westzaan

Westzaan was van 1811 tot 1974 een zelfstandige gemeente, daarna de naar inwonertal kleinste deelgemeente van Zaanstad. Westzaan was het hoofddorp van de eerdere Banne van Westzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBanne

Zie: Ban (banne) en Bestuur en rechtspraak 1.2.4.
als zodanig een van de oudere nederzettingen in de streek en zelfs het moederdorp van de westelijk aan de Zaan gelegen, later tot Zaanstad verenigde gemeenten (West-)Zaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer.

In het verleden, tot het graven van de Nauernasche Vaartplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNauernasche Vaart

Kanaal met een lengte van 8,5 kilometer tussen de Tochtsloot bij Westknollendam en Zijkanaal D van het Noordzeekanaal bij Nauerna.

Het kanaal is in 1633 aangelegd. Daarbij is de loop van het doodlopende water 't Twiske gebruikt. Het werd aangelegd om voldoende afwateringsmogelijkheden voor de Schermerboezem te verkrijgen, toen de Schermer werd ingepolderd. Men koos de gemakkelijkste oplossing door gebruik te maken van het al aanwezige Twiske en van de eveneens aanwezige Naue…
, maakten ook Krommenie, Krommeniedijk, Westknollendam en een stukje Nauerna deel uit van de Banne van Westzanen. Nog eerder, in de late middeleeuwen, behoorde Westzaan met Krommenie en Krommeniedijk tot de Heerlijkheidplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHeerlijkheid

Aanduiding van een rechtsgebied in de landsheerlijke periode (10e-16e eeuw), toen de Hollandse graven landrechten in handen gaven van 'heren', in feite schout en schepenen. Zij oefenden namens de grafelijkheid het overheidsgezag uit.
van Zaanden. Door het uitsterven van de adellijke bezitters verviel deze Heerlijkheid in 1397 weer aan het graafschap Holland. Onder de naam 'de landen van Blois' heeft de Banne van Westzaan tot 1729 onder de baljuwplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBaljuw

Sinds de 13e eeuw gebruikte naam voor een vertegenwoordiger (= afzetbare ambtenaar) van de graven van Holland. De baljuwen werden ingesteld als tegenwicht tegen de machtsaanmatiging van de leenmannen, die zich veelal het erfelijk bezit der lagere grafelijke ambten hadden verworven. De baljuw kreeg in het hem toevertrouwde gebied (het baljuwschap) in de eerste en voornaamste plaats de zorg voor de rechtspraak. De Zaanstreek maakte in de grafelijke tijd deel uit van het Baljuwschap van Ken…
van Beverwijk geressorteerd. In 1634 vormden Krommenie en Krommeniedijk een eigen, afzonderlijke Banne. In genoemd jaar 1729 kocht het dorp Westzaan de landsrechten van de Banne voor 300.000 gulden van de Staten van Holland. Voor de inwoners van Westzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaandam

Vroegere naam voor het ten westen van de Zaan gelegen deel van Zaandam, dat deel uitmaakte van de Banne van Westzanen. Het dorp is, in tegenstelling tot Oostzaandam, nooit zelfstandig geweest - en dat terwijl het in de loop der geschiedenis in economisch opzicht en wat betreft het aantal inwoners belangrijker werd dan zijn 'overbuur`. De oorzaak van de aanvankelijke, tot 1811 in stand gebleven scheiding tussen West- en Oostzaandam was eenvoudigweg dat de dorpen in verschillende rec…
, Koog, Zaandijk en Wormerveer, dorpen in de Banne van Westzanen die het moederdorp in bewonertal en economische betekenis overvleugelden, was het een bittere pil dat het kleine 'dorp aan de regel' door deze koop de meeste zeggenschap in bestuurlijk opzicht behield.

Westzaan bleef met zijn in 1641 gebouwde Rechthuisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigRechthuizen

Letterlijk: gebouwen waarin door of namens de overheid recht werd gesproken. In de vroegere bestuursstructuur behoorde de rechtspraak bij de overheidstaken, zie: Bestuur en rechtspraak. In de dorpen was vóór de 19e eeuw doorgaans geen sprake van een raadhuis, zoals in de steden. Dit hing samen met de wijze van bestuur, die voor stad en platteland verschillend was. Wél kende men in de dorpen dikwijls een rechthuis, waarin ook schout en schepenen vergaderden.
het centrum van bestuur. Dit is tot in de Franse tijd zo gebleven; pas in 1811 kregen de Zaandorpen gemeentelijke zelfstandigheid. Binnen Westzaan waren er verschillende woongemeenschappen. Van Zuid naar Noord waren dat de Overtoom en het Zuideinde, het laatste als deel van de 'regel', de kaarsrechte, bijna vier kilometer lange lintbebouwing, de Krabbelbuurtplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKrabbelbuurt

Voormalige naam voor de J.J. Allanstraat in Westzaan.

Eigenlijk was er geen sprake van een buurt, maar van een rechte weg met slechts één dwarspad, de Dolfijnstraat. De Krabbelbuurt was één van de vier delen van Westzaan, dat verder uit Zuideinde, Kerkbuurt en Middel bestond. Het is niet bekend hoe de naam voor de buurt ontstond, zeker is dat deze al in 1564 werd gebruikt. In 1939 werd de naam, die door veel bewoners niet werd gewaardeerd, vervangen door J.J. Allanstraat.
en de Kerkbuurt, die beide ook deel uitmaken van de regel, het Weiverplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWeiver

Naam van verschillende buurten, meestal aan het einde van het dorp, dwars van de hoofdweg en de verbindingsweg vormende naar een naburig dorp. In de Zaanstreek vindt men een aantal Weivers:

* in Westzaan tussen de Kerkbuurt en de Middel,
en de Middelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMiddel, de

Buurtnaam voor een deel van noordelijk Westzaan (van het Weiver tot aan de Nauernase Vaart bij Krommenie) en vroeger ook van Wormer (midden in het dorp).

De Middel van Westzaan zal zich vóór het graven van de Nauernase Vaart waarschijnlijk tot het Krommenieër Weiver hebben uitgestrekt. In tegenstelling tot Westzaan is in Wormer de naam Middel verdwenen. De naam Middentil is nog wel in gebruik om een nieuwbouwwijkje aan te duiden.
. Samen vormden deze woongemeenschappen het eerste vierendeel van de Banne Westzanen. De overige vierendelen waren Westzaandam, Koog en Zaandijk en Wormerveer met Westknollendam.

