Cate, Steven
(Noordbroek 29 januari 1807 - Hoogezand 9 september 1884) Steven Blaupot ten Cate, bron: Beeldbank UvA Steven Blaupot ten Cate, liberaal politicus en doopsgezind predikant. In 1839 werd hij beroepen bij de Doopsgezinde gemeente aan de Oostzijde. In 1848 verhuisde hij omwille van familie-omstandigheden en gezondheidsredenen en werd beroepen in Hoogezand. die soortgelijke plannen opperde. Hun acties hadden echter weinig succes.
Tussen 1818 en 1824 werd het Groot Noordhollands Kanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordhollands Kanaal
Buiten de Zaanstreek gelegen, in 1824 voltooid, kanaal dat Amsterdam via Purmerend met Den Helder verbindt en een lengte van 78.5 kilometer heeft. Bij de aanleg, bedoeld om de hoofdstad een vaarweg naar de Noordzee te geven toen de toegang tot het IJ steeds meer was verzand, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande waterwegen. gegraven dat het door de zandplaat Pampus slecht bereikbaar geworden Amsterdam, een goede verbinding met de Noordzee gaf. Aanvankelijk was de bedoeling van de opstellers van het Kanaalplan dat de Zaan een onderdeel van deze waterverbinding van Amsterdam met Nieuwediep werd, omdat dat voor de Zaanse industrie een gemakkelijker aanvoer van grondstoffen en afvoer van eindproducten zou betekenen.
Om twee redenen is het echter niet zover gekomen. In de eerste plaats vormden de onregelmatige en bebouwde Zaanoevers een probleem. Het zou bij windstil weer onmogelijk zijn de schepen langs jaagpaden voort te trekken. Mogelijk was ook de afwijzende houding van de Zaanse bestuurders van invloed. Gevreesd werd dat de voortdurende aanwezigheid van vreemd scheepsvolk een gevaar zou opleveren voor het zedelijk welzijn van de Zaanse jeugd.
Kogerpolderkanaal
Een particulier initiatief van Wormerveerse zakenlieden zorgde er voor dat het noorden van de Zaanstreek toch nog gunstig effect van het Noordhollands Kanaal ondervond. Zij verenigden zich in de Kanaal- en Zaanverbindingsmaatschappijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKanaal en Zaanverbinding Maatschappij
Onderneming van vooral Wormerveerse fabrikanten, die zich in 1849 gingen inzetten voor de verlenging van de Markervaart in noordelijke richting, zodat een verbinding tot stand zou komen tussen de Zaan en het Noordhollands Kanaal., die er voor zorgde dat in 1849 het nieuw gegraven Kogerpolderkanaal het Noordhollands Kanaal met de Zaan verbond. In 1850 losten via dit kanaal reeds 34 schepen in totaal 4061 ton, in 1858 124 schepen 17.636 ton. Verbeterde de bereikbaarheid over water van het noorden van de Zaanstreek aanzienlijk door het Kogerpolderkanaal, voor het zuiden had het dralende beleid van de gemeentebesturen dramatische gevolgen.
In 1853 stelde de Kamer van Koophandelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKamer van Koophandel en fabrieken voor de Zaanstreek
Prins Bernhardbrug Door de wet ingesteld orgaan ter behartiging van de economische belangen van industrie, ambacht en dienstverlening. Aanvankelijke benaming Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanland: op verzoek van de Kamer op l juli 1988 tot huidige naam gewijzigd. een brief op aan de Zaanse gemeenteraden waarin werd gewezen op de noodzaak van het uitdiepen van de Zaan en het bouwen van een zeesluis, kosten fl. 500.000. De gemeenteraden benoemden een commissie uit hun midden, maar handelden verder niet. In 1875 beschreef een door de Kamer van Koophandel benoemde commissie de toestand van de Binnenzaan. In de conclusie van het rapport werd gesteld dat in het belang van handel en nijverheid onverwijld de nodige stappen moeten worden ondernomen om tot algehele verbetering van het vaarwater te komen, teneinde daardoor de Zaanse handel voor algehele ondergang te bewaren.
