Dit is een oude revisie van het document!
Overzicht molens met de naam Oranjeboom
Oranjeboom, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam en later Westzaandam, klein wipmolentje. Het lattenzagertje werd gebouwd omstreeks 1896 aan de Oostzijde ten noorden van de Noorderbrug, waar het werd gebruikt voor het zagen van duigen. Later werd het overgebracht naar Westzaandam, waar de molen werd neergezet aan en ten westen van de Vaart, ten zuiden van het Blauwepad. Toen kreeg hij de naam Oranjeboom, zijn naam aan de Oostzijde is niet bekend. Hij werd in 1906 gesloopt.
Oranjeboom, de
Houtzaagmolen te Westzaan, paltrok. De windbrief werd gegeven in september 1683. De molen stond noordelijk van de Tarwe-akkersloot en werd in 1700 naar Westzaandam verplaatst. zie aldaar.
Oranjeboom, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, bijgenaamd De Luis. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1707. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Watering, noordelijk van het tegenwoordige NS-Station, en werd in 1777, terwijl men bezig was hem te slopen, door brand verwoest.
Oranjeboom, de
Houtzaagmolen te Westzaandam paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in februari 1699. Hij heeft gestaan ten oosten van de Vaart, achter het Stuurmanspad, en werd in maart 1886 gesloopt.
Oranjeboom, de
Oliemolen te Assendelft, ook De Dromer genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1668. Hij heeft gestaan aan de Nauernase Vaart, als tweede molen van het noorden, en werd gesloopt in september 1808.
Oranjeboom, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit oktober 1683. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Kuil, en werd langdurig gebruikt voor de verwerking van cacao-afval. In mei 1938 werd hij onttakeld en in december 1940 tot stellinghoogte afgebroken; in maart 1941 werd hij door brand verwoest.
Oranjeboom, de
Snuif- en verfmolen te Westzaan. De windbrief werd gegeven in juli 1754. Hij heeft gestaan nabij de Nauernasche Vaart, ten noorden van Plan Molenaar, en werd de laatste jaren gebruikt voor de verwerking van cacao-afval. Hij werd gesloopt in 1941.
Oranjeboom, de Kleine
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, ook Het Spintje genoemd. De eerste vermelding van de wagenschotzager, en later balkenzager, dateert uit 1707. Hij heeft gestaan achter het Boerenpad, en werd in 1888 gesloopt.
Oranjeboom, de Kleine
Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier. De eerste vermelding van de wagenschot- en lattenzager dateert uit 1739. Hij heeft gestaan aan de Hogendijk. Het jaar van verdwijnen is onbekend.
Aafke, het Jonge
Het Jonge Aafke, een Houtzaagmolen op schuur te Wormerveer, wipmolen.
Het bouwjaar van de lattenzager is onbekend; Het Jonge Aafke, een houtzaagmolen, had enkele kenmerkende architectonische elementen, typisch voor molens in de Zaanstreek; de molen was voornamelijk van hout gemaakt, wat gebruikelijk was voor houtzaagmolens. De molen kende een bovenkruiende structuur, de molen zelf meedraaide met de wieken.
Het hoofdzaagmechanisme bestond uit een krukas, die de ronddraaiende beweging van de wieken omzette in een op- en neergaande beweging van de zagen. Het Jonge Aafke was een wipmolen, wat betekent dat het een schuin opgestelde molenas had die door de windkracht naar beide kanten kon worden gedraaid. Deze elementen maakten de molen efficiënt en geschikt voor de houtzagerij in de Zaanstreek.
Op 16 mei 1895 werd het molentje in openbare veiling uit nalatenschap Neeltje Kooy Jacobs wed. Pieter Veenis voor ƒ210,00 aan Mathijs de Wit verkocht en kort daarna gesloopt. Hij heeft gestaan aan de Zwartsloot, ten westen van de Noorddijk.
Aagt, Lange
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, bijnaam van De Nieuwe (ook wel: Jonge) *Dekker.
Aap, De
(ook Het Aapie). Bijnaam van oliemolen in Oostzaandam. Zie De Woudaap, De.
Abraham, de
Pelmolen te Oostzaandam, scheldnaam: De Jood, later De Jonge Abraham genoemd. De windbrief werd gegeven in maart 1695. De molen heeft gestaan aan het Kalf. In april 1766 werd hij, na blikseminslag, door brand geheel verwoest. Herbouw volgde en de nieuwe molen kreeg de naam De Jonge Abraham. Deze werd gesloopt in 1916, na de laatste jaren van zijn bestaan als doppenmolen dienst te hebben gedaan.
Achteruit, de
Meelmolen te Wormer, ook de Achteruitsmolen of de Prins van Oranje genoemd. De windbrief werd gegeven tussen 1584 en 1601. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Middentilsloot, nabij en ten noorden van de dorpsbebouwing, en werd gesloopt in 1743.
Adelaar, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in juni 1714. De molen heeft op de noordkant van het Langeland gestaan, ten oosten van en nabij de latere Provincialeweg. Hij werd vermoedelijk kort na juli 1812 gesloopt.
Admiraal Tromp, de
Verfmolen te Westzaan, en later Westzaandam, ook kortweg de Tromp genoemd, bijgenaamd de Kakkeba, in Zaandam bekend als de Bruinvis. De windbrief werd gegeven in september 1690. De molen stond oorspronkelijk te Westzaan, aan en ten westen van de Gouw tussen de Papenpadsloot en de Roggebloemsloot. In 1804 werd hij verkocht voor afbraak. Hij werd daarna herbouwd op het erf van de gesloopte oliemolen de Bruinvis te Westzaandam, ten westen van de Watering, nabij de Westzanerdijk. ln oktober 1878 brandde hij door blikseminslag geheel af.
Almanak, de
Oorspronkelijk oliemolen te Jisp en later pelmolen te Oost-Zaandam, bijgenaamd: het Boekie. Het bouwjaar is niet bekend; de eerste vermelding dateert van juni 1683. In een onbekend jaar werd hij van zijn standplaats te Jisp, nabij de Wormergangsloot, vervoerd naar Oostzaandam, waar hij als pelmolen werd herbouwd, ten noorden van de Almanaksloot. In december 1926 werd de molen geheel door brand verwoest. De laatste jaren van zijn bestaan werd hij gebruikt als doppenmolen en voor het malen van fourage-artikelen.
Apie, het
Oliemolen te Oostzaandam, zie: de Woudaap, De
Appelboom, de
Oliemolen te Westzaan. De windbrief werd gegeven in juli 1695; rijkelijk laat, want al in oktober 1692 werd de molen opgenomen in een assurantiecontract. Na 1868 werd hij gebruikt voor het verwerken van cacao-afval. Hij heeft gestaan ongeveer tegenover de watertoren, en werd omstreeks 1900 gesloopt.
Appelboom, de
Pelmolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in september 1727. De molen heeft gestaan ten oosten en op enige afstand van de Gouw, nabij en ten zuiden van het Smaal. In november 1849 ging hij door brand verloren.
Arend, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok. Het bouwjaar is onbekend, evenmin of hij als balkenzager of wagenschotzager in bedrijf is geweest. De molen komt voor in een kaartboek van de Oostzijde uit 1693, iets ten noorden van de latere Magere brug. Verdere gegevens ontbreken.
Arend, de
Houtzaagmolen te Gostzaandam. paltrok. Het bouwjaar van de balkenzager is niet bekend; hij wordt voor het eerst vermeld in een assurantiecontract uit mei 1736. Hij heeft gestaan ten westen van de Gouw, nabij het tegenwoordige Kattegat en werd in mei 1770 door brand verwoest.
Arend, de Blauwe

Hennepklopper te Krommenie. De windbrief werd gegeven in april 1693 aan Symon Blauwe c.s. Hij heeft gestaan aan de Nauernasche Vaart, op het noordeinde van de dijk. In 1904 werd er een dieselmotor in geplaatst en in 1913 werd hij gesloopt.
Arend, de Blauwe
Oliemolen te Westzaandam. De windbrief werd gegeven in april 1656 aan Claes Dircksz. Blaeuw. In 1879 werd de molen gesloopt omdat hij in de weg stond bij de aanleg van de spoorlijn naar Enkhuizen. Hij stond iets noordelijk van deze spoorlijn, aan weg en Zaan.
Arend, de Bonte
Houtzaagmolen te Westzaandam, zeskante bovenkruier. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in november 1719 aan Cornelis de Bont. De molen heeft gestaan aan en ten oosten van de Watering. Hij werd in 1905 gesloopt, waarna een stoomhoutzagerij met dezelfde naam op zijn erf werd gebouwd.
Arend, de Groene
Oliemolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in mei 1649. De molen heeft gestaan aan en ten oosten van de Nauernase Vaart, tegenover de Noordersluis van Krommenie, en kwam in 1804 in slopershanden. Bij de molen was een sluis gelegen, die Groene Arendsluis, de Groene werd genoemd.
Arend, de Witte
Hennepklopper te Krommenie, zie: de Feniks, De
Arend, de Zwarte
Meelmolen te Wormer, niet genoemd door Pieter Boorsma in Duizend Zaanse Molens. Waarschijnlijk stond de molen ook onder een andere naam bekend, onder welke Boorsma hem opnam. De Zwarte Arend wordt genoemd in een verkoopcontract uit maart 1668.