Ondanks verzet van de Westzaanse bevolking was het dorp betrokken bij de samenvoegingplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSamenvoeging

In de Zaanstreek zijn herhaaldelijk samenvoegingsplannen voorgesteld; een aantal daarvan werd ook daadwerkelijk uitgevoerd. Het bekendst zijn de samenvoeging tot de stad Zaandam in 1811 en die tot Zaanstad in 1974, hierachter apart behandeld. Daarnaast is de samenvoeging van
tot Zaanstad per 1 januari 1974. Sindsdien heeft het zijn landelijke karakter weten te behouden, hoewel de horizon naar het oosten is aangetast door de stedelijke wijken Westerkoog en Westerwatering, terwijl de Middel wordt doorkruist door de rijksweg A8.

Naam, bijnaam van de Westzaners

De spelling van de dorps- of bansnaam verschilde in de loop der tijd. In de bronnen komt men zowel de naam Westzaanden als Wessanen, Westzaenen enzovoort tegen. Hoe dan ook gespeld, er zijn twaalf variaties geteld, de naamsverklaring is eenvoudig door de ligging van dorp en banne ten westen van de Zaan. De bijnaam van de Westzaners luidde Kroosduikers.

Wapen

Doordat de meeste Zaanse dorpen ten westen van de Zaan aanvankelijk onderhorig waren aan het bansbestuur, waren hun wapens afgeleid van het banswapen. Dat van de gemeente Westzaan was geheel gelijk aan dat van de Banne. De Hoge Raad van Adel omschrijft het Westzaanse wapen als volgt: 'Gevierendeeld: 1 en 4 in rood een zilveren leeuw, 2 en 3 in zilver een rode leeuw'.

Omvang en oppervlakte, grenswijzigingen

In de inleiding bleek al dat de Banne Westzanen in 1634 kleiner werd doordat Krommenie en Krommeniedijk zich, door het graven van de Nauernasche Vaart, in een eigen banne afscheidden. Er ging toen ook enig land aan Assendelft verloren. De oppervlakte van de oorspronkelijke banne is moeilijk te berekenen; sinds 1634 was de oppervlakte ongeveer 1730 hectare, dat is althans die van de Polder Westzaan. Toen het dorp Westzaan in 1811 een zelfstandige gemeente werd, duurde het een aantal jaren voor de grenzen precies waren vastgesteld. Zo werd pas in de jaren '30 van de 19e eeuw de Nauernasche Vaart de grens met de gemeente Assendelft. In 1849 werd voor de gemeente Westzaan een oppervlakte van ruim 915 hectare opgegeven. Dat was nog met inbegrip van het eiland Ruigoord in het IJ, dat tot Westzaan behoorde. Door de inpoldering van het IJ en het graven van het Noordzeekanaalplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigNoordzeekanaal

Kanaal dat Amsterdam sinds 1876 met de Noordzee verbindt. Daartoe werd de duinenkust doorgraven bij Velsen en het vervolgens ontstane IJmuiden. Een sluizencomplex en twee zich ruim 1500 meter in zee uitstrekkende pieren werden tevens aangelegd. Het kanaal, grotendeels met de hand gegraven waar 'Holland op z'n smalst' is, vormt een ruim 26,5 km lange verbinding tussen Noordzee en IJsselmeer en is van grote betekenis, niet alleen voor Amsterdam als havenstad, maar ook voor de Zaans…
veranderde de gemeentelijke oppervlakte. De Westzaner Polder, als deel van het drooggelegde IJ, kwam er bij. Sindsdien mat Westzaan ongeveer 1050 hectare.

Bevolking

Per 1 januari 1988 had Westzaan 4557 inwoners. Dit aantal was sinds het begin van de 20e eeuw geleidelijk bereikt: van 2218 in 1900 naar 3014 in '40 en circa 4000 in 1960. Verder in de historie teruggaand mag worden aangenomen dat er aan het eind van de 15e eeuw ongeveer 500 inwoners waren. De hele Banne had toen overigens op zijn minst vier maal zoveel bewoners. Meer exacte cijfers werden in 1742 gegeven: er woonden toen 2669 personen in het dorp. Dat was een voorlopig hoogtepunt, want het inwonertal nam daarna gestaag af. In 1795 telde men 2364 Westzaners, twintig jaar later nog maar 1839. Tellingen in de jaren 1840 (2273 inwoners) en 1869 (2445) tonen weer een toename.

Kerkelijke gezindheid

Wat geloofsovertuiging betreft week de Westzaanse bevolking nauwelijks af van die in de Zaandorpen. Sinds de Spaanse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSpaanse tijd

Lokale aanduiding voor de jaren 1572 tot en met 1576, de tijd waarin de Zaanstreek gedeeltelijk door troepen in Spaanse dienst bezet was. Feitelijk is het een foutieve naamgeving van de eerste jaren van de opstand in de Nederlanden tegen de toenmalige vorst, Filips II
en tot het eind van de 18e eeuw waren de meeste inwoners gereformeerd of hervormd. Een belangrijk aantal was voorts doopsgezindplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDoopsgezinden (Doopsgezinde gemeenten)

Protestants kerkgenootschap, broederschap, van grote betekenis in de Zaanse geschiedenis, zowel doordat de ondernemersstand sinds de 17e eeuw overwegend doopsgezind was als door het feit dat de leefgewoonten der doopsgezinden een stempel drukten op de streekmentaliteit.
. Het aantal katholieken was gering. In 1742 waren er van de 2669 inwoners 1641, meer dan 60 %, bij de gereformeerde staatskerk aangesloten en werden er in 1885 ruim 33 % doopsgezinden geteld. Daarnaast woonden er 129 katholieken, 12 luthersen en twee joden in het dorp. In 1809 was het percentage hervormden toegenomen tot ongeveer 70 %, maar de doopsgezinden waren tot 20 % gedaald. Er waren toen 188 katholieken en 17 luthersen. Van der Aaplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAa, Abraham Jacob van der

Amsterdam, 6 december 1792 - Gorinchem, 21 maart 1857 Abraham Jacob van der Aa 1792-1857 Abraham Jacob van der Aa, 19e-eeuwse auteur en letterkundige, vooral bekend vanwege zijn twee grote woordenboeken: 'Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden' dat tussen 1836 en 1854 in 14 delen verscheen en het twaalfdelige 'Biografisch Woordenboek der Nederlanden (12 delen 1852). Hij gaf zeer veel geschriften uit zoals het Aardrijkskundig Woordenboek van Noord-Brabant, de Gesch…
vermeldde in 1849 dat de bevolking bestond uit 1840 hervormden, 370 doopsgezinden, 240 katholieken en enkele luthersen. Onkerkelijkheid kwam toen nog niet voor. De cijfers van Van der Aa verdienen enige twijfel: zijn totaaltelling is enkele honderden hoger dan waarvan andere bronnen spreken.