De toestand op de Voorzaan, het havengebied van de Zaanstreek, was weinig beter. In 1862 werden er nog 271 schepen ingeklaard, in 1880 was dat aantal gedaald tot 12. Inmiddels had in 1876 de feestelijke opening van het Noordzeekanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordzeekanaal
Kanaal dat Amsterdam sinds 1876 met de Noordzee verbindt. Daartoe werd de duinenkust doorgraven bij Velsen en het vervolgens ontstane IJmuiden. Een sluizencomplex en twee zich ruim 1500 meter in zee uitstrekkende pieren werden tevens aangelegd. Het kanaal, grotendeels met de hand gegraven waar 'Holland op z'n smalst' is, vormt een ruim 26,5 km lange verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer en is van grote betekenis, niet alleen voor Amsterdam als havenstad, maar ook voor de Zaans… plaatsgevonden. Een gunstig effect hiervan voor de Zaanstreek liet echter op zich wachten, omdat Rijk, provincie en gemeente Zaandam in een conflict verzeild raakten over het eigendom van de Zaan.
Wel werd in 1879 Zijkanaal Gplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZijkanalen
Zijkanalen van het Noordzeekanaal, die de Zaanstreek op verschillende plaatsen met dat water verbinden. De meeste zijkanalen kwamen eerst gereed na volhardende actie vanuit de Zaanstreek.
Voor de Zaanstreek van belang zijn:
* Zijkanaal D is een waterweg in de gemeente Zaanstad. Het kanaal vormt de verbinding tussen de Nauernasche Vaart in gegraven, maar aansluiting op de Voorzaan bleef uit. De Kamer van Koophandel schreef in 1881 in een brief aan de Tweede Kamer: 'De gehele Zaanstreek ziet verlangend uit naar een betere verbinding met het Noordzeekanaal. Iedere dag vertraging doet haar onberekenbare schade.' Zonder dat het geschil over het eigendom van de Zaan werd opgelost, nadien heeft het Rijk echter Zaanwater met ondergrond van de gemeente Zaandam gekocht, kwamen er toch subsidies van Rijk en provincie en kon in 1883 een begin worden gemaakt met de verbetering van de haven van Zaandam. In 1885 werden de werken, verdieping van Zijkanaal G en de haven en het graven van een verbindingskanaal tussen Zijkanaal G en de Zaansluizen, voltooid. Het aantal bezoekende schepen nam daarna snel toe, tot reeds 202 in 1888. Zie voorts: Havensplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHaven
Waterstaatkundig werk met economische functie, natuurlijk ontstaan en aangepast, of gegraven. In een haven kunnen schepen afmeren om geladen of gelost te worden. Voor de Zaanstreek had vanaf de 17e eeuw het gebied rond de Voorzaan de belangrijkste havenfunctie. Voor de economische ontwikkeling van de Zaanstreek was de natuurlijke haven in dit gebied van grote betekenis, terwijl het dichtslibben ervan de economie negatief beïnvloedde..
Bereikbaarheid problematisch
De bereikbaarheid en bevaarbaarheid van de Binnenzaan bleven problematisch. Na het voltooien van de verbetering van de situatie ten zuiden van de Dam begonnen de gezamenlijke Zaangemeenten onderhandelingen over de verbetering of vernieuwing van het sluizencomplex in de Dam. Het zou tot 1901 duren voor met de bouw van de Wilhelminasluisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWilhelminasluis
Op 24 oktober 1903 geopende, belangrijkste doorsluizing van de Dam te Zaandam.
Vóór de aanleg, die in 1901 een aanvang nam, omvatte het Zaandamse sluizencomplex de Duikersluis met een breedte van 6,29 m, diepte 2,20 m onder Amsterdams Peil, de Kleine Sluis met een lengte van 18 m, breedte 3.24 m en diepte 2,01 m en de begonnen kon worden. In 1903 was deze volledig nieuwe sluis gereed. De Wilhelminasluis kreeg toen een schutkolklengte van 120 meter, een doorvaartwijdte van 12 meter en een drempeldiepte van 3.5 meter. In de kosten van de Wilhelminasluis heeft het Rijk een derde gedeelte bijgedragen, de provincie eveneens een derde en de rest is gefinancierd door de gemeenten Zaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer. In 1905 heeft het Hoogheemraadschap de sluis van de Zaangemeenten overgenomen, in verband met het belang van de sluis voor de afwatering van de Schermerboezem.