Andere vermeldingen zijn niet bekend
Arend, de Grote
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in november 1713. De molen stond aan en ten noorden van de Papenpadsloot, ten westen van de latere spoorlijn. De laatst bekende vermelding is in een assurantiecontract uit 1760. Vermoedelijk is hij kort daarna gesloopt.
Arend, de Blauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in november 1726. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Papenpadsloot en werd gesloopt in 1875.
Assumburg, het Huis
Het Huis Assemburg, olie- en pelmolen te Assendelft, meestal de Assum genoemd. De kolossale molen werd gebouwd in 1780; één van de eerste participanten was mr. A.A. Deutz, heer van Assendelft. Hij heeft gestaan aan de Nauernasche Vaart bij Vrouwenverdriet en werd in 1897 afgebroken en vervoerd naar Nieuw Vossemeer, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Lees meer over deze molen in de Molendatabase Verdwenen Molens.
Auwelsmolen, De
Meelmolen in Wormer, ook de Auwel, de Valk, de Wester en de Duvelsmolen genoemd. De windbrief werd gegeven tussen 1584 en 1601. Hij stond ten oosten van de Westerveersloot, achter de huizen (ter hoogte van de tegenwoordige Zaandammerstraat). De molen werd gesloopt rond 1743.
Bagijn, de
Oliemolen te Koog. De eerste vermelding dateert van februari 1691, maar de molen was waarschijnlijk veel ouder. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Bagijnsloot (de grens tussen de gemeenten Koog en Zaandijk), vermoedelijk ter hoogte van de latere spoorlijn, en werd gesloopt tussen 1809 en 1814.
Bakker, de Jonge
Houtzaagmolen te Wormerveer, bovenkruier, ook de Twee Goede Vrienden genoemd. De wagenschotzager was al aanwezig in 1670; het bouwjaar is onbekend. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Nauernase Vaart en werd in 1745 afgebroken en naar Maasland vervoerd, waar hij werd herbouwd.
Bakker, de
Houtzaagmolen te Westzaan, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in december 1674 aan Willem Jansz. Backer. In 1707 ging hij door brand verloren, waarna echter herbouw volgde. Hij heeft gestaan nabij de dijk en de Overtoom, ten westen van de weg, en werd gesloopt in 1748.
Bakker, de
Oliemolen te West-Knollendam. De windbrief werd gegeven in augustus 1689. Hij was vanaf de Zaan de eerste molen aan de Tochtsloot en ging in januari 1909 geheel door brand verloren.
Bakker, de
Pelmolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in september 1690. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Kopermolensloot, ten westen en op enige afstand van de Gouw, en werd gesloopt in het begin van de 19e eeuw.
Beer, De
Oliemolen en later verfmolen in Wormer, meestal het Beertje genoemd.
De windbrief werd gegeven in september 1649. Het was een kleine molen die gewoonlijk ´t Beertje werd genoemd. In 1655 kocht Pieter Clasz. Pietersen van Jan Heijndricksen en Pieter Jansz. Engel de helft van een oliemolen, genaamd De Beer voor f. 2015.- Op 12 maart 1656 werd de hennepkoeksmolen, dus een molen met één slagwerk, de Beer in zijn geheel verkocht voor f. 2375.-.
In 1816 werd de molen ingericht voor het malen van verfstoffen. Op 1 juni 1866 door de bliksem getroffen en in brand gezet, doch de brandweer slaagde er in om de molen te behouden. In 1897 werd hij onttakeld en verving een petroleummotor de wind als drijfkracht. Restanten van De Beer verdwenen door sloop. Hij stond aan de Wormerringdijk, buitendijks, ten westen van de Bartelsluis.
In Wormer is een straat in de molenbuurt vernoemd naar deze molen, namelijk De Beerstraat. Op de zijkant van een huis in De Beerstraat hoek Rietvinkkade is de molen in steen ingemetseld.
Beer, de Grauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante Bovenkruier. De in 1604 voor rekening van Dirck Sybrandtsz gebouwde balkenzager wordt beschouwd als de eerste bovenkruier onder de houtzaagmolens. In juni 1834 werd de molen getroffen door bliksem, hij verbrandde echter niet. Hij werd in april 1891 tot stellinghoogte afgebroken en naar Beesel in Limburg vervoerd, waar hij, onder dezelfde naam, als korenmolen werd herbouwd. Daar werd hij in 1944 door oorlogshandelingen verwoest, waarna restauratie volgde en de molen in december 1952 weer in gebruik werd genomen. De molen werd in 1982/1983 opnieuw gerestaureerd.
In de Zaanstreek heeft hij gestaan aan weg en Zaan ter hoogte van de oliefactorij van de firma P. Bon Cz. De onderbouw van de molen en de aangebouwde schuren werden in maart 1929 afgebroken.
Beer, de Jonge
Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier. De windbrief van de balkenzager is niet bekend. De molen was vermoedelijk al in 1678 aanwezig; de eerste vermelding dateert uit 1683. Hij heeft gestaan niet ver en ten westen van de latere spoorlijn, en is vóór 1828 door sloop verdwenen.
Beer, de Oude
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante Bovenkruier. zie: de Grauwe Beer
Beer, de Witte
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in oktober 1681. Hij heeft gestaan ten oosten van de Watering. nabij het Blauwe Arendspad, het. De laatst bekende vermelding stamt uit 1753, vermoedelijk is hij kort daarna gesloopt.
Beertje, het
Oliemolen en later verfmolen te Wormer. zie: de Beer, De
Besjes Tas
Tabaksstamper en oorspronkelijk houtzaagmolen te Westzaan, zie: de Tas.
Bestevaer, De
De Bestevaer, oliemolen en later papiermolen in Assendelft. De eerste vermelding dateert uit 1649. In 1669 was hij al ingericht als papiermolen. Hij stond aan de Delft, tegenover de Kerkbuurt, en verdween kort na december 1848 door sloop.
Betlehem, de
Oliemolen te Wormer. Het bouwjaar is niet bekend; de eerste vermelding dateert uit 1678. De molen heeft gestaan aan en ten zuiden van de Zuiderganssloot, ten oosten van het Weiver, en werd gesloopt in 1807.
Bezem, de
Oliemolen te Wormerveer, ook de Bezemmaker genoemd. De windbrief werd gegeven in januari 1682. Hijheeft gestaan aan de Zaan, buitendijks, ten noorden van de latere oliefabriek de Tijd en werd gesloopt in 1896.
Bezemmaker, de
Oliemolen te Wormerveer, zie: de Bezem, de
Big, het Jonge
Oliemolen te Assendelft, en later pelmolen en oliemolen te Zaandijk. Het bouwjaar en de standplaats te Assendelft zijn niet bekend. In mei 1675 werd de windbrief gegeven voor de herbouw van de oliemolen te Zaandijk, als pelmolen. Hier heeft hij gestaan nabij en ten zuiden van de Sluissloot. ln 1728 werd hij weer ingericht als oliemolen. De laatste jaren van zijn bestaan verwerkte hij cacao-afval, in november 1923 ging hij door brand verloren.
Big, het Oude
Pelmolen te Koog en oorspronkelijk Assendelft. Het bouwjaar van de molen in Assendelft is niet bekend. De eerste vermelding dateert uit 1653. Omstreeks 1685 werd hij van zijn standplaats aan de Delft, op de grens van de Noorder- en de Zuiderpolder, verplaatst naar Koog, waar hij ten zuiden van de Weelsloot en ten oosten en op enige afstand van de Watering werd neergezet. Hij werd in 1791 afgebroken.
Bijkorf. De Vergulde
Papiermolen in Wormerveer, ook de Bel genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1699. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Pieterpadsloot, ten noorden van de tegenwoordige spoorlijn. De molen werd in januari 1775 door brand verwoest. De herbouwde molen werd afgebroken in 1816.
Bijkorf, de Vergulde
De Vergulde Bijkorf te Zaandijk, ook de Guisman genoemd, was de eerste witpapiermolen in de Zaanstreek, uitgerust met een maalbak of ‘Hollander’. Cornelis Jansz Honigh kocht de Wormer molen, waar hij bekend stond als de Kwikstaart, in 1662 en liet hem in 1668 verplaatsen naar het Guispad te Zaandijk. Cornelis Jansz Honigh had vier zonen, waarschijnlijk allen papiermakers. De jongsten, Jacob en Adriaan, volgden hem bij zijn overlijden dat in 1668 plaats had in zijn zaken op.
Toen Lodewijk XIV Gelderland in 1672 overmeesterde, namen vele papiermakers van de Veluwe de wijk naar Noord-Holland. De verlegenheid van deze mensen deed hen sommigen eigenaars van de daar bestaande grauwpapiermolens de voorslag doen om ook witpapiermolens aan te leggen en zo ontstonden in 1672 als zodanig de molens De Wever en de Vergulde Bijkorf te Zaandijk beiden ingericht tot het fabriceren van witpapier. Het Hollands papier kreeg een goede naam, ook in het buitenland en verdrong de gebruikte Franse en Italiaanse fabricaten.