Bij de volkstelling van 1960 waren de cijfers als volgt (met daarachter het aantal in procenten van de hele bevolking):
nederlands hervormden 619 15.7%
gereformeerden 504 12.8%
rooms-katholieken 304 7.7%
doopsgezinden 195 5.0%

Voorts waren er 4 evangelisch-luthersen, 9 remonstranten,2 Israëlieten en 108 leden van overige kerken of sekten. Verreweg de grootste groep was die der onkerkelijken: 2197 (55.7%) van de bevolking).

Politieke gezindheid

Mede door het kleine aantal raadsleden, de Westzaner gemeenteraad telde vóór de Tweede Wereldoorlog 7 zetels, daarna 11, was het aantal in het dorpsbestuur vertegenwoordigde politieke partijen steeds gering. Zo zaten er na 1945 aanvankelijk maar drie partijen in de raad: de PvdA, de protestants-christelijke groepering en de CPN. Opmerkelijk was het verdwijnen van een liberale vertegenwoordiging, vlak voor de oorlog, dit temeer omdat de raad nog in 1923 een liberale meerderheid had. Daarna werd de SDAP weliswaar de grootste fractie, maar deze had nog jarenlang met drie liberale tegenstrevers te maken.

Burgemeesters

De eerste burgemeester was

  • Simon Simonides Jongewaard, in 1811 tot maire en schout benoemd. Hij was de zoon van de eerdere chout en notaris Simon Jongewaard. Hoewel hij tot zijn dood gemeente-secretaris bleef, trad hij in 1817 aften gunste van Teunis Slagter.
  • Teunis Slagterplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSlagter, Teunis

    (Zwaag, 13 juni 1783 - Westzaan, 19 januari 1853) Teunis Slagter 1783-1853 Teunis Slagter, burgemeester van Westzaan, notaris te Zaandijk, makelaar en gemeente-ontvanger, was al in 1803 secretaris van de Banne Westzaanen geworden en in 1810 tot gemeentesecretaris van Westzaan benoemd. Deze laatste functie stond hij na enige tijd af aan A. Tip.
    , afkomstig uit Zwaag, was al in 1803 secretaris van de Banne geworden en in 1810 tot secretaris benoemd. Ook was hij makelaar en gemeente-ontvanger. Deze laatste functie stond hij na enige tijd af aan A. Tip. Slagter was zeer lang burgemeester, pas in 1850 werd hij niet meer herbenoemd, doordat vanwege van een grondwetswijziging het burgemeesterschap onverenigbaar werd geacht met het notarisambt. Tot verontwaardiging van een aantal Westzaners werd als opvolger een buitenstaander benoemd,
  • de Haagse mr. Hendrik C. Hooft Hasselaerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigHooft Hasselaar, Hendrik Constantijn

    (Den Haag 6 juni 1813 - Nijmegen 28 juli 1895 ?)

    Hendrik Constantijn Hooft Hasselaar, burgemeester van Westzaan van 1852 tot 1867, kantonrechter te Zaandam en Amsterdam. Hij zou Teunis Slagter in 1850 opvolgen, die teveel nevenfuncties had. Zijn benoeming stuitte op weerstand bij de wethouders. Na twee jaar werd hij in 1852 officieel benoemd, terwijl hij al die tijd reeds in functie was. Hooft verwierf naderhand toch behoorlijk aanzien en werd alom gewaard…
    . De twee wethouders dreigden zelfs met aftreden, zodat het tot 1852 duurde alvorens Hooft Hasselaar kon worden geïnstalleerd. Ook hij had een lange ambtsperiode, in 1867 werd hij benoemd tot burgemeester van Purmerend.

Er volgde een periode met snelle wisselingen:

  • G.J. Muller was burgemeester van 1868 tot 1872 en vertrok naar Schagen,
  • Johan E.C. Schookplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSchook, Johan

    (Ophemert, 10 Maart 1821 - Hilversum, 19 Juli 1909) J.E.C. Schook, Westzaans burgemeester van 1872 tot 1873 Johan Elius Christoph Schook was één jaar burgemeester van Westzaan, van 1872 tot 1873. Daarna werd hij burgemeester van Hilversum.
    (1872-1873) ging naar Hilversum.
  • Carel P. Metelerkampplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMetelerkamp, Carel Philip

    Muiden, 11 november 1843 - Arnhem, 15 maart 1895

    Carel Philip Metelerkamp, industrieel, waarnemend burgemeester Wormerveer en Westzaan van 15 december 1873 tot 1 augustus 1876, hij vertrok naar Arnhem, waar hij directeur van het waterleidingbedrijf werd. Hij was de eerste niet-Zaankanter die de de gemeenteraad van Wormerveer voorzat. Hij vervulde eveneens de rol van gemeenteraadslid van Amsterdam en directeur van verschillende Waterleiding-Maatschappijen.
    (1873-1876) deelde zijn functie in Westzaan met het burgemeesterschap van Wormerveer,
  • Hendrik J. Versteegplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVersteeg, Hendrik Jacob

    (Wassenaar 2 september 1842- De Haag 10 december 1919) Hendrik Jacob Versteeg Hendrik Jacob Versteeg, was burgemeester van Wormerveer en Westzaan van 1876 tot 1878 en van Zaandam van 1878 tot 1894. Hij woonde in het pand Westzijde 81.

