turfoproer

Het turfoproer in Oostzaandam. Naar een anonieme gravure, 1678

Oproer te Zaandam in 1678, ook wel Pachtersoproer, gericht tegen de pachters van de turfimpost (belastingplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBelasting

Verplichte bijdrage tot de openbare geldmiddelen. Belastingen kunnen worden verdeeld in directe en indirecte belastingen. Directe belastingen op grond, vermogen, inkomsten of personeel kunnen niet worden afgewenteld. Indirecte belastingen, als registratie-, zegel- en hypotheekrechten, successierecht, accijnzen en worden niet rechtstreeks door de belastingplichtige aan de fiscus betaald. In het hierna volgende artikel wordt de historische ontwikkeling van de belastingheffingen in de Za…
). Het turfoproer was een der grotere oproeren in de Zaanstreekplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOproeren

Als oproer wordt hier beschouwd elke beweging tegen het openbaar gezag die gepaard gaat met ordeverstoring en verzet tegen de overheid. De meeste oproeren in de Zaanstreek duurden kort en betroffen slechts kleine groepen opstandigen. Hierdoor voldoen ze slechts in beperkte mate aan de bovenstaande definitie. Er zijn in deze zin sinds het begin van de 15e eeuw twaalf oproeren geweest. Enkele daarvan zijn als apart trefwoord behandeld, te weten het
en eindigde met ophanging van vier van de plunderaars en brandmerking, geseling en verbanning van anderen.

Een grote groep vrouwen kwam op 18 mei 1678 bij de regenten opheldering vragen over de invoering van een kleinere turfmaat. De oude maatplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMaten en gewichten

In de Zaanstreek zijn op bescheiden schaal eigen maten en gewichten gebruikt. De meeste waren echter afkomstig uit Amsterdam, Haarlem, Alkmaar en de Hondsbos, terwijl voorts gebruik werd gemaakt van de Rijnlandse roeden.

Doordat de streek in verschillende bannen, rechtsgebieden, was verdeeld, waren de gebruikte maten niet overal identiek. Assendelft gebruikte vooral de Haarlemse maten, Krommenie was op Alkmaar gericht en de rest van de Zaanstreek op Amsterdam. Niet zelden we…
, de mand, was groter dan de ingestelde ton, maar de belasting was op beide even hoog. De regenten antwoordden dat hun was opgedragen de nieuwe maat in te voeren. Het volk ging daar niet mee akkoord en trok naar het huis van Van der Steng, de belastingpachter van onder andere turf van de banneplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne

Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4.
van Oostzanen, aan de Noorderkerkstraat, vlak bij de Oostzijderkerk. Van der Steng was echter niet thuis. De vrouwen zetten een aantal jongens aan tot het ingooien van de ruiten, hetgeen ook prompt gebeurde. Een regent suste vervolgens de gemoederen.

De daarop volgende dag, Hemelvaartsdag, werden opnieuw ruiten ingegooid bij Van der Steng, en nu werd ook de deur ingebeukt. Van der Steng was een streng belastingpachter, die verdacht werd van het inhouden van grote sommen geld, die in zijn huis werden bewaard. Door de achterdeur werden door de pachter enig huisraad en een geldkistje, waarvan vermoed werd dat er f 9000 in zat, veilig gesteld. Ondertussen had een aantal vrouwen de turftonnen opgeëist bij de regenten, en gekregen. Maar daarmee was het oproer niet ten einde. Het huis van Van der Steng werd vrijwel met de grond gelijk gemaakt. Alles van waarde, ook sloophout en de struiken in de tuin, werd meegenomen.

Vervolgens verplaatste de plunderzucht zich naar het huis van de onder-secretaris van de Banne van Westzanen, Symon Oosterhoorn. Ook hij was pachter. Ondanks de aanwezigheid van de baljuw van Beverwijk en de dreiging van pistolen en musketten werd ook dit huis volkomen leeggeplunderd. Burgemeester Meynart Kat wist te voorkomen dat zijn huis geplunderd werd. Hij ontruimde zijn woning en gaf de massa bier en wellicht geld. De gearriveerde plaatsvervanger van de baljuw van Kennemerland, Angillis, zette de schutterskorpsen in, maar aanvankelijk nog zonder resultaat. Een groep plunderaars, waarschijnlijk van buiten de streek gekomen, trok van Oostplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzaandam

Voormalige naam van de bewoningsconcentratie ten oosten van de Zaan nabij de Dam, tot 1795 behorend tot de gemeente Oostzaan, tussen 1795 en 1811 min of meer een zelfstandige gemeente en sinds 1811 deel uitmakend van de stad Zaandam. Oostzaandam behoorde tot de
- naar Westzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaandam

Westzaandam, vroegere naam voor het ten westen van de Zaan gelegen deel van Zaandam, dat deel uitmaakte van de Banne van Westzanen. Het dorp is, in tegenstelling tot Oostzaandam, nooit zelfstandig geweest, en dat terwijl het in de loop der geschiedenis in economisch opzicht en wat betreft het aantal inwoners belangrijker werd dan zijn 'overbuur'. De oorzaak van de aanvankelijke, tot 1811 in stand gebleven scheiding tussen West- en Oostzaandam was eenvoudigweg dat de dorpen in versc…
.