In 1854 werd de molen verkocht aan de Gebr. De Jong en werd het bedrijf J. Honig & Zn. geliquideerd. In 1874 werd ter hoogte van de Vergulde Bijkorf een welput op Nortonwijze geslagen, die niet alleen het voor hun fabrikaat het zo onmisbaar heldere, doch ook goed drinkbaar water opleverde. Deze goede uitslag trok de aandacht van ieder Zaanbewoner, in aanmerking nemende de vele mislukte pogingen in deze streek, in welke zo dikwijls behoefte aan goed drinkwater ontstaat; de waterwagen van de H.IJ.S.M., die twee keer per dag de lijn Zaandam-Uitgeest passeert, om water aan te brengen van Castricum, tot voeding der locomotieven, is daarvan een bewijs. J. Jonk, te Winkel, de vervaardiger van de Nortonput, verrichtte dat werk binnen 24 uur.
In november 1902 ging de molen door brand verloren. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van het Guispad, aan de oostkant van de Zaan. Op zijn erf kwam later de Bijenkorfstraat, thans terrein van Cacao de Zaan.
Bijl, de Witte
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager, en latere balkenzager , is onbekend; de eerste vermelding dateert uit 1695. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Dijksloot van de Westzanerdijk, en werd in 1894 gesloopt.
Bijl, de Witte
Oliemolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in september 1685. De molen werd gesloopt in 1857 en vervangen door stoomoliefabriek de Tijd van Wessanen nv, Koninklijke, die in de loop derjaren tot een omvangrijk gebouwencomplex is uitgegroeid.
Blauw, de Oude
Papiermolen te Wormerveer, ook de Ouwe Romp genoemd. De windbrief werd gegeven in november 1621. De molen werd oorspronkelijk gebouwd aan de Zaan, pal ten noorden van de Zuidersluis, later werd hij veldinwaarts geplaatst, aan en ten noorden van de Zuidersluissloot, ten westen van de tegenwoordige spoorlijn. In november 1879 ging hij door brand verloren.
Blauwselvat, het Gekroonde
Blauwselmolen te Zaandijk. De windbrief werd gegeven in juni 1741, maar de molen was toen al drie jaar in bedrijf. Hij heeft gestaan aan de Nieuwe Vaan, in Achter de Kerk, en werd gesloopt in 1827 en naar Texel overgebracht.
Bleker, de ( I )
Houtzaagmolen en oorspronkelijk volmolen te Oostzaandam achtkante bovenkruier, ook de Klamp genoemd. De windbrief werd gegeven in januari 1646 aan Pieter Jansz. Bleecker. In 1726 werd de molen in een assurantie-contract opgenomen ten name van Klas Klamp Kleijndert. Dit is de eerste vermelding als zaagmolen (balkenzager ). Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw nabij de Zuidervaldeursloot en werd gesloopt in 1769.
Bleker, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De wagenschotzager werd gebouwd in 1725 ten oosten van de Gouw, aan en ten noorden van de Dijksloot. Hij werd na verkoop in 1742 gesloopt en herbouwd op het erf van de afgebroken molen de Valk achter het Stuurmanspad.
Bleker, de
Pelmolen te Oostzaandam en aanvankelijk Westzaandam` ook De Mier genoemd. De eerste vermelding van de molen is in een Brandcontract van juni 1681` ten name van Pieter Pietersz. Gorter van de Mier. De molen, die in onbekend jaar werd verplaatst van de westkant van de Zaan naar de oostkant, heeft gestaan nabij en ten westen van de Gouw, tegenover het Grote Glop en werd gesloopt in 1794.
Bloeddief` de
Oliemolen te Oostzaandam. zie: de Virgilius, De
Boender, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam` paltrok, zie: de Boendennaker
Boer, de
Oliemolen te Oostzaandam, door zijn formaat meestal het Boerke genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1697, maar de molen was veel ouder. Hij heeft gestaan ten westen en op enige afstand van de Knie, iets ten noorden van de Noordervaldeursloot. In 1889 werd hij gesloopt.
Boer, de Blauwe
Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok, ook de Blauwboer of de Langert genoemd. De eerste vermelding dateert uit een brandcontract van januari 1668. De molen heeft gestaan op het Wester-Kattegat, het latere eiland van William Pont, nu woongebied Het Zaaneiland, en werd in oktober 1793 tijdens een onweersbui geheel verwoest.
Boer, De Gekroonde
Houtzaagmolen in Koog aan de Zaan, Paltrok.
De Windbrief van de balkenzager werd gegeven in juli 1720. In 1738 werd hij afgebroken en vervoerd naar Westzaandam, waar hij werd neergezet ter vervanging van de afgebrande paltrok de Jonge Visser van welke molen hij de naam overnam. Hij heeft gestaan waar tegenwoordig de Machinistenstraat is.
Boer, de Verdwaalde
Oliemolen te Oostzaandam. zie: de Sint Willebrordus.
Boerenjonker, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in mei 1729. De molen stond waarschijnlijk ten westen van het tegenwoordige NS-station en werd in 1743 gesloopt.
Boerenjonker, de
Pelmolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in september 1694 aan Dirck Aryaensz. Joncker. In augustus 1815 ging hij door brand verloren, waarna de pelmolen het Witte Paard op zijn plaats werd neergezet. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Boerenjonkersloot, tussen de weg en de Knie, ten noorden van het latere slachthuis.
Boerin, de
Oliemolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in oktober 1691. Hij heeft gestaan aan de Noorddijk, ten noorden van de tegenwoordige oliefabriek De Tijd, en werd gesloopt in 1898.
Boerke, het
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Boer van der Ley, J.B. de
Bok, de
Oliemolen en later papiermolen te Wormerveer. De windbrief werd (mogelijk) gegeven in juni 1631; in mei 1699 werd hij opgenomen in een assurantiecontract. Na 1803 werd hij ingericht tot papiermolen. Hij heeft gestaan achter het tegenwoordige Sluispad (toen `Bok z`n pad') ten zuiden van de Marktstraat en werd in 1863 of '61 gesloopt.
Bok, de
Houtzaagmolen te Westzaan. Zie: het Kind van Weelde.
Bok, de
Meelmolen te Oostzaan, zie: het Wapen, Het van Oostzaan.
Bok, de Barnde
Oliemolen te Jisp, ook de Barnde Molen genoemd. In mei 1699 werd hij tegen een laag bedrag opgenomen in een assurantiecontract; dit wijst erop dat het een kleine molen was, maar het is ook mogelijk dat hij na een brand (barnde = verbrande) provisioneel werd verzekerd. Later komt hij voor in het olieslagerscontract tegen een normaler bedrag. Hij heeft gestaan ten noorden van de Zuiderganssloot, en ging in december 1821 door brand verloren.
Bom, de
Pelmolen te Oostzaan. De windbrief werd gegeven in februari 1695; rijkelijk laat, want de molen werd reeds in 1693 in een assurantiecontract opgenomen. In september 1703 was hij eigendom van Claes Jacobsz. Bom. Hij heeft gestaan aan en ten westen van het Zuideinde, en werd in 1799 afgebroken en vermoedelijk overgebracht naar Nieuwendam.
Bonsem, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. Het bouwjaar van de balkenzager is onbekend. De Bonsem (bunzing) werd voor het eerst vermeld in 1668, toen hij veranderde van eigenaar. Hij stond ten oosten van de Watering en verbrandde in maart 1892.
Bonsem, de Zwarte
Oorspronkelijk volmolen, daarna papiermolen en tenslotte pelmolen te Koog aan de Zaan. De windbrief voor de geheel met hout beklede volmolen werd gegeven in september 1649. Vóór 1697 werd hij papiermolen en in december 1845 werd hij als pelmolen opgenomen in een assurantie-contract. Hij werd gesloopt in 1895. Op zijn erf staat nu de Christelijke school aan de Stationsstraat. Dit deel van de straat heette vroeger het Bonsempad.
Bont, het Ouwe
Oliemolen te Oostzaandam. zie: het Oude Bonte Kalf
Bouwman, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. Het bouwjaar van de wagenschotzager is onbekend. Hij wordt voor het eerst genoemd in een assurantiecontract uit 1729. Hij heeft gestaan achter het Bouwmanspad en werd vermoedelijk in 1752 gesloopt.
Brijpot, de
Oliemolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven op 8 maart 1663. Hij heeft gestaan ten oosten en op enige afstand van de Gouw. aan en ten zuiden van de Zuidervaldeursloot, en werd gesloopt in 1887.
Broodkorf, de
Oliemolen te Koog. zie: De Christoffel, de
Bruinvis. de
Oliemolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in december 1652. Hij heeft gestaan aan de Veerdijk. buitendijks, iets ten zuiden van de tegenwoordige Zaanbrug. en werd in 1878 afgebroken. Naar verluidt werd hij herbouwd in Meppel. Claes Jacobsz. Knol uit 1683. Hij verbrandde in september 1842, waarna herbouw volgde. De nieuwe molen werd in 1872 gesloopt` waarna een gelijknamige stoomhoutzagerij op zijn plaats verrees, die al in augustus 1874 verbrandde. De fabriek werd toen elders herbouwd. De molen heeft gestaan achter het Blauwepad. aan en ten noorden van de Vaart.
Bruinvis, de
Verfmolen te Westzaan en later Westzaandam, zie: de Admiraal Tromp.
Bruinvls, de
Oliemolen te Wcstzaandam. Het bouwjaar is niet bekend. De molen heeft gestaan aan en ten noorden van de Westzanerdijk. iets oostelijk van de Gouw. Hij werd vóór 1804 gesloopt` waarna op zijn erf de uit Westzaan a?tomstige Admiraal, Albertus Tromp werd herbouwd; deze papiermolen had vanaf die tijd als bijnaam De Bruinvis.