    Versteeg werd in 1881 door de
    (1876-1878) werd eerste burger van Zaandam,
  • Jhr. Joachim K. Vegelin van Claerbergenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVegelin van Claerbergen, Jhr Joachim Karel

    (Haskerland, 26 januari 1843 - Maarssen, 26 oktober 1902) Jonkheer Joachim Karel Vegelin van Claerbergen Jhr Joachim Karel Vegelin van Claerbergen was burgemeester van Westzaan (1878-1879) en Wormerveer (1879-1887). Zijn vader was Pieter Benjamin Johan sr., kamerlid en één van de rijkste inwoners van Friesland.
    (1878-1879) was binnen tien jaar de vijfde burgemeester van het dorp; hij bekleede dit ambt ook in Wormerveer.
  • Petrus B.J. Ferfplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigFerf, Petrus

    (Bergum, 9 januari 1854 - 's-Gravenhage, 29 april 1916)

    Petrus Boele Jacobus Ferf, was een progressieve liberaal van Friese afkomst, die na zijn notaris-opleiding van 1877 tot 1880 secretaris was van de gemeente Wormerveer. Hij werd op 25-jarige leeftijd in 1879 benoemd tot burgemeester van Westzaan en in 1880 tevens tot burgemeester van Koog aan de Zaan, waar hij op 11 augustus 1881 in het huwelijk trad met Cornelia Laan. Het burgemeesterschap duurde tot 1888.
    die van 1879 tot 1888 burgemeester was, vervulde deze functie ook in Koog; hij vertrok omdat hij lid werd van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Toen in 1888 de Westzaner
  • Wilhelm F.W. Steenbergplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSteenberg, Wilhelm

    (Amsterdam, 16 april 1859 – Soestdijk, 21 maart 1944) W.F.W Steenberg 25 jaar burgemeester van Westzaan 1888-1913 Wilhelm Fokkelinus Wijbrand Steenberg was van 1888 tot 1913 burgemeester van Westzaan. Tijdens zijn ambtsperiode werd de waterleiding aangelegd en werd met gemeente Zaandam een contract gesloten voor de levering van gas.
    werd benoemd, kreeg dat veel instemming van de bevolking. Hij bleef een kwart eeuw, tot 1913. Zijn opvolger
  • Willem F.G.L. Driessenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigDriessen, Willem

    (Den Haag 11 juli 1886 – Den Helder 19 december 1935)

    Willem Frederik George Lodewijk Driessenwas van 1913 tot 1918 burgemeester van Westzaan. Na zijn ambtsperiode aldaar werd hij 1918 verantwoordelijk als regerings-commissaris voor de graan-inzameling in Noord-Holland. In 1919 vervulde werd hij burgemeester van Koog aan de Zaan. In 1921 werd de Koogse burgemeester Driessen benoemd tot plaatsvervangend kantonrechter in het kanton Zaandam. Dat heeft hij tot 1928 gedaan, daarna…
    (1913-1918) was tevens burgemeester van Koog en werd uiteindelijk benoemd in Den Helder.

Vervolgens kwam

  • Henri van Alphenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAlphen, Henri van

    (Arnhem, 28 december 1881 – Haarlem, 4 juni 1966)

    Henri van Alphen’s begon bij de gemeentesecretarie te Zutphen. In mei 1918 werd hij benoemd als de burgemeester van Westzaan waar hij tevens kanton-rechter plaatsvervanger was.
    (1918-1925), die naar Zandvoort vertrok.
  • Hendrik E. Wempeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWempe, Hendrik Eduard

    Leiden, 21 november 1873 - Den Haag, 17 juni 1946 Hendrik Eduard Wempe Hendrik Eduard Wempe was van beroep legerofficier in Nederlands-Indi en drager van de Militaire Willemsorde 4de klasse (1907). Na zij militaire loopbaan werd hij op 25 november 1925 burgemeester van Westzaan en kreeg eervol ontslag op 1 juli 1938. Hij was lid van de Gewestelijke Landstorm Kommissie 'Stelling van Amsterdam' in 1929.
    (1925-1938) was dertien jaar burgemeester, evenals, zij het in de oorlog onderbroken,
  • Hendrik F. Jantzenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJantzen, Hen

    De Bilt, 12 februari 1886 - Haarlem, 22 oktober 1967 Hen Jantzen 1886-1967 Hendrik Frans (Hen) Jantzen, burgemeester van Westzaan van 1938 tot 1951, begon zijn carrière bij de Marine-Stoomvaart-Dienst waar hij in 1905 te Hellevoetsluis werd benoemd tot adjunct-machinist. Jantzen werd in december 1906 ingedeeld als officier-machinist op
    (1938-1951). De laatste vier burgemeesters waren
  • Nicolaas Vijlbriefplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVijlbrief, Nicolaas

    Leiden, 24 februari 1890 – Velp, 4 maart 1972 Nicolaas Vijlbrief in 1931 Burgemeester van Westzaan van 1951 tot 1955. Nicolaas Vijlbrief verbleef van 1914 tot 1924 in Nederlands-Indië, waar hij onder meer onderwijzer LO en MULO en vakbondsbestuurder was, mede-oprichter en directielid was van de nv Handelsdrukkerij de Indische Courant. Als gewezen redacteur-commissaris van de Suikerbond schreef hij in 1923 een artikelen-reeks over het Gewijzigd Ontwerp Burgerlijk Wetboek in v…
    (1951-1955),
  • Rindert van Zinderen-Bakkerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZinderen Bakker, Rindert van

    Ter Apel 5 mei 1912 - 2 juli 1993

    Burgemeester van Westzaan en de laatste burgemeester van Koog aan de Zaan. Rindert van Zinderen Bakker werkte voor de oorlog in Groningen en werd in 1939 aangesteld bij het kadaster in Alkmaar. Tijdens de oorlog was het echtpaar Van Zinderen Bakker onder meer betrokken bij de illegale bladen Robu en De Vrije Alkmaarder. In januari 1944 werd hij gearresteerd en gedeporteerd naar Dachau. Zijn vrouw en kind doken onder.
    , benoemd in 1955 en in 1960 vertrokken naar Koog,
  • mr. Piet B.J. Reeling Brouwerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigReeling Brouwer, Piet

    Alkmaar, 28 januari 1921 - Oostzaan, 15 maart 2005

    mr. Pieter Benjamin Johan (Piet) Reeling Brouwer, PvdA-Burgemeester van Westzaan van 1961 tot 1969 en Oostzaan van 1969 tot 1986. Piet Reeling Brouwer kwam na een studie Geologie en Rechten en een ambtelijke carrière in Wateringen en Renkum naar de Zaanstreek; in 1961 werd hij beëdigd als burgemeester van Westzaan. Aanvankelijk was hij voorstander van de samenvoeging tot Zaanstad; later zag hij deze meer als annexatie va…
    geïnstalleerd in 1961 en in 1969 naar Oostzaan vertrokken en
  • Frederik Verstegenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigVerstegen, Frederik

    Den Helder, 4 februari 1907 - Uitgeest, 19 december 1972

    Laatste burgemeester van Westzaan, Verstegen begon als volontair in zijn geboorteplaats te werken en werd in 1940 hoofdcommies in Leiden. In de jaren zestig werd hij raadslid voor de VVD in Bergen. In december 1969 volgde zijn benoeming tot burgemeester van Westzaan, wat hij als een bekroning op zijn carrière zag. In 1968 was hij 'even' waarnemend burgemeester van 'roerig' Vinkeveen waar het college van B & W vanwege …
    (1969-1972).

