onderwijs:bijzonder_onderwijs

1.3.3. Het bijzonder onderwijs

Het begin van de 20e eeuw werd beheerst door een steeds sterker wordende schoolstrijd. Deze kreeg bij de grondwetsherziening van 1917 in principe en bij de uitvoering van de Lager-onderwijswet van Minister de Visser uit 1920 ook feitelijk haar beslag in de vorm van de volledige financiële gelijkschakeling van openbaar en bijzonder onderwijs.

In 1889 vond overigens reeds een wetswijziging plaats waardoor het voor het bijzonder onderwijs mogelijk werd onder bepaalde voorwaarden maximaal 30% van de kosten van dit onderwijs op het Rijk te verhalen. Eén en ander leidde ertoe, dat in de periode tot 1920 in veel streken nog voor de formele gelijkstelling steeds meer bijzondere scholen gesticht werden. Dit gold zowel voor het lager onderwijs als voor vormen van voortgezet onderwijs.

Zo ontstond in Zaandam in 1872 het eerste Katholieke onderwijs door de stichting van een bewaar- en een naaischool, de latere Sancta Maria voor meisjes-nijverheidsonderwijs. Ook kwam er een voorziening voor de verzorging van weesmeisjes. Het beheer van deze voorziening berustte bij vijf zusters die in april 1872 speciaal voor dit doel naar Zaandam kwamen.

De rol van de familie Blans voor het Katholieke onderwijs is reeds geschetst. In eerste instantie werden de zusters gehuisvest in een houten gebouwtje aan de Bloemgracht en startten zij met het geven van naailes aan 32 meisjes. In 1890 telde de naaischool 100 leerlingen en in 1905 en 1908 respectievelijk 200 en 300. Uit deze naaischool ontwikkelde zich een vak- of daghuishoudschool. Na invoering van de Nijverheidsonderwijswet in 1919 werd de Sancta Maria in 1922 officieel erkend als nijverheidsschool en als zodanig gesubsidieerd. In 1927 werd de school gehuisvest in een nieuw gebouw aan de Oostzijde.

In 1904 werd een nieuwe vereniging voor Christelijk onderwijs opgericht. Deze had onder andere tot doel te komen tot stichting van een Christelijke Muloschool en sloeg daarmee een brug tussen de verschillende Christelijke stromingen. De nieuwe vereniging kreeg ook een lagere school onder haar beheer en trok al spoedig met beide scholen in een nieuw opgetrokken gebouw aan de Ooievaarstraat te Zaandam.

Het initiatief tot oprichting van deze vereniging lag bij een verpleegster, een zekere zuster Huygens, die op 64-jarige leeftijd in 1903 een stuk grond kocht met het doel daar een Christelijk ziekenhuis te stichten. Dit plan bleek onhaalbaar, waarna besloten werd een Christelijke Mulo-school op te richten. De eerste steen van het nieuwe gebouw aan de Ooievaarstraat werd door zuster Huygens op 4 juni 1905 gelegd.

De officiële start van de nieuwe school was op 31 augustus 1904. Het eerste hoofd was C. Berkhouwer (1904-1918). Het gebouw aan de Ooievaarstraat werd in 1988 gesloopt. Op dezelfde plaats verrees een nieuwe Christelijke basisschool, die in 1989 in gebruik werd genomen.

Ook in andere Zaangemeenten kwam het bijzonder onderwijs steeds meer tot bloei. Zo werd in Wormerveer in 1886 de R.K. Jozefschool gesticht. Pas later ontstonden ook nieuwe vormen van neutraal bijzonder onderwijs. In 1929 werd in de Zaanstreek de schoolvereniging op libertaire grondslag opgericht door aanhangers van Domela Nieuwenhuisplugin-autotooltip__default, de vrije socialisten. Hun uitgangspunt was dat maatschappijhervorming bij het kind begon. In het onderwijs moest onder het motto Doe alles zo goed mogelijk, Helpt elkander, Help jezelf en Hinder niemand, meer aandacht besteed worden aan vrijheid, nationalisme, humaniteit en persoonlijkheid.

Op 23 augustus 1938 ging de Libertaire school te Zaandijk van start. Het eerste hoofd was H. Zuiderveld van 1939 tot 1969. De school is voortgezet in een nieuw gebouw in Zaandijk-Noord.

In 1981 kwam er in Zaandam tevens een Vrije school, niet te verwarren met de hierboven genoemde Libertaire school. Deze Vrije school is gebaseerd op Rudolph Steiner's filosofie en heeft een antroposofische grondslag. Dat wil zeggen dat ze gebaseerd is op een levensleer waarbij de mens in relatie gezien wordt met het geestelijk leven van de kosmos.

Of anders gezegd: de antroposofie gaat ervan uit dat alles wat is geworden van geestelijke afkomst is en dat alle dingen in een groot kosmisch verband samenhangen. De mens maakt van dat grote, kosmische geheel deel uit. Kleur en vorm zijn daarbij belangrijke aspecten. Op basis daarvan neemt het kunstzinnig onderwijs een bijzondere plaats in en is in het geheel van het onderwijsprogramma geïntegreerd. Er is geen eenhoofdige schoolleiding, maar een vorm van collectief leiderschap.

In Nederland ontstond uiteindelijk een situatie waarbij het openbaar onderwijs ongeveer 1/3 en het bijzonder onderwijs 2/3 deel van de leerlingenpopulatie zou gaan omvatten. In de Zaanstreek was dat anders. In 1935 volgde in Zaandam:

  • 57,3 % van de lagere schoolleerlingen het openbaar onderwijs,
  • 17,8 % het R.K. onderwijs en
  • 24,9 % het Prot. Chr. onderwijs.

In 1987 volgden in Zaanstad 13.381 leerlingen speciaal basisonderwijs. Daarvan zat:

  • 55,7 % op openbare scholen,
  • 21,3 % op R.K. scholen,
  • 20,0 % op Prot. Chr. scholen en
  • 3,1 % op neutraal bijzondere scholen.

Deze getallen waren voor de andere Zaangemeenten als volgt (1987):

  • Wormer totaal 1.038 leerlingen: 51,2 % openbaar; 33,7 % R.K.; 15,1 % P.C.;
  • Oostzaan totaal 525 leerlingen: 81,5 % openbaar; 0 % R.K.; 18,5 % P.C.;
  • Jisp totaal 66 leerlingen: 100 % openbaar.
  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/onderwijs/bijzonder_onderwijs.txt
  • Laatst gewijzigd: 2024/05/29 03:29
  • door zaanlander