Buijs Pz, Willem
Koog aan de Zaan, 1844 - 1924
Willem Buijs Pz, schrijver van het boek De molens aan de Zaanstreek (Koog 1919), een eerste poging om op grond van archiefonderzoek een overzicht te geven van de molens die ooit in de streek werkten. Buijs somde hierin 812 Zaanse molens op. Willem Buijs was middenknecht of tweede man op een paltrok in het Zaandamse Westzijderveld.
Hij komt ook voor als ondervraagde bij de enquête gehouden door de Staatscommissie in 1891. In het hem afgenomen verhoor deelde hij vele bijzonderheden mee over het werken op een zaagmolen en betreffende de verdiensten en de levensomstandigheden in die tijd. Ook getuige een in dit verhoor opgenomen gedicht had hij de gave zich goed in geschrifte uit te drukken.
Een van hem nog steeds bekend gedicht luidt:
Kent gij de streek? Waar voorheen molens draaiden,
Bij honderden geteld en hunne roeden zwaaiden?
En suisden door de lucht en snorden in den wind.
Waar ondernemingsgeest en koopmanschap regeerden,
Waar wiskunst en techniek het kapitaal beheerden,
Kent gij die streek? Dat is mijn Zaanstreek, vrind!'
De studie De molens aan de Zaanstreek is door Willem Buijs geschreven nadat hij begin oktober 1892 door een ongeluk op de zaagmolen zijn rechterhand moest missen. Tevoren had hij al een molenlijst als feuilleton in De Zaanlander gepubliceerd (1896-1897).
De uitgave werd verzorgd worden door de firma P. Out te Koog-Zaandijk, terwijl Gerrit Jan Honig het boek van een voorwoord voorzag.
Buis, de
Oliemolen te Westzaan. De eerste vermelding dateert uit november 1693. de laatste uit 1729. Standplaats en jaar en wijze van verdwijnen zijn niet bekend. Buls, de. Oliemolen te Wormer, ook de Buismolen genoemd. De windbrief werd gegeven in augustus 1632 aan Cornelis Jansz. Buijs. De molen heeft gestaan aan de Enge Wormerringsloot, ten oosten van de Aressloot. en werd vermoedelijk kort na januari 1696 gesloopt.
Buis, de
Snuifmolen en later houtzaagmolen en tabaksstamper te Westzaan, ook wel het Busje genoemd. De eerste vermelding van het molentje dateert uit 1726. Later werd hij omgebouwd tot lattenzager. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Korte Reef, ten zuiden van het Watermolenpad, en ging in februari 1832 door brand verloren.
Buismolen, de
Oliemolen te Wormer` zie: de Buis, de
Bul. de
Houtzaagmolen te Westzaandain. paltrok` zie: de Christoffel, de
Bul, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit 1636. Uit een akte uit 1638 blijkt dat hij heeft gestaan aan het Kalf. Verdere gegevens ontbreken.
Bul, de
Watermolen te Assendelft, ook de Hoop genoemd. De molen werd gebouwd in 1634. ln 1870 Werd hij na blikseminslag door brand verwoest. waarna herbouw volgde. De nieuwe molen stond ook als de Hoop bekend. Hij heeft gestaan aan de Nauemasche Vaart. en werd in 1886. na langdurige stilstand. gesloopt.
Cacaoboom, de
Cacaomolen en oorspronkelijk snuifmolen te Oostzaandam, later Koog en tenslotte Westzaan. Het kleine, geheel met hout bedekte molentje werd omstreeks 1726 gebouwd. Omstreeks 1830 werd hij op zijn standplaats te Oostzaandam 'aan weg en Zaan` ten noorden van de latere Noorderbrug, afgebroken en vervoerd naar Koog, waar hij aan de Zaan, aan het eind van het Noordeinde werd herbouwd. Na enige jaren werd hij opnieuw afgebroken en vervoerd naar Westzaan, waar hij ten zuiden van het Guispad werd neergezet. Hij werd korte tijd gebruikt voor het verwerken van cacaobonen en het fabriceren van chocolade; daarna werd hij ingericht om koffiedoppen te malen. In februari 1900 ging hij door brand verloren.
Christoffel, de
Oliemolen te Koog, bijgenaamd De Broodkorf. De windbrief werd gegeven in september 1654 aan Stoffe! Baertsz. Veen. In oktober 1684 ging hij door brand verloren, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan de Zaan, achteraan het Broodkorfspad, en werd gesloopt in 1887.
David, de
Watermolen te Assendelft. De molen werd gebouwd in 1663. Hij heeft gestaan aan de Nauernasche Vaart, niet ver van Krommenie en werd gesloopt omstreeks 1870.
David, de Jonge
Mosterdmolen, tevens poedermolen en later cacaomolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in februari 1749 aan Jan Willemsz. Boon, vandaar dat de molen ook onder de tweede naam e Boonakker bekend werd. In 1809 werd hij door blikseminslag verwoest, herbouwd en daarna tot cacaomolen veranderd; in 1860 verbrandde hij opnieuw. Hij heeft gestaan achter het Schoolpad, ten noorden van de Zuidersluis- sloot.
David, de Jonge
Snuifmolen te Westzaandam. De windbrief werd gegeven in februari 1758. De laatste vermelding dateert uit 1784. De molen heeft gestaan ten noorden van de Stationsstraat, ten westen van de Vaart.
Dekker, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van deze wagenschotzager werd gegeven in april 1683. De molen heeft gestaan ten westen van de Vaan en ten zuiden van de huidige Parkstraat. Uit een testament van 1775 blijkt dat de molen op dat moment al was verdwenen.
Dekker, de Jonge
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, zie: De Nieuwe Dekker
Dekker, de Jonge
Houtzaagmolen te Westzaan, paltrok, ten onrechte ook wel De Oude Dekker genoemd. De windbrief van de wagenschotzager (later balkenzager) werd gegeven in oktober 1662 aan Jan Dircsz. Decker. Hij heeft gestaan ten westen van de dijk, niet ver van de weg, en werd gesloopt in 1889.
Dekker, de Oude
Oliemolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in december 1658. Oorspronkelijk werd hij ook als pelmolen gebruikt en had hij een dubbele bestemming. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Knie, ten noorden en op enige afstand van de Noordervaldeursloot, en werd gesloopt in 1895.
Dijkgraaf, de
Pelmolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit augustus 1728. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Knie, ten zuiden en op enige afstand van de Almanaksloot, en kwam in 1794 in slopershanden.
Dirk, de Jonge
Cacaomolen, en oorspronkelijk blauwselmolen, te Westzaan, zie: De Paradijsvogel, de
Dolfijn, de
Oliemolen te Wormerveer. De enige vermelding van de molen dateert uit 1683. Hij heeft gestaan aan de Noorddijk.
Dolfijn, de Jonge
Papiermolen en later pelmolen te Westzaan, ook de koperen Berg genoemd. De windbrief werd gegeven in maart 1695. Hij werd voor 1819 tot pelmolen omgebouwd. Hij heeft gestaan nabij en ten westen van de Gouw, achter het Koperbergspad, en werd in 1900 afgebroken en vervoerd naar Joure, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Dolfijn, de Witte
Papiermolen te Westzaan en later Assendelft. De eerste vermelding dateert uit 1763. In 1785 werd hij van zijn standplaats te Westzaan ten westen van de Gouw afgebroken en vervoerd naar Assendelft, waar hij werd herbouwd aan de Delft, nabij het Zaandammerpad. In juni 1799 werd hij door brand verwoest, waarna de te Oostzaan afgebroken pelmolen de Gorter op zijn plaats werd neergezet. Deze werd in 1834 gesloopt.
Dolfijntje, het
Snuifmolen te Westzaan. De eerste vermelding dateert uit augustus 1717. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw, even ten noorden van de Mallegatsloot, en werd kort na 1801 gesloopt.
Dood, de
Houtzaagmolen te Koog, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in februari 1725. Hij heeft gestaan ten noorden van het Breedweer, aan en ten oosten van de Dors, en werd afgebroken in 1741. Mogelijk is hij naar Zoeterwoude overgebracht.
Dood, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in juli 1645. De molen heeft vermoedelijk gestaan nabij het tegenwoordige NS-station, en wordt na 1760 niet meer vermeld.
Dood, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit maart 1681. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Braakdijk, en werd in november 1915 door brand verwoest. De laatste jaren van zijn bestaan werd hij gebruikt voor het fijn malen van koffiedoppen en het verwerken van cacao-afval.
Dood, de Bleeke
Meelmolen te Zaandijk, eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De windbrief werd gegeven in september 1656. Beginnende branden in januari 1911 en in juni 1922 werden tijdig geblust. In 1931 werd een elektromotor in de molen geplaatst en werden de roeden verwijderd; drie jaar later volgde de volledige onttakeling. In 1950 werd de meelmolen eigendom van Vereniging de Zaansche Molen, die hem in 1956 geheel liet restaureren. De achtkante bovenkruier met stelling heeft ijzeren roeden met een vlucht van 22,5 meter. Hij staat aan Weg en Zaan, zuidelijk van de Julianabrug.
Dromer, de
Oliemolen te Assendelft, zie: De Oranjeboom, de
Duif, De
Pelmolen in Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in juli 1777. Hij heeft vermoedelijk gestaan in de omgeving van het Smaal. En werd in 1796 gesloopt.