Bewonings geschiedenis

Westzaan is lange tijd beschouwd als een van de oudste dorpen van de Zaanstreek. Aangenomen werd dat het al in de 10e eeuw bestond als Westzegnem. Westsaghem of Wesagnem, namen die voorkomen op goederenlijsten van de St. Maartenskerk in Utrecht. Een onderzoek van mr. Johan Willem Groesbeekplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGroesbeek, mr. Johan Willem

Koog aan de Zaan 16 november 1908 - Haarlem 20 december 1993 J.W. Groesbeek Bron: Gemeentearchief Zaanstad Mr. Johan Willem Groesbeek, Rijksarchivaris van Noord-Holland, geruime tijd voorzitter van Zaans Schoon en redacteur van De Zaende. Groesbeek heeft een aantal publikaties over de geschiedenis van de Zaanstreek op zijn naam. Na een middelbare school-opleiding te Amsterdam en Zaandam studeerde hij rechten aan de Gemeente Universiteit te Amsterdam. Zijn historisch…
in De Zaende van 1946, maakt het aannemelijker dat het dorp pas in de 12e eeuw ontstond. De namen Westzegnem en Hostzegnem zouden namelijk betrekking hebben op Sassenheim, dat in de middeleeuwen uit twee delen bestond. Archeologisch veldonderzoek heeft tot nu toe ook geen eerdere bewoningssporen dan uit de 12e eeuw opgeleverd. De in 1989 gevonden scherven van zogenaamd Paffrath-materiaal bevonden zich enkele tientallen meters westelijk van de huidige bebouwing in de bodem.

Westzaan ontstond in het hoogveengebied dat zich in de eerste 1000 jaar van onze jaartelling in grote delen van Holland had gevormd. Geleidelijk werd dit hoogveen voor akkerbouw benut. Dr. M.A. Verkade schreef: 'Uitgaande van het Twiske moet dan de Reefde eerste gouw zijn geweest en zouden, na de ontsluiting van de tweede en derde ontginningsstrook, de eerste woningen van Westzaan op het veendijkje van de daarachter gelegen tweede gouw zijn gebouwd, die daardoor uiteindelijk de functie van wegsloot heeft verkregen. (…) Toen na verloop van tijd een vierde strook tot bouwland was gemaakt, kon op het veendijkje van de derde gouw die de naam Gouw overigens tot op heden heeft gehouden - opnieuw een vestiging ontstaan, die alle veranderingen van de laatste tijd ten spijt, niet teniet is gegaan en van oudsher de naam De Middel heeft gedragen.'

Zoals elders is uiteengezet, is het ontgonnen akkerland door klink en erosie na enkele eeuwen veranderd in het huidige laagveengebied, dat alleen nog als wei- en hooiland kon dienen. Over de laat-middeleeuwse bewoning van Westzaan is voorts bekend dat ongeveer 32% van het grondbezit van de Banne, toen nog inclusief Krommenie, in 1514 het bezit van de dorpelingen was. De overige 68 was in handen van kerk of klooster. De grondwaarde was laag, zoals in de gehele Zaanstreek. Per morgen, 0,9 hectare ofwel 600 roeden, werden gemiddeld 40 Rijnlandse guldens betaald. Ter vergelijking: bij Alkmaar kostte de grond 100 Rijnlandse guldens per morgen, in Assendelft 40, in Oostzaan 33 en in Wormer-Jisp 25 Rijnlandse guldens per morgen.

Het boerenbedrijf was nog zeer extensief. Waarschijnlijk vormde dit er mede de oorzaak van dat Westzaners zich in de 15e eeuw incidenteel meer naar het oosten gingen vestigen: de buurtschappen aan de lage dijk westelijk langs de Zaan ontstonden zo vanuit Westzaan (bijv. Zaandijk in 1494). De vernieling (1573-'74) van het dorp in de Spaanse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSpaanse tijd

Lokale aanduiding voor de jaren 1572 tot en met 1576, de tijd waarin de Zaanstreek gedeeltelijk door troepen in Spaanse dienst bezet was. Feitelijk is het een foutieve naamgeving van de eerste jaren van de opstand in de Nederlanden tegen de toenmalige vorst, Filips II
werd enkele tientallen jaren later al gevolgd door een bloeiperiode. Hoewel Westzaan overwegend boerendorp bleef, profiteerde het mee van de 17e-eeuwse industriële ontwikkeling van de Zaanstreek. Er ontstond molennijverheid (zie: hierna 'Middelen van bestaan') en de bevolking nam toe.

In de 18e eeuw liep het aantal inwoners echter geleidelijk weer terug, om na de Franse tijdplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigFranse tijd

De Franse tijd in Nederland duurde van 1795 tot 1813 en was een periode van grote veranderingen. Nederland werd bezet door Franse troepen onder leiding van Napoleon Bonaparte, wat leidde tot economische en politieke veranderingen. De Zaanstreek werd hard getroffen door de Franse bezetting, vooral door het Continentaal stelsel dat de handel en economie negatief beïnvloedde. Ondanks alle veranderingen bracht de Franse tijd ook nieuwe ideeën met zich mee, zoals wetten die gelijkheid vo…
in 1815 een dieptepunt te bereiken. Weliswaar ontstond er later in de 19e eeuw enige industrie, als voortzetting van de molennijverheidplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolenindustrie

Productieve technische bedrijvigheid, uitgevoerd met molens. De Zaanstreek wordt met recht het oudste industriegebied ter wereld genoemd. Vanaf omstreeks 1600 ontwikkelde zich hier een opeenhoping van industriële bedrijvigheid van een tot dan ongekende veelzijdigheid en omvang. Tussen 1575 en 1875 zijn rond de Zaan ongeveer duizend molens gebouwd. Nu, zo'n honderd jaar later, zijn daarvan, naast een drietal polder-watermolens, slechts een dertiental industrie windmolens over.
, maar deze had niet zo'n omvang dat het aantal inwoners er, zoals in de langs de Zaan gelegen gemeenten, sterk door toenam.