De sluisbouw was na jarenlange onderhandelingen en werkzaamheden nu ook tot een goed einde gekomen. Het bevaarbaar maken van de Binnenzaan liet nog op zich wachten. De verschillende Zaandorpen konden het bijzonder moeilijk eens worden over een gemeenschappelijke regeling. Pas in 1914 werd het werk uitgevoerd. Maar ondanks het uitbaggeren van de Binnenzaan zou het nog lang duren voor de Zaan onder de primaire vaarwegen van ons land gerangschikt kon worden. De Hoopbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoopbrug
Voormalige loopbrug, oorspronkelijk de Jacob de Hoopbrug, ook bekend als de Magere Brug, Loopbrug of Brug der Zuchten over de Zaan te Zaandam, ongeveer driehonderd meter zuidelijk van de tegenwoordige Prins Bernhardbrug. Het ontwerp was afkomstig van architect J. van der Koogh, gemeentearchitect in dienst van de gemeente Zaandam., ongunstig in een bocht gelegen en met een doorvaartwijdte van slechts 9,5 meter, maakte dat de grootste toelaatbare tonnenmaat op de Binnenzaan slechts ongeveer 800 ton bedroeg. Pas na het gereedkomen van de Prins Bernhardbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBernhardbrug, Prins
Prins Bernhardbrug te Zaandam, gezien naar het westen. Op de achtergrond de grote, inmiddels verdwenen, gashouder van het gemeentelijk gasbedrijf. Rolbasculebrug, ontworpen en uitgevoerd door bouwkundig opzichter D. Voet, werkzaam sedert 1919 bij de dienst Gemeentewerken. Aanvankelijk één der twee, later drie en nog later één der vier bruggen, de in 1938 meest noordelijke, die het gemotoriseerd verkeer in Zaandam tussen Westzijde en Oostzijde met elkaar verbonden, gebouwd in… kon deze flessenhals voor het scheepvaartverkeer worden gesloopt.
Tot op heden is de Zaan voor de binnenscheepvaart van groot belang gebleven, hetgeen mede blijkt uit het feit dat de Zaan in het door het Rijk opgestelde structuurschema Vaarwegen aangemerkt werd als onderdeel van het landelijke hoofdvaarwegennet. In de tweede helft van de jaren tachtig van de 20e eeuw werd besloten de norm voor hoofdvaarwegen op te schroeven tot 500 ton, waardoor de Zaan buiten de boot viel. Het dichtslibben van de Zaan is een blijvend voorkomend probleem, nu en dan vinden er baggerwerkzaamhedenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaggerwerken
In de jaren voor de Eerste Wereldoorlog was de Zaan ter hoogte van Zaandijk zo ondiep dat de modderbanken op een enkele plek zelfs boven water uitstaken. Over het jaar 1910 werd gemeld
'Op een warme zomerdag kon het gebeuren dat de mensen zich de ogen uitkeken toen daar midden in de Zaan op de modderbank twee jongens zich behaaglijk hadden geïnstalleerd en daar, als gold het de gewoonste zaak van de wereld, thee dronken. plaats.
Sociale en culturele aspecten
In economisch opzicht was de Zaan een bindende factor tussen de verschillende Zaandorpen, in andere opzichten had het water juist een scheidende werking. Over land was na het verdwijnen van de Knollendam de Hogedam de enige verbinding tussen Oost en West. Daarom ontstonden op verscheidene plaatsen Overzetverenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOverzetveren
De Zaan en andere brede waterwegen, zoals de Nauernasche Vaart, waren vroeger niet of nauwelijks overbrugd. Om al te lange omwegen te voorkomen, brachten overzetveren, op vaste punten, personen en later ook kleine voertuigen van de ene oever naar de andere. Meestal werd gebruik gemaakt van geroeide veerschuiten, maar er kwamen in de loop der tijd ook handbediende of mechanisch voortbewogen kabelponten voor. Het gebruik van grotere overzetveren hing soms samen met de wens om in geva…. Voor arbeiders die iedere dag de Zaan over moesten waren de kosten van het overzetten ten opzichte van hun verdiensten echter te hoog en daarom gingen de talrijke molen- en later fabriekseigenaren over tot aanschaf van eigen roeiboten die aan het personeel beschikbaar werden gesteld.