Duif, de Blauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam. paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1704. Hij heeft gestaan ten oosten van de Vaart. achter het Papenpad en werd gesloopt in 1743.
Duif, de Rode
Houtzaagmolen te Westzaan. De enige vermelding dateert uit september 1710. Hij heeft gestaan ten westen van de weg. nabij de dijk.
Duif, de vergulde
Houtzaagmolen te Westzaandam. paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in september 1699. Hij heeft gestaan nabij het Papenpad. De laatste vermelding dateert uit 1795.
Duif, de Witte
Hennepklopper te Krommenie. ook de Houten Molen genoemd. De windbrief werd gegeven in juni 1634. Gezien zijn bijnaam was hij mogelijk een wipmolen. Hij heeft gestaan ten oosten van Krommeniehorn. bij de Nauernase Vaart. en werd in 1773 gesloopt.
Duif, de Witte
Hennepklopper te Krommenie, ook wel de Pachter genoemd. De windbrief werd gegeven in november 1652. Hij heeft gestaan aan de Pachtersloot. werd in 1886 onttakeld en in 1891 gesloopt.
Duif, de Witte
Oliemolen en later verfmolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in augustus 1680. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, binnendijks, en werd in 1895 omgebouwd tot verfmolen. In 1903 werd hij, nadat hij door een stormvlaag zwaar was beschadigd, gesloopt.
Duinmeier, de
Oliemolen, later doppenmolen en tenslotte pelmolen te Westzaan. De eerste vermelding dateert uit maart 1682. Na mei 1883 werd hij gebruikt voor het malen van doppen. en enige jaren later werd hij omgebouwd tot gerstpeller (voor Molenaar's Kindermeel). Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Duinmeiersloot, halverwege het land, en werd gesloopt in 1912.
Duitzak, de
Pelmolen te Oostzaan. zie: de Gorter
Dunbil, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Windhond, de
Duvelsmolen, de
Meelmolen te Wormer. zie: De Auwelsmolen, De
Eendracht, de
Eendracht, de. Hennepklopper en later pelmolen te Westzaan. De windbrief werd gegeven in mei 1680. Hij heeft gestaan tussen weg en Gouw, aan de Korenbloemsloot, en werd gesloopt omstreeks 1796.
Eendracht, de
Houtzaagmolen te Koog, bovenkruier.
Eendracht, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok, bijgenaamd de Wurmenpot. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1722. De molen heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw, in de omgeving van de Zuidervaldeursloot, en kwam in 1746 in slopershanden.
Eendracht, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier.
Eendracht, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, kleine achtkante bovenkruier.
Eendracht, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier.
Eendracht, de
Pelmolen te Westzaan.
Eendracht, de
Pelmolen te Westzaan.
Eendracht, de
Naam van verscheidene molens in de Zaanstreek:
- Eendracht, de, Houtzaagmolen te Koog, bovenkruier. De lattenzager werd gebouwd omstreeks 1848. Hij heeft gestaan ten westen van de tegenwoordige spoorlijn, ten noorden van het Breedweer. In 1915 werd hij onttakeld, waarna hij door een motor werd aangedreven. Hij werd gesloopt in 1924.
- Eendracht, de, Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok, bijgenaamd de Wurmenpot. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1722. De molen heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw, in de omgeving van de Zuidervaldeursloot, en kwam in 1746 in slopershanden.
- Eendracht, de, Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1723. Hij heeft gestaan aan de Westzanerdijk, ten oosten van de Gouw, en is na 1803 gesloopt.
- Eendracht, de, Houtzaagmolen te Westzaandam, kleine achtkante bovenkruier. De windbrief van de lattenzager werd gegeven in september 1724. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Westzanerdijk, ten noorden van de Israëlitische begraafplaats. Wijze en jaar van verdwijnen zijn niet duidelijk. Volgens een vermelding zou hij in januari 1884 door brand zijn verwoest; in andere brandkronieken word hij niet genoemd.
- Eendracht, de, Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit mei 1826. Hij heeft gestaan achter de Parkstraat, ten westen van het tegenwoordige Volkspark, en werd gesloopt in 1866.
- Eendracht, de, Pelmolen te Westzaan. Deze is dezelfde als de hiervoor vermelde hennepklopper De *Eendracht ten noorden en op enige afstand van de Almanaksloot, en werd gesloopt omstreeks 1795.
- Eendracht, de, Pelmolen te Westzaan. De enige vermelding dateert uit augustus 1790. Verdere gegevens ontbreken.
- Eendracht, de, Oliemolen en later papiermolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in maart 1685. In 1727 werd hij omgebouwd tot papiermolen 'De Eendragt', die later de papiermolen worden zou, waar voor de eerste maal vellen met het watermerk van Van Gelder zouden worden geschept (dr. J. de Jongh van Gelder Zonen 1784-1934). In 1846 werd hij reeds door stoom aangedreven. Hij heeft gestaan aan de westkant van het Zaandammerpad, iets zuidelijk van de Dirkssloot, en werd in 1889 afgebroken en vervoerd naar Emst, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Eendracht, de
Oliemolen en later papiermolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in maart 1685. In 1727 werd hij omgebouwd tot papiermolen 'De Eendragt, die later de papiermolen worden zou, waar voor de eerste maal vellen met het watermerk van Van Gelder zouden worden geschept (dr. J. de Jongh van Gelder Zonen 1784-1934). In 1846 werd hij reeds door stoom aangedreven. Hij heeft gestaan aan de westkant van het Zaandammerpad, iets zuidelijk van de Dirkssloot, en werd in 1889 afgebroken en vervoerd naar Emst, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Eenhoorn, De
Oliemolen uit 1642 die heeft gestaan aan het Zuideinde in Wormerveer.
In 1721 was hij eigendom van Claes Poulusz.
Oliemolen “De Eenhoorn” is gesloopt in 1906, maar werd herbouwd in Oostwoud (gemeente Medemblik,Noord-Holland).
De naar Oostwoud verplaatste molen bleef dezelfde naam “De Eenhoorn” voeren, maar was geen lang leven beschoren. Tot 1935 was hij in bedrijf als meelmolen, hierna werd hij stilgezet om in 1939 van het binnenwerk te worden ontdaan. Waarna hij in 1945 werd hij onttakeld.
Hierna begon het verval dat tot 1964 heeft geduurd. In dat jaar werd het laatste restant van “De Eenhoorn” geruimd.
Literatuur:
- Beeldbank gemeentearchief Zaanstad
Eikenboom, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in december 1664. In 1857 werd hij tweemaal getroffen door bliksem, zonder dat echter brand uitbrak. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, ter hoogte van de tegenwoordige Prins Bernhardbrug, en werd gesloopt in 1888. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in september 1716. Hij heeft gestaan ten oosten van de Zuiderwatering en werd vermoedelijk kort na april 1802 gesloopt.
Eklips, de
Houtzaagmolen te Westzaandam. achtkante bovenkruier. zie: De Rode Leeuw
Ekster, de Bonte
Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier. bijgenaamd Barend Roest. De eerste vermelding dateert uit 1683. Hij werd in oktober 1726 door brand verwoest, werd herbouwd, verbrandde opnieuw in juli 1734 en werd wederom herbouwd. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, tegenover het Blauwe Pad, en werd in 1819 gesloopt.
Engel, de
Oliemolen te Wormerveer.
Engelsman, de
Oliemolen te Oostzaan. zie: de Drie Olievaten, de Drie
Ezel, de
Oliemolen te Zaandijk. De eerste vermelding dateert uit mei 1652. Hij heeft gestaan in het veld ten zuiden en niet ver van de Nederlandse hervormde kerk, en werd gesloopt in 1888. De eerste vermelding dateert uit 1711. Hij heeft gestaan aan het eind van het Boerenpad en werd vermoedelijk in 1798 of kort daarna gesloopt.
Feniks, De
Hennepklopper in Krommenie, oorspronkelijk De Witte Arend genoemd, naam vaak verbasterd tot Venus.
De windbrief werd gegeven in april 1693. Hij heeft gestaan aan de Nauernasche Vaart, iets ten noorden van de (latere en inmiddels verdwenen) brug, en werd in augustus 1840 door brand verwoest.
Fortuin, het
Houtzaagmolen te Westzaan.
De enige vermelding is van molenbeschrijver Willem Buijs Pzn. Mogelijk is deze molen dezelfde als De Gans
Fortuin, het
Oliemolen te Wormer.
Fortuin, het
Oliemolen te Wormer.
Fortuin, het
Papiermolen te Zaandijk. Papiermolen te Zaandijk Gebouwd in 1720, op de plek waar eerder de naar Oostzaandam verplaatste volmolen De Ster stond. Hij was geheel met spanen bedekt en de kap was met hout bekleed In 1837 werd hij eigendom van de firma Van Gelder, die er door stoom gedreven papiermachines in plaatste. Dit werd echter een geldverslindende mislukking. Hij heeft gestaan ten noorden van het Guispad en raakte in januari 1894 in brand door overwaaiend vuur van het het Guiswijf en werd volledig verwoest
Bronnen
Fortuin, het
Verfmolen te Krommenie.
Fortuin, het Blauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1687. Hij heeft gestaan ten noorden van de tegenwoordige Stationsstraat, werd in 1752 geroyeerd voor de windpacht en gesloopt voor 1761.
Fortuin, het Witte
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in april 1667. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Vaart, ten noorden van het Otterspad, en kwam in 1761 in slopershanden.