Middelen van bestaan

Akkerbouw, veeteelt, zeevaart en binnenvaart waren aan het eind van de 15e eeuw de bestaansmiddelen in de Banne van Westzanen. De akkerbouw was toen al beperkt tot de smalle stroken grond langs de sloten, waarop bagger was gestort. Een bron uit 1494 vertelt dat in Westzanen koeien werden gehouden, dat de inwoners zich verhuurden voor de zeevaart (haringvangst?) en dat 'zij hem generen met Rijnschepen`. dus deelnamen aan de binnenvaart. Evenals elders in de streek zullen toen ook de binnenvisserij en de jacht op waterwild van enig belang zijn geweest.

Wat de akkerbouw betreft: de oogst van graan was toen al te klein voor verkoop aan derden, deze diende vermoedelijk alleen voor de eigen consumptie. Al in 1537 werd melding gemaakt van een zekere Jan IJf, komende uit Dantzig, die omtrent 150 last graan meenam om aan zijn dorpsgenoten te verkopen. Loosjesplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigLoosjes, Adriaan

Westzaandam 15 april 1689 - 20 maart 1767

Adriaan Adriaanszoon Loosjes, houtkoper, predikant aan de Fries Doopsgezinde gemeente te Westzaandam, vooral bekend geworden als auteur van Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Oostzaan, Oostzaandam, Westzaan, Westzaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westknollendam en Nauerna, uitgegeven Haarlem 1794; heruitgave 's-Gravenhage 1968.
veronderstelde dat IJf niet de enige Westzaner was die in graan handelde. Daarnaast maakte hij melding van een lakenkoper die zijn stoffen in Antwerpen kocht en in Westzaan aan de man bracht. De 17e eeuw bracht bloei tengevolge van de molenindustrie die in het veld ontstond. Men bleef echter in graan handelen, terwijl er ook enkele kleine scheepswerven ontstonden. Westzaan profiteerde echter minder van de toenemende welvaart dan bijvoorbeeld Westzaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaandam

Vroegere naam voor het ten westen van de Zaan gelegen deel van Zaandam, dat deel uitmaakte van de Banne van Westzanen. Het dorp is, in tegenstelling tot Oostzaandam, nooit zelfstandig geweest - en dat terwijl het in de loop der geschiedenis in economisch opzicht en wat betreft het aantal inwoners belangrijker werd dan zijn 'overbuur`. De oorzaak van de aanvankelijke, tot 1811 in stand gebleven scheiding tussen West- en Oostzaandam was eenvoudigweg dat de dorpen in verschillende rec…
.

Pas uit het jaar 1731 is een eerste exacte opgave van het aantal molens in het dorp bekend, daarvóór werden alleen de gegevens van de gehele Banne vermeld. In genoemd jaar waren de paltrokplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPaltrok

Molentype, alleen toegepast voor de houtzagerij. De paltrokken, waarvan er meer dan 200 in de Zaanstreek zijn geweest, kenmerken zich door een aan drie zijden open werkvloer (zaaggrond), een geteerd (dus donker) uiterlijk en het feit dat bij het kruien de gehele molenmassa over een rolring wordt rondgedraaid; de paltrok is hierdoor een onderkruier in tegenstelling tot de
-zaagmolens met 33 stuks het talrijkst, daarnaast stonden er 7 olie-, 2 pel-, 5 papier-, 1 meel- en 3 snuifmolens, alsmede 6 tabaksstampers en 1 hennepklopper in Westzaan. De aanwezigheid van een traankokerij en twee vleethuizen geeft een aanwijzing dat er ook bemoeienis met de walvisvaart was. Daarnaast stonden er (nog steeds in 1731 ) twee potasbranderijenplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPotasbranderij

Potas is de oude naam voor kalium-carbonaat, dat aanvankelijk uit hout - of plantenas werd gebrand , geloogd en in zuivere toestand in potten werd bewaard. Potas werd gebruikt door de blekerijen, vooral die ten behoeve der zeildoekfabricage.

Jacob Honig Jsz. Jr. stelde het ontstaan van de Zaanse potasbranderij na 1680, maar dr. Regtdoorzee Greup-Roldanus, bekend door haar studie over de Haarlemse blekerijen, meende dat al vóór 1650 potas in de Zaanstreek werd gebrand. In 1700 we…
, een stijfselhuis, een blauwselhuisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigBlauwselmakerij

Economische sector in de 18e, 19e en 20e eeuw, thans niet meer in de Zaanstreek aanwezig. Blauwsel werd gebruikt om de wat gelige tint van wasgoed, papier, pigment en dergelijke mooi wit te maken, en vond ook toepassing `int couleuren der inlandsche porceleynen'
en 27 pakhuizen in het dorp. Het is mogelijk dat de bloei toen al zijn hoogste punt voorbij was.

In de volgende jaren nam, met het inwonertal, ook het aantal zaagmolens af. In 1795 stonden er nog 20 van de 33 uit 1731. Het aantal industriemolens (28) was vrijwel gelijk gebleven: 8 oliemolens, 2 gortpellerijen, 4 papiermolens., 6 tabaksstampers, 1 meelmolen, 3 snuifmolens, 2 mosterdmolens, 1 hennepklopper en 1 blauwselmolen. Tenslotte zijn er daarvan nu twee over: pelmolen Het Prinsenhofplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigPrinsenhof, de

Pelmolen en later doppenmolen te Westzaan.