Door de gehele Zaanstreek waren aan de Zaanoevers kaaien waar deze roeibootjes werden afgemeerd. In de loop van de 19e en 20e eeuw begon het wegverkeer het waterverkeer in belang te overvleugelen. Op sommige plaatsen werden de roeibootjes van de overzetveren vervangen door schouwen, zoals het Molletjesveerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolletjesveer
Tegenwoordig industriegebied in Westknollendam, ten oosten van de Nauernase Vaart en ten westen van de provinciale weg Westzaan-Westgraftdijk.
Het industriegebied ontleent zijn naam aan het veer (met roeiboot en later trekpont) over de Nauernase Vaart, tussen de Taandijk en de huidige straat Molletjesveer. De naam is waarschijnlijk terug te voeren naar een veerman met de naam 'Mol'. Het veer was bestemd voor voetgangers en vee en functioneerde van 1637 tot de jaren vijftig van de… of door stoompontjes als het Ruyterveerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRuiterveer
Straat en voormalig veer te Zaandam (west), in het verlengde van de Botenmakersstraat, maar dan ten oosten van de Westzijde. Het Ruiterveer is genoemd naar korenmolen De Ruiter. Het voetveer was een van de vele veren dat voer tussen de West- naar de Oostzijde. Aan het pad werd na de sloop van de molen in 1865 de Hoogere Burgerschool gebouwd., maar vaker werden de veerdiensten vervangen door Bruggenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBruggen
In de waterrijke Zaanstreek moest terwille van het landverkeer een groot aantal bruggen worden aangelegd. Daarvan zijn de verkeersbruggen over de Zaan afzonderlijk behandeld, zie: Beatrixbrug, Bernhardbrug, Julianabrug, Noordbrug, Spoorbrug, Dr. J.M. den Uylbrug, Wilhelminabrug, Willem Alexanderbrug en Zaanbrug, alsmede de verdween Hoopbrug en de Noorderbrug.
De bruggen over de Zaan maken slechts een klein deel uit van het totale aantal. In z'n algemeenheid kan worden gezegd dat er….
De eerste werden gebouwd door particulieren of particuliere instellingen, de Hoopbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHoopbrug
Voormalige loopbrug, oorspronkelijk de Jacob de Hoopbrug, ook bekend als de Magere Brug, Loopbrug of Brug der Zuchten over de Zaan te Zaandam, ongeveer driehonderd meter zuidelijk van de tegenwoordige Prins Bernhardbrug. Het ontwerp was afkomstig van architect J. van der Koogh, gemeentearchitect in dienst van de gemeente Zaandam. in 1883, de Zaanbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaanbrug
Brug over de Zaan tussen Wormer en Wormerveer, aanvankelijk ook wel de Wormerbrug genoemd. De Zaanbrug is één van de oudste bruggen over de Zaan. De bouw van de Zaanbrug, in de jaren 1888-1889, tot stand gekomen op initiatief van de Wormerveerse ondernemers, was omstreden. Zij wilden maar wat graag een brug en hadden daar veel voor over. Immers, hun fabrieken stonden allemaal in Wormer, langs de Zaan. in 1888 en de Noorderbrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoorderbrug
Voormalige brug over de Zaan tussen Koog aan de Zaan en `t Kalf, ten noorden van de huidige Willem Alexanderbrug. De brug werd in 1902 geopend, was 145 meter lang en was voorzien van een dubbele klapbrug met een doorvaartwijdte van 14 meter. Het was tot 1932 een in 1902. Dat waren tolbruggenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigTol
Betaling die men verschuldigd is voor het gebruik van zekere wegen, bruggen, tunnels, kanalen, vaarten en rivieren. In de Zaanstreek waren tolgelden tot in de laren '30 van de 20e eeuw een gemeentelijke bron van inkomsten. Op 'strategische plekken' in de streek waren tolhekken geplaatst. Tegen de tolheffing is in de jaren '20 en '30 veelvuldig actie gevoerd, het voortouw daartoe werd genomen door de. De latere bruggen, als eerste de Julianabrugplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJulianabrug
Brug over de Zaan, die de Guisweg (Zaandijk) verbindt met de Leeghwaterweg (Zaandam).