Gans, de Witte
Papiermolen te Zaandijk en later pelmolen te Oostzaandam, zie De Grauwe Gans
Geloof, het
Oliemolen en later verf- en snuifmolen te Wormer. De oliemolen werd kort voor 1693 gebouwd; in juni 1767 was hij reeds omgebouwd tot verf- en snuifmolen. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, binnendijks, tegenover de hervormde kerk van Wormerveer, en werd in 1825 grotendeels door brand verwoest; een jaar daarna werd hij volledig gesloopt.
Geniet, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit 1684. De molen was toen eigendom van Jan Cornelisz.
Gooier, de
Oliemolen en later papiermolen te Westzaan, ook de Harlequin genoemd. De windbrief werd gegeven in 1644. Hij heeft gestaan in het Zuideinde, tussen weg en Gouw, bij de Korenbloemsloot en verdween in of na 1743. Op zijn plaats kwam pelmolen De Jongeling.
Groene Jager, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, ook De Oude Jager genoemd. De windbrief werd gegeven in maart 1695. In 1812 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan ten oosten van het oude station Zaandam, waar nu ongeveer de Lucy Stonestraat loopt, en werd gesloopt in 1890.
Bezoek voor zeer uitgebreide informatie de rechtstreekse link naar de Molendatabase
Groene Jager
Houtzaagmolen te Westzaan, bovenkruier. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit april 1675. De molen heeft gestaan in Westzaan-Zuid nabij en ten westen van de weg, niet ver van de Noorder IJ- en Zeedijk, en werd in mei 1907 door brand verwoest.
Bezoek voor zeer uitgebreide informatie over deze molen rechtstreeks de Molendatabase
Grootvorst, de
Pelmolen te Oostzaandam. ook De Fut. De Futter of De Czaar van Muscovien genoemd. De molen werd gebouwd in 1700. Zijn naam dankte hij aan het feit dat Czaar Peter de Grote goed bevriend was met de familie Calff, die hij tijdens zijn bezoek aan Zaandam in 1697 ontmoette. Cornelis Calff liet de molen drie jaar later bouwen en kreeg op 21 april 1700 de windbrief. Een hardnekkige mythe is dat Peter de Grote in 1697 persoonlijk enkele planken aan de molen timmerde, wat onjuist is omdat de molen pas drie jaar na zijn verblijf werd gebouwd. Fut of Futter betekent dikke koek. De molen heeft gestaan aan en buiten de Kalverringdijk, tegenover het gemeentehuis van Zaandijk op het erf waar tegenwoordig paltrok De Gekroonde Poelenburg staat. In maart 1928 raakte hij door overwaaiend vuur van fabriek De Haan in brand en werd hij geheel verwoest.
Haan, de Vergulde
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit augustus 1630. Hij heeft gestaan aan de Kalverringdijk, buitendijks, iets ten noorden van de tegenwoordige Julianabrug en werd in 1904 afgebroken en vervoerd naar Groesbeek, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Haas, de
Hennepklopper te Wormer. De molen werd vermoedelijk in 1611 gebouwd. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Kokersloot, op de hoek van de Nieuwe Vaart, en werd tussen 1716 en 1724 gesloopt.
Haas, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, zie: De Witte Ster.
Haas, de
Houtzaagmolen te Wormer, vermoedelijk paltrok. De eerste vermelding dateert uit 1705. Hij heeft vermoedelijk iets westelijk van de Bartelsluis gestaan, en werd na 1712 gesloopt.
Haas, de
Verfmolen te Westzaandam, om zijn kleine formaat meestal Het Haasje genoemd. De molen werd gebouwd kort voor 1739; aanvankelijk was hij tevens tabaksstamper. Hij heeft gestaan ten oosten van de Watering, ten zuiden en op enige afstand van de Mallegatsloot, werd rond 1880 ingericht voor het malen van doppen, en werd in april 1887 door brand verwoest.
Haas, de Grauwe
Houtzaagmolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit 1684. Het is niet bekend of hij balken- of wagenschotzager, en paltrok of bovenkruier was. De molen stond aan de Zaan, ten zuiden en op enige afstand van het Konijnenpad, en was in 1693 reeds verdwenen.
Haas, de Grauwe
Houtzaagmolen te Westzaan. De enige vermelding dateert uit 1691; het is inmiddels zeker geworden dat de naam een verschrijving is van Groene Haas.
Haas, de Grauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1660. Hij heeft gestaan ten oosten van de Vaart, achter het Botenmakerspad, en werd gesloopt in 1794 of kort daarna.
Haas, de Grauwe
Houtzaagmolen te Westzaandam, balkenzager, ook De Haas genoemd. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1725. Hij heeft gestaan ten oosten van de Watering, iets zuidelijk van de Papenpadsloot, en wordt voor het laatst vermeld in 1732.
Haas, de Groene
Houtzaagmolen te Westzaan. paltrok. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit september 1726. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de dijksloot. ten westen en op enige afstand van de weg, en werd in 1763 gesloopt.
Haas, de Jonge
Oliemolen te Assendelft en later Wormerveer. De eerste vermelding dateert uit 1657. In 1663 werd hij afgebroken en vervoerd naar Wormerveer, waar hij aan de Noorddijk werd neergezet, en kort na december 1809 werd hij gesloopt. In 1819 werd houtzaagmolen De Haas, de op zijn erf gebouwd.
Haas, de Oude
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1728. Hij heeft noordwestelijk van het tegenwoordige NS-station gestaan, en is in 1777 gesloopt.
Haas, de Oude
Oliemolen te Assendelft. De eerste vermelding dateert uit omstreeks 1630. Hij heeft gestaan aan de wegsloot, en werd kort na september 1662 afgebroken en vervoerd naar Zaandam.
Haas, de Oude
Oliemolen te Zaandijk. De eerste vermelding dateert uit 1650. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Sluissloot, ten oosten van de tegenwoordige spoorlijn, en werd gesloopt in 1848.
Haas, de Witte
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. Zie: De Witte Ster.
Haas, de.
Houtzaagmolen te Wormerveer, bovenkruier. De balkenzager werd na 1819 gebouwd. Hij heeft gestaan aan het begin van de Noorddijk, aan weg en Zaan, en werd in 1888 gesloopt.
Heemskinderen, de Vier (Oostzaan)
Houtzaagmolen te Oostzaan.
Heemskinderen, de Vier (Oostzaandam)
Oliemolen te Oostzaandam, ook De Rijke Man genoemd. De windbrief werd gegeven in augustus 1671. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Knie, dicht bij het Kalf, en kreeg zijn naam Rijkeman omdat hij nabij oliemolen De Lazarus stond. In augustus 1900, toen hij al een aantal jaren dienst deed als pel- en doppenmolen, werd hij door brand verwoest.
Te Zaandam is op 28 augustus 1900 om 13:00 uur brand uitgebroken in de doppenmolen De Vier Heemskinderen, bijgenaamd De Rijke Man, toebehorende aan C. Otte te Zaandam en staande in het Oostzijderveld aldaar. Binnen een uur tijds was de molen met bijgelegen schuur een prooi der vlammen daar aan blussen met de sterke wind niet te denken viel. De brand ontstond doordat een houtje tussen de maalstenen geraakte waardoor de doppen vlam vatten. Dit was de derde molen die van deze eigenaar verbrandde, namelijk De Koe, De Duinmaaier en deze. Alles was verzekerd.
Hen, de Bonte
Oliemolen te Oostzaandam, bijgenaamd De Kip. De molen werd gebouwd omstreeks 1693. In juli 1890 werd hij zwaar beschadigd door blikseminslag, maar er ontstond geen brand. In juli 1920 werd een beginnende brand, na blikseminslag, tijdig geblust. In juli 1925 ontstond door onbekende oorzaak opnieuw brand, ook deze werd tijdig bedwongen', de molen werd toen voor het malen van cacaoafval gebruikt. In november 1935 werd hij tot stellinghoogte afgebroken, nadat hij langdurig stil had gestaan en in verwaarloosde staat verkeerde. In de jaren '70 van de 20e eeuw werd hij volledig heropgebouwd en gerestaureerd. Hij is thans (1986) bezit van Vereniging de Zaansche Molen en wordt door vrijwilligers draaiende gehouden. Hij staat aan de Kalverringdijk, buitendijks, ongeveer tegenover de Zaandijkersluis.
Hengelaar, de
Oliemolen te Westzaandam. De windbrief werd gegeven injuni 1685. De molen heeft gestaan aan en ten oosten van de Watering, achter het Blauwe Arendspad en werd in november 1814 verwoest, waarna pelmolen De Walvis, Restaurant de op zijn erf werd neergezet.
Hengst, de Grauwe (Westzaandam)
Verfmolen te Westzaandam, meestal De Krijthengst genoemd. De molen werd gebouwd in 1641. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Blauwepadsloot, tussen de Vaart en de spoorlijn, en werd in mei 1924 gesloopt. Voor die tijd werd hij gebruikt voor het malen van doppen en van krijt, waaraan hij zijn bijnaam dankte en voor de fabricage van stopverf. Meerdere branden werden tijdig geblust.
Dinsdag 1 februari 1898 brak brand uit op één van de zolders van de krijt- en doppenmolen de Grauwe Hengst, eigenaar de heer J. W. de Vries. Door de politie werd de brand ontdekt. Zij sloeg onmiddellijk alarm en weldra waren vier spuiten ter plaatse, waarvan echter slechts één behoefde water te geven. Dientengevolge bepaalde het zich tot een binnenbrand. De oorzaak was niet bekend.