De windbrief werd gegeven in februari 1722. In 1899 werd hij ingericht als doppenmolen. Hij staat aan en ten zuiden van de Weelsloot, en is de enige pelmolen die in de Zaanstreek is overgebleven.
en papiermolen De Schoolmeesterplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigSchoolmeester, de

Papiermolen te Westzaan, bijgenaamd De Gauw- of Gouwdief, eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De Windbrief werd gegeven in juni 1695 maar de molen kwam al in september 1692 in bedrijf. De Schoolmeester staat aan de Watering, langs de oude Guisweg. In 1874, van 1957 tot 1964 en van 1998 tot 2002 werd de molen ingrijpend gerestaureerd. De Schoolmeester is, sedert in 1934 de laatste papiermolen in Noorwegen door brand verloren ging, als enige papiermolen ter wereld die op …
, beide uniek doordat ze nog op de traditionele manier in bedrijf worden gehouden.

De veehouderij is altijd een belangrijke bron van bestaan gebleven, zeker in de 18e en 19e eeuw. Melk, boter en kaas werden tot in Amsterdam uitgevent. De afname van het aantal koeien in de herfst duidt volgens Van der Woudeplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWoude, Ad van der

Utrecht, 11 juli 1932 - Ede, 14 juni 2008

Prof. dr. Adrianus Maria (Ad) van der Woude, Auteur van het proefschrift Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de 19e eeuw
op vetweiderij. De Westzaners hielden hun koeien dus voor zowel de zuivel als de slacht. Van de mannelijke beroepsbevolking (ouder dan 21 jaar) werkten er in 1811: in de handel 41, landbouw 32, voedingsmiddelenproductie 30, bouw 29, houtbewerking 23, olie-. vet- en zeepproductie 15, verkeer 13 en visserij/jacht 11. Het grootste deel (250 van de ruim 500 getelde mannen) gaf als beroep 'arbeider` op, zonder nadere specificatie. Van minder belang waren: vrije beroepen 8, overheidsdienst 6, leerbewerking 6, textielfabricage 5 en kleding en reiniging 5. Opmerkelijk is dat de eerste stoommachine in de Zaanstreek bij de Westzaanse blauwselfabriek Avisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAvis (ondernemersgeslacht)

Ondernemersgeslacht uit de 19e eeuw. De firma der Sociëteit van de Blauwselfabriek en Negotie te Westzaan ging in 1824 in liquidatie en werd verworven door Cornelis Avis sr. (gest. 1839) stijfselfabrikant te Oostzaan, die zijn zoon Cornelis Avis Cz. (1804-1863) tot beheerder aanstelde. Deze Cornelis vestigde zich direct te Westzaan. In 1825 werd procuratie verleend aan Cornelis Avis, Cornelis Al en Cornelis Vet, de laatsten hadden als vorige eigenaren gewerkt. In 1827…
is geplaatst. De 19e-eeuwse industrialisatie ging het dorp dus niet voorbij; er werd ook lakmoes, asfalt, chocolade, vermicelli en macaroni, griesmeel, custard, potas en patentolie geproduceerd. Daarnaast waren er, afgezien van de al genoemde molens, nog 2 schuitenmakerijen en 1 zeilmakerij.

Deze opsomming zou de indruk kunnen wekken dat Westzaan een overwegend industrieel karakter kreeg. Niets is minder waar. Doordat de bedrijven over het lange lintdorp verspreid lagen, bleef het landelijke karakter behouden. Een beroepstelling in 1930 (1180 werkzame personen) gaf de volgende percentages: industrie 59%, administratieve beroepen 16.4%, landbouw 11% en overige sectoren 13.6%. Er werd toen, zoals dat ook al eerder het geval was, door vrij velen gependeld naar bedrijven in andere Zaangemeenten. Na de Tweede Wereldoorlog nam deze pendel (het heen en weer reizen in verband met het werk buiten het dorp)) toe, ook al doordat in Westzaan bedrijven werden gesloten of vertrokken, zoals de blauwselfabriek Avisplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAvis (ondernemersgeslacht)

Ondernemersgeslacht uit de 19e eeuw. De firma der Sociëteit van de Blauwselfabriek en Negotie te Westzaan ging in 1824 in liquidatie en werd verworven door Cornelis Avis sr. (gest. 1839) stijfselfabrikant te Oostzaan, die zijn zoon Cornelis Avis Cz. (1804-1863) tot beheerder aanstelde. Deze Cornelis vestigde zich direct te Westzaan. In 1825 werd procuratie verleend aan Cornelis Avis, Cornelis Al en Cornelis Vet, de laatsten hadden als vorige eigenaren gewerkt. In 1827…
(1966), chocoladefabriek Grootesplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigGrootes, gebroeders D. & M.

Cacao- en chocoladefabriek, en oorspronkelijk blauwselfabriek, te Westzaan, opgericht in 1825 en verdwenen in 1969.

Grondlegger van het bedrijf was Pieter Grootes Mz., die tot 1824 werkte op de blauwselfabriek van Vasterd Vas, waarvan zijn vader directeur was. Toen in genoemd jaar deze fabriek werd verkocht aan Cornelis
(1969), papierwarenfabriek Gebr. de Jongplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJong, de (ondernemersgeslacht)

Naam van een in het verleden belangrijk Zaans ondernemersgeslacht, oorspronkelijk afkomstig uit Wormer, waar het waarschijnlijk al in de 16e eeuw de pellerij beoefende. Latere generaties vestigden zich als papiermakers in Westzaan, met onder meer de (nog in werking zijnde) molen
(1970) en Molenaars kindermeelplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigMolenaar's Kindermeel

Westzaans bedrijf dat zich toelegde op de productie van het voor baby's en peuters zeer voedzame kindermeel.

Het bedrijf ontstond bij toeval in 1888. Pieter Molenaar probeerde met pelmolen De Duinmeier door het aannemen van allerlei maalklusjes het hoofd boven water te houden. De gerstpellerij was, door de concurrentie van de met stoommachines werkende familie Laan, niet lonend. Molenaar ging daarom rijst pellen.
(1974).

In 1973 was nog slechts 3,8 % van de beroepsbevolking betrokken bij landbouw (veeteelt) en visserij; 62,8% werkte in de nijverheid. 7,3 % in de bouwnijverheid en 26,1 % in de dienstverlening. Dit alles op een totaal van 1213 werkzame personen.