De brug, die in 1936 door Prinses Juliana officieel in gebruik is gesteld, diende als voortzetting van het voormalige Guispad in oostelijke richting. Er ontstond hierdoor een verbinding tussen Beverwijk en Heemskerk, via de communicatiewegen naar Assendelft en Westzaan vervolgens naar Zaandijk en door de overbrugging naar het Kalf te Zaandam, en tenslotte door de Wijde Wormer naar Purmerend. in 1936, werden door de overheid aangelegd.
In de vrijetijdsbesteding van de vooral rijkere Zaankanters speelde de Zaan een belangrijke rol. De woningen van de kooplieden lagen over het algemeen aan de Zaan. Achter de woningen lagen de walstoepen. Hier lagen hun roeischuiten, tentjachtjes, of boeiers. Het gedeelte van de woning aan de Zaan werd luchthuisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLuchthuizen
Al in de 17e en 18e eeuw kwamen in de Zaanstreek tuinhuizen voor. Zo is op een tekening van Cornelis Pronk uit 1728 een tuinhuis te zien nabij de Zaandijker kerk. Deze tuin-luchthuizen werden in hoofdzaak gebruikt voor ontspanning, al bevatten ze doorgaans ook ruimten die als schuur of berging werden benut. Er zijn verscheidene van zulke losstaande tuinhuizen bewaard gebleven, zoals bijvoorbeeld het nog aanwezige gebouwtje achter Zuiderhoofdstraat 65 in Krommenie. of Zaankamer genoemd, van waaruit men een prachtig uitzicht over de Zaan had en waar meestal visite werd ontvangen. Ook het ijsvermaakplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigIJsvermaak
Over IJsvermaak in de Zaanstreek is door zowel G. Pekelharing als Pieter Boorsma in Zaans dialect geschreven. Twee korte citaten
(Pekelharing)
'Leg eris an' leg ens an',
'k heb hete melk en kouwe Jan,
'k heb koek en drank, goddank,
'k heb regeltjes zo dik als tegeltjes' speelde zich deels op de Zaan af. De Zaan was voorts een inspiratiebron voor amateur- en professionele schilders als Claude Monetplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMonet, Oscar-Claude (Claude)
Parijs, 14 november 1840 – Giverny, 5 december 1926
Beeldend kunstenaar, kunstschilder.
Claude Monet woonde vier maanden, van 2 juni tot 8 oktober 1871 met zijn vrouw Camille Doncieux en hun vierjarig zoontje Jean in Zaandam. Het gezin verbleef in hotel De Beurs op de Dam. Toen de Frans-Duitse oorlog (1870-1873) uitbrak, was de Fransman om de dienstplicht te ontlopen naar Londen uitgeweken. Daar werd hij attent gemaakt op de toen voor schilders aantrekkelijke Zaan… en voor vooral amateur-dichters.
W.J. Stuurman
Gedichten over de Zaan:
* Nocolaas Beets: Zaansch Liedekenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaansch Liedeken
Nicolaas Beets publiceerde in 1863 Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861). Op pagina 138 staat het Zaansch Liedeken:
Het IJ is breed, de Zaan is breed:
Wie wil de Zaan bevaren?
De meisjes zijn er net gekleed,
* Jan Hottentot: Ik hou van de Zaan, 'k wil het zingend getuigen
* Freek de Jonge: Ik heb de Zaan nog nooit bezongen
Literatuur:**
- Aris van Braam, De Zaan, Zaansche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, 1948;
- J. Stelleman, De Haven van Zaandam, in: De Zaende 1946, Wormerveer 1946;
- Dirk Vis, Oer-Zaan of Oer-IJ?, in: Anno 1961, 1990;
- Dr. Margaretha Verkade, Den Derden Dach, Alkmaar 1982.