Een leider van het oproer beriep zich op een brief van de prins van Oranje, waarschijnlijk een bij Van der Steng gestolen document, waarin toestemming tot plundering van de pachtershuizen. Op het Zilverpadplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZilverpad

Voormalige naam van het zuidelijk deel van de huidige Gedempte Gracht. Het Zilverpad werd ook Zuider Nieuwendijk genoemd. Beide namen werden door elkaar gebruikt.

Nadat tussen 1856 en 1858 de sloot tussen het Zilverpad en het Kuijperspad werd gedempt en de overtuinen verdwenen, werden beide paden samengevoegd en werd de naam voor de nieuw ontstane, brede straat Gedempte Gracht.
werden vier huizen geplunderd. De schutterskorpsen traden nu strenger op; een groep plunderaars, op weg naar de Oostzijdeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzijde

Weg op de lage dijk langs de Zaan in Zaandam-Oost, die loopt van de Peperstraat in het zuiden tot aan 't Kalf in het noorden. Vroeger liep de Oostzijde aan de zuidkant door tot aan de Zuiddijk bij de Dam en had de straat een belangrijke functie voor het doorgaande wegverkeer. Door de aanleg van een oostelijker gelegen verkeersroute (H. Gerhardstraat-Heijermansstraat-Dr. H.G. Scholtenstraat) is deze functie sterk verminderd. Doorgaand autoverkeer werd zelfs onmogelijk toen de
, werd tegengehouden. De ploeg trok vervolgens naar Zaandijk, waar zij huis en inventaris van pachter Hendrik Cardinaal vernielden.

Ook in Wormer richtte een groep schade aan. Het huis van gemeentesecretaris Dirck van Sante moest het ontgelden, want pachter Kuipersz woonde bij hem in. In Westzaan werden ruiten bij een armenvoogd, die in het geheel niets met turfimpost had te maken, ingegooid. Ook in Krommenie werden wat ruiten ingegooid. De overheid reageerde streng. Het oproer werd van zulk een belang geacht, dat niet de verschillende baljuws zich over de zaak bogen, maar de Staten van Holland en West-Friesland.

Inkwartiering, instelling van een avondklok en de herinvoering van de turftonnen volgden. Zes personen werden gearresteerd en via Haarlem naar Den Haag vervoerd, later een zevende. Clementie-verzoeken werden in de wind geslagen en op 7 juni volgden nog twee arrestaties in Wormer. Deze gearresteerden werden echter door dorpsgenoten bevrijd. In Krommeniedijk werd een gestoorde man aangehouden, die later terug zou keren. Op 19 juni volgde een arrestatie te Wormer. Tevergeefs werd naar een andere man gezocht. Op 20 juni bekenden alle verdachten schuld. De straffen liepen uiteen van ophanging aan de galg, en heroprichting van deze galg in Zaandam, tot geseling en brandmerking of geseling en verbanning.

De ter dood veroordeelden waren de Zaandammers Evert Willem Boonsak, Cornelis Pietersz Kip en Cornelis Buys en de inwoner van Wormer Jan Kneepje. De vonnissen werden op 24 en 25 juni uitgevoerd. Op 25 juni werd een galg net iets buiten Westzaandam opgericht. De reeds te Den Haag opgehangenen werden daar opnieuw gehangen. Verzoeken tot het weghalen van deze galgen werden niet gehonoreerd. In de nacht van 19 op 20 augustus zaagde een onbekende de galg om. De doden werden heimelijk begraven. De bijnaamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBijnamen

Zoals overal elders was het ook in de Zaanstreek gebruikelijk dat aan personen een bijnaam werd gegeven. Dit gebruik is vrijwel geheel verdwenen: alleen in kleine dorpsgemeenschappen worden zulke bijnamen nog wel gebezigd. Gezegd wordt dat het gebruik samenhing met het veelvuldig voorkomen van dezelfde familienamen in de dorpen: ter onderscheiding van gelijknamige buurtgenoten duidde men hen elk met een naamstoevoeging of een geheel bedachte naam aan. Doordat vaak uiterlijke kenmerken …
galgezagers voor inwoners van Zaandam zou toen zijn ontstaan.

Als onverwacht en curieus gevolg van het Turfoproer ontstond in de Zaandorpen in 1678 opschudding door valsmunterijplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigValsemunters

Als onverwacht en curieus gevolg van het Turfoproer ontstond in de Zaandorpen in 1678 opschudding door valsmunterij.

Zaandam was in verband met de relletjes enige tijd verplicht een militaire bezetting in te kwartieren. Deze troepen stonden onder bevel van overste Ruyttenburgh. Zes ertoe behorende Franse soldaten, samen ingekwartierd in de Oostzijde, zagen in de korte tijd dat zij hier verbleven kans valse schellingen te slaan, die zij in ruime hoeveelheden in winkels in omloop br…
.

Literatuur:

  • W. M. Sombroek, Het turfoproer aan de Zaan. Uitgeest 1987 (niet gepubliceerd).
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/turfoproer.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/07 12:05
  • (Externe bewerking)