Hercules
IJzeren Amerikaanse windmolen, windmotor met vijzel, in de Kalverpolder aan de ringvaart van de Wijde Wormer ten noorden van het Kalf. De Hercules reguleert als enige molen de waterstand van deze polder. De grote windmolen is onbemand, zelfrichtend, en werd in 1925 gebouwd als late vervanging van poldermolen De Pinksternakel.
Deze stond echter op een geheel andere plaats, namelijk aan de Kalverringdijk, benoorden de Poel. Volgens de auteur Hubrecht Pieter Moelker werd de Kalverpolder bemalen door een bewoonde grondzeiler die de Hemmes zou hebben geheten. Aangezien hij van deze molen geen nadere gegevens omtrent plaats en bouwjaar vermeldt en een molen van die naam in geen enkele andere bron voorkomt, verdient deze vermelding twijfel.
De molen wordt sinds 1992 niet meer gebruikt voor de waterhuishouding. Lees meer over de Hercules op de website van het Zaans Industrieel Erfgoed. Zie ook: Als een Phoenix uit zijn as
Herder, de
Oliemolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in maart 1695. Hij heeft gestaan aan het Zwet, nabij het dorp, en werd gesloopt in 1904.
Herderin, de
Oliemolen te Westknollendam. De windbrief werd gegeven in maart 1695. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Tochtsloot, als vierde molen vanaf de Zaan. en werd gesloopt tussen 1809 en 1814.
Hert, Het
Houtzaagmolen in Westzaandam, Paltrok. De enige vermelding van de, vermoedelijke, wagenschotzager dateert uit 1703. Verdere gegevens ontbreken.
Hert, het Rode
Oliemolen te Assendelft, bijgenaamd de Storm. De eerste vermelding dateert uit 1652. Hij heeft gestaan aan de Nauemase Vaart, ten zuiden van de scheidingsdijk tussen Assendelft en Krommenie, en werd in mei 1787 door brand verwoest.
Hert, het Vliegend
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Wind, de (Oostzaandam)
Hipper, de
Oliemolen en later snuifmolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit 1681. In november 1757 werd hij verzekerd als snuifmolen. Hij is ook gebruikt voor het fabriceren van pruikenpoeder. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw. achter het Prinsenpad. en werd vermoedelijk kort na oktober 1815 gesloopt.
Hobbezak, de
Papiermolen en oorspronkelijk volmolen te Zaandijk, ook De Hoppezak genoemd. De windbrief werd gegeven in januari 1646. In 1670 was hij al ingericht tot papiermolen. Hij heeft gestaan aan de Kerksloot en werd in 1868, toen hij in de weg stond bij de aanleg van de spoorlijn, gesloopt.
Hollandia, de
Oliemolen te Wormer. Het bouwjaar is onbekend. Hij heeft gestaan ten zuiden van het Zwet, iets ten westen van de Oostertilsloot. en werd in oktober 1788 door brand verwoest.
Honingvat, het
Oliemolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven aan Gerrit Symonsz. Honingh in januari 1685. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw achter de Kopermolenstraat. In januari 1940 verkeerde hij, nadat hij eerst nog een aantal jaren voor het malen van fourage-artikelen en cacao-afval was gebruikt, in zwaar verwaarloosde toestand en werd hij gesloopt.
Hoop (Krommenie), de
1659-1689
Houtzaagmolen te Krommenie, paltrok, de eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1659. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Zuidersluis en werd gesloopt vóór september 1689.
Hoop, de
Houtzaagmolen te Westzaan, bovenkruier; ook: Het Rottige Touwtje. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in april 1659. In 1666 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij stond ten oosten van de sluis, buitendijks, maar werd in 1701 binnendijks gezet. Zijn naam werd toen De Nieuwe Hoop. Hoop, de. Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager en later balkenzager dateert uit 1703. Het erf van de molen ligt onder de tegenwoordige Herengracht; in 1888 kwam hij in slopershanden.
Hoop, De
Oliemolen in Wormer, ook Het Kuiken genoemd.
De windbrief werd gegeven in augustus 1680. De molen stond aan de Wormerringdijk, binnendijks, en werd gesloopt in 1898. Een later op het erf gebouwd pakhuis kreeg de naam van de molen.
Huis te Muiden, het
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Zeef, De
Huisman, de
De Huisman, van origine snuif- en mosterdmolen, tijdelijk houtzaagmolen, te Zaandam. Kleine achtkante, geheel met hout bedekte bovenkruier die in bedrijf is als mosterdmolen. De eerste vermelding dateert uit 1802. Omstreeks 1913 werd hij ingericht voor het zagen van hout toen er een kistenmakerij in werd gehuisvest.
De molen werd in 1955 overgebracht van het Blauwe Pad te Zaandam naar de Zaanse Schans, waar hij aan de Kalverringdijk werd opgebouwd en gerestaureerd op het uit de 17e eeuw daterende pakhuis De Haan. De Huisman is bezit van vereniging De Zaansche Molen. De roeden van ijzer hebben een vlucht van 11,35 meter. In de molen zijn twee stel kantstenen, peper- en nootmuskaatstenen uit de molen Indies Welvaren geplaatst. De Huisman produceerde tot 2011 Zaanse mosterd.
Jager, de
Oliemolen te Oostzaandam, om zijn formaat meestal Het Jagertje genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1678. In 1792 ontstond brand in de molen, niet duidelijk is of hij alleen werd beschadigd, of verwoest en nadien herbouwd. Hij heeft gestaan tussen de weg en de Gouw, ten zuiden van het Pieterspad, en werd gesloopt in 1895.
Jagertje, het
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Jager.
Jan en Geertrui
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, zie: De Eikenboom, de
Jasper, de
Oliemolen te Westzaandam. De eerste vermelding dateert uit 1640; de molen werd vernieuwd in 1655. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Watering, ten zuiden en niet ver van de Papenpadsloot, en werd in augustus 1878 door brand verwoest.
Juffertje, het
Eerst gebouwde houtzaagmolen, in 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinding van de houtzaagmolen door Cornelis van Uytgeest, dateert uit 1592. Volgens mededelingen van H. Soeteboom, Hendrick Jacobsz. werd de molen, die men om zijn vorm het Juffertje noemde, in de voorzomer van 1596 naar Oostzaandam vervoerd. De uitvinder van de molen had het octrooi op zijn uitvinding, dat hij van de Staten had gekregen, verkocht aan de Zaandammer Dirck Sybrandsz, die de molen verbeterde en vergrootte.
Het is niet aannemelijk dat de molen op een vlot in bedrijf is geweest, zoals dit op 18e-eeuwse prenten wordt aangegeven. Bij harde wind zou een vlot geen betrouwbare standplaats zijn geweest. Volgens molenkenner en -beschrijver Pieter Boorsma is dit verhaal waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de molen op vlotten naar Zaandam is vervoerd. De standplaats van de molen was in Oostzaandam, ongetwijfeld aan weg en Zaan. Op een kaart uit 1635 wordt de molen afgebeeld aan de Zaan. Hij draagt dan, als moeder aller houtzaagmolens, de naam 't Moertje. Het is niet bekend wanneer de molen verdween, maar in 1668 stond op zijn erf de paltrokmolen de Juffer. Zie ook: Houtzagerij en Houthandel
Kalf, het Bonte
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert waarschijnlijk uit 1684. De standplaats is niet bekend. De molen werd vóór 1752 gesloopt.
Kalf, het Oude Bonte
Oliemolen in Oostzaandam, ook Het Ouwe Bont genoemd.
De zeer grote molen (met twee dubbele werken en tijdelijk ook ingericht om gerst te pellen) had waarschijnlijk een kleinere voorganger, die genoemd wordt in oktober 1649. Wanneer deze door de grote molen werd vervangen is niet bekend. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Braakdijk, niet ver voorbij de rooms katholieke kerk, en werd in 1905 tot stellinghoogte afgebroken. In 1935 werden ook zijn schuren en onderbouw gesloopt.
Kalf, het Rode
Houtzaagmolen in Koog aan de Zaan, paltrok.
De windbrief van de balkenzager werd gegeven in 23 maart 1660 uitgegeven aan Willem Cornelisz Jonge Willem. De molen heeft gestaan ten zuiden van de Weelsloot, ten westen van de latere spoorweg. Het Rode Kalf werd gesloopt in 1759.
Kalf, het Rode
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De enige vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1748. Verdere gegevens ontbreken.
Kalf, het Vergulde
Pelmolen in Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in oktober 1697. Hij heeft gestaan ten noordoosten van de Kuil, dicht bij de weg. De molen werd in oktober 1876 door brand verwoest.
Kalf, het Zwarte
Oliemolen in Oostzaandam. Hij werd gebouwd in 1649. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van De Poel, buitendijks. De molen werd de laatste jaren door een petroleummotor aangedreven en gebruikt voor het verwerken van cacao-afval voor Jan Schoemaker bv, Jan. In september 1924 werd hij door brand verwoest.
Kapramen, de
Oliemolen in Wormerveer.
De enige vermelding is in de brandkroniek van Van Pomeren. De molen zou in mei 1699 zijn verbrand. Waarschijnlijk is dit een onjuiste vermelding. Gezegd wordt dat een brand in de kap en achter de ramen tot een foutieve naamsvermelding leidde. Het bestaan van de molen wordt betwijfeld.