Literatuur:

  • A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden deel 12, Gorinchem 1849;
  • P. Boorsma, Duizend Zaanse molens. Wormerveer 1950;
  • S. Hart, Geschriften getal, Dordrecht 1976;
  • G.J. Honig, Zaanlandsche gemeentewapens, Zaandijk 1887;
  • A. Loosjes, Beschrijving van de Zaanlandsche dorpen, Haarlem 1796;
  • W.P. Tip, De geschiedenis van Westzaan, Westzaan 1971;
  • H.N. ter Veen ea., Problemen der samenvoeging van Zaangemeenten, Haarlem 1941:
  • M.A. Verkade, Den derden dach. Alkmaar 1982;
  • D. Vis, De Zaanstreek, Leiden 1948;
  • A.M. van der Woude, Het Noorderkwartier, Utrecht 1983;
  • Zaanstad in cijfers 1987: Zaanstreek in cijfers 1974.

* Assendelftplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigAssendelft

Voormalige zelfstandige gemeente, sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van Zaanstad. De samenvoeging stuitte bij de bevolking op grote weerstand. Assendelft wenste deze niet en bepleitte samen met Krommenie een gemeente Krommenie-Assendelft. De rijksoverheid besliste evenwel anders.
* Jispplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigJisp

Tot 1991 zelfstandige gemeente, ten oosten van de Zaan, op de grens van Zaanstreek en Waterland. Het dorp is, gezien zijn verleden, te beschouwen als behorend bij de Zaanstreek. Jisp is met nog geen duizend inwoners verreweg het kleinste dorp binnen deze Zaanstreek. De buurtschap Spijkerboor behoorde bij de gemeente Jisp. Vóór 1940 was een groot deel van de inwoners voor wat hun inkopen betreft op Purmerend aangewezen. Dit kwam vooral door het ontbreken van voorzieningen in de eigen plaats…
* Knollendamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKnollendam

Voormalige dam aan de noordkant van de Zaan, die voorkwam dat vloedwater uit de Schermer vanuit het noorden de Zaan instroomde. De dorpen Oost- en West-Knollendam zijn naar deze Dam genoemd.

Het is niet precies bekend wanneer de Knollendam werd aangelegd. Zeker is dat dit in de 14e eeuw gebeurde, volgens
* Koog (aan de Zaan)plugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKoog (aan de Zaan)

Voormalige zelfstandige gemeente ten westen van de Zaan, ten noorden van Zaandam, ten zuiden van Zaandijk, sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van Zaanstad. Tot in de Franse tijd was Koog bestuurlijk deel van de Banne van Westzaan; de invloed van Koog daarin was gering. Ofschoon niet geheel zeker, wordt aangenomen dat de gemeente Koog aan de Zaan per 1 augustus 1811 zelfstandig werd (zie:
* Krommenieplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKrommenie

Voormalige zelfstandige gemeente in het noorden van de Zaanstreek, per 1 januari 1974 opgegaan in Zaanstad. Na Zaandam in omvang de tweede gemeente van de streek. De samenvoeging tot Zaanstad leidde in Krommenie tot veel protesten. Krommenie wenste deze niet en bepleitte samen met Assendelft een gemeente Krommenie-Assendelft. De rijksoverheid besliste evenwel anders. Krommenie zelf is feitelijk ook een samenvoeging van een aantal woonkernen. Naast Krommenie behoren ook het tot 1816 ze…
* Krommeniedijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigKrommeniedijk

Klein dorp in de gemeente Zaanstad, deel van Krommenie.

Krommeniedijk bestaat feitelijk uit een lage dijk langs het voormalige Kromme IJ (Crommenije). De geschiedenis van Krommeniedijk is niet los te zien van die van Krommenie. Het is niet bekend welke bewoningskern er eerder was. Volgens
* Westzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWestzaan

Westzaan was van 1811 tot 1974 een zelfstandige gemeente, daarna de naar inwonertal kleinste deelgemeente van Zaanstad. Westzaan was het hoofddorp van de eerdere Banne van Westzaan als zodanig een van de oudere nederzettingen in de streek en zelfs het moederdorp van de westelijk aan de Zaan gelegen, later tot Zaanstad verenigde gemeenten (West-)Zaandam, Koog, Zaandijk en Wormerveer.
* Wormerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWormer

Voormalige zelfstandige gemeente, die steeds is beschouwd als behorende tot de Zaanstreek maar - althans bestuurlijk sinds de jaren '80 voornamelijk op Waterland georiënteerd raakte. Het dorp verweerde zich eerder, in het begin van de jaren '70, met succes tegen de
* Wormerveerplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigWormerveer

Voormalige zelfstandige gemeente, sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van Zaanstad. Het dorp kent een betrekkelijk korte geschiedenis; de eerste bewoning is ontstaan in de onmiddellijke nabijheid van het Zaan- of Wormerveer, een oud grafelijk veer naar Wormer, dat al in de 14e eeuw aanwezig was. Deze eerste paar huizen groeiden aanvankelijk zeer langzaam in zuidelijke richting langs de Zaanoever. Het gehucht werd 't Saen genoemd en maakte deel uit van de
* Oostzaanplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigOostzaan

Zelfstandige gemeente binnen de Zaanstreek, een van de drie Zaanse dorpen die in 1974 niet bij de samenvoeging tot Zaanstad werden betrokken. Hoewel de oorspronkelijke bewoners - zoals nog aan de klank van het plaatselijk dialect valt te horen - Waterlanders zijn geweest, behoort Oostzaan historisch tot de Zaanstreek. De naam zegt dat trouwens al.
* Zaandamplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaandam

Voormalige zelfstandige gemeente, die zowel wat betreft inwonertal als economische betekenis de belangrijkste bewoningskern van de Zaanstreek vormde. Zaandam ontstond in de Franse tijd door de samenvoeging van Oostzaandam en Westzaandam, bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811. Daarbij werden aan de nieuwgevormde gemeente stadsrechten verleend. Per 1 januari 1974 verloor Zaandam zijn zelfstandigheid bij de
* Zaandijkplugin-autotooltip__default plugin-autotooltip_bigZaandijk

Voormalige zelfstandige gemeente in het centrum van de Zaanstreek. Sinds 1 januari 1974 deel uitmakend van de gemeente Zaanstad. Het bestuurlijke centrum van de nieuwe stad was lange tijd in Zaandijk (Bannehof) gevestigd. Zaandijk behoort tot de jongste dorpen van de Zaanstreek.

  • /home/zaanwiki/domains/zaanwiki.nl/private_html/encyclopedie/data/pages/westzaan.txt
  • Laatst gewijzigd: 2020/09/13 21:49
  • door 145.133.169.159