Karn, de
Oliemolen en later verf- en snuifmolen in Wormer.
De eerste vermelding dateert uit 1654. Tussen 1704 en 1720 werd hij ingericht als verf- en snuifmolen. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Middelveersloot (later Kamsloot). De molen werd in 1835 gesloopt.
Karpertje, het
Houtzaagmolen in Westzaandam, paltrok.
De windbrief van deze lat- en veerzager werd gegeven op 28 april 1712. Op zijn plaats stond eerder de gelijknamige mosterdmolen. De molen is vermoedelijk in 1801, of kort daarna, gesloopt. Hij stond ten oosten van de Watering en is een eenling onder zijn soortgenoten. Paltrok-veerzagers kwamen verder niet voor.
Pieter Boorsma noemt Het Karpertje ook als mosterdmolen en vermeldt dat dit dus een andere molen moet zijn, aangezien een paltrok niet geschikt was om er mosterd mee te malen. Als datum en eerste eigenaar van het windrecht geeft hij echter dezelfde vermeldingen van de lat- en veerzager, terwijl hij voor beide molens ook dezelfde standplaats aanwijst. Over de juistheid van Boorsma's vermeldingen bestaat, bij uitzondering, in dit geval geen zekerheid.
Kater, De
Oliemolen in Oostzaandam.
De eerste vermelding dateert uit juni 1714. Hij heeft gestaan aan de Poel en aan de Kalverringdijk. Bitendijks, en werd in november 1842 door brand verwoest.
Katuil, de
Oliemolen in Oostzaandam.
De windbrief werd gegeven in maart 1663. Hij heeft ongeveer halverwege tussen de weg en de Knie gestaan, ten noorden van de Noordervaldeursloot. De molen werd in juni 1898 gesloopt.
Kaver, de
Oliemolen in Oostzaandam.
De eerste vermelding dateert uit 1693. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Noordervaldeursloot, aan en ten westen van de Knie. De molen werd gesloopt in 1898.
Keizer. de
Oliemolen in Wormer.
De eerste vermelding dateert uit 1654. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Nieuwe Vaart, in het oosteinde van het dorp. De molen werd gesloopt in 1803.
Kerkuil, de
Oliemolen in Wormer.
De eerste vermelding dateert uit 1685. De molen stond aan de Wormerringdijk, binnendijks, ongeveer tegenover de Nederlands hervormde kerk van Wormerveer, en werd omstreeks 1892, na langdurige stilstand, gesloopt. Zijn schuur werd in december 1922 door brand verwoest.
Kersenboom, de
Houtzaagmolen in Westzaan, bovenkruier, bijgenaamd De Wattendeken of De Wat.
De windbrief van de balkenzager werd gegeven in juni 1700. Hij heeft gestaan ten oosten van de weg, nabij de huizen, op enige afstand ten noorden van de Pronkersloot. De molen werd tussen 1886 en 1890 gesloopt.
Ketel, de
Oliemolen in Jisp. Hij was waarschijnlijk al in 1675 aanwezig. Hij heeft gestaan aan de Ketelsloot, en werd vóór juni 1847 gesloopt.
Kieft, de
Oliemolen in Koog aan de Zaan, oorspronkelijk De Gekroonde Kievit genoemd.
De windbrief werd gegeven in oktober 1642. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Weelsloot, aan en ten oosten van de tegenwoordige Parallelweg, en werd, nadat hij een paar jaar cacao-afval had verwerkt, in 1901 gesloopt.
Kievit, de Gekroonde
Oliemolen in Koog aan de Zaan. Zie De Kieft, de.
Kikker, De
Oliemolen in Wormerveer, ook wel De Kikkert genoemd.
De eerste vermelding dateert uit 1652. Hij heeft gestaan aan de Noorddijk, buitendijks, ten noorden van de tegenwoordige meelfabriek De Vlijt. De molen werd gesloopt in 1888.
Kloen, Het
Oliemolen in Assendelft en later pelmolen in Koog aan de Zaan.
De eerste vermelding dateert uit 1647. In 1706 werd hij van zijn standplaats ten oosten van de Delft, ter hoogte van de rooms-katholieke kerk afgebroken en verplaatst naar Koog aan de Zaan. Daar werd hij als pelmolen herbouwd nabij en ten oosten van De Watering, ten zuiden van de Weelsloot. Hij werd gesloopt in 1791.
Knollenbijter, De (ook Knolbijter)
Oliemolen in Westknollendam. De eerste vermelding dateert uit juni 1670. De molen stond aan en ten zuiden van de Tochtsloot als vijfde molen vanaf de Zaan. Hij werd gesloopt tussen 1804 en 1811.
Koe, De
Oliemolen en later doppenmolen in Oostzaandam.
De molen was in 1663 reeds aanwezig. Hij heeft gestaan ten westen en op enige afstand van De Gouw, ten noorden van de Veeringsloot. De molen werd in september 1886, na de laatste jaren als doppenmolen dienst te hebben gedaan, door brand verwoest.
Koekoek, De
Molen de Koekoek, oliemolen en later papiermolen in Koog aan de Zaan, ook wel De Koekuit en tenslotte De Haan genoemd. De windbrief werd gegeven in augustus 1627. In 1668 werd de molen vertimmerd tot papiermolen. In april 1847 werd hij ingericht als meelmolen en kreeg hij de naam De Haan.
Koekuit, De
Oliemolen de koekuit in Koog aan de Zaan. Zie: De Koekoek, De
Kogmeeuw, De
Oliemolen in Oostzaandam, bijgenaamd De Schijtjager.
De eerste vermelding dateert uit 1690. De molen was echter veel ouder. In 1749 werd de kleine molen gesloopt en vervangen door een veel grotere. Hij heeft gestaan op de westpunt van de Hemmes, aan de Zaan, en werd gesloopt in oktober 1909.
Koning William, De
Oliemolen in Oostzaandam, oorspronkelijk tabakstamper, later veerzager, verf- en poedermolen, bijgenaamd De Scheet.
De windbrief van de kleine molen werd gegeven in september 1690. Vanaf 1743 was hij oliemolen. Hij heeft gestaan ten oosten en op enige afstand van De Gouw, ten noorden van de Kopermolensloot. De molen werd in 1910, nadat hij onttakeld had gestaan, gesloopt.
Koning, De
Oliemolen en later papiermolen in Assendelft, ook De Koot genoemd.
De eerste vermelding dateert uit januari 1676. Hij werd toen verkocht door Jan Hendricksz. Conink. In 1705 of kort daarna werd hij omgebouwd tot papiermolen. In oktober 1768 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Kort na februari 1882 werd hij van zijn standplaats aan de Nauernase Vaart (hij was de derde molen vanaf het noorden) afgebroken en vervoerd naar Hoorn, waar hij als korenmolen werd herbouwd. In 1950 werd hij daar door brand verwoest.
Koot, De
Oliemolen in Assendelft. Zie: De Koning Salomo, De
Koper, De
Oliemolen in Zaandijk. Zie: De Koperslager, De.
Kopermolen, De
Oliemolen, oorspronkelijk volmolen in Oostzaandam, ook wel De Koperslager genoemd.
De grote molen met twee slagwerken werd vermoedelijk als volmolen gebouwd in 1642. Omstreeks 1756 werd hij omgebouwd tot oliemolen. De molen stond aan en ten zuiden van de naar hem genoemde sloot, ten westen en op enige afstand van De Gouw, en werd in september 1856 door brand verwoest. De huidige Kopermolenstraat (eertijds Kopermolenpad), tussen Oostzijde en Heijermansstraat is in feite het verbrede vroegere molenpad.
Kopermolen, De
Oliemolen in Zaandijk. Zie: De Koperslager, De.
Koperslager, De
Oliemolen in Oostzaandam. Zie: De Kopermolen, De
Koperslager, De
Oliemolen in Zaandijk, ook De Kopermolen of De Koper genoemd.
De windbrief werd gegeven in september 1643, maar de molen komt al voor op een kaart uit 1635. In mei 1724 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. De molen stond aan weg en Zaan. nabij de grens met Wormerveer. Hij bleef tot mei 1964 in bedrijf en werd goed onderhouden. In juli 1964 werd hij door brand verwoest.
Kraai, de Bonte
Oliemolen in Wormerveer.
De windbrief werd gegeven in november 1641. Hij heeft gestaan ten zuiden van de inmiddels leegstaande meelfabriek De Vlijt aan de Noorddijk. De molen werd gesloopt in 1885.
Krab, De
De Krab, Oliemolen in West-Zaandam. De eerste vermelding dateert uit 1694. Oorspronkelijk was het een wipmolen die later door een achtkante bovenkruier werd vervangen. De molen stond aan en ten oosten van De Watering, recht achter het Blauwepad. Zondagnamiddag 23 oktober 1842 brandde de oliemolen, toebehorende aan de heer H. J. Smits, af. Door spoedig aangebrachte hulp van brandspuiten van de stad Zaandam en van omliggende dorpen is men, ondanks de hevige wind, er in geslaagd de brand tot de molen te beperken en de omliggende gebouwen, waaronder een pakhuis met circa 60 last koolzaad, te behouden. De oorzaak van de brand is onbekend. Na de brand volgde herbouw van de molen. In maart 1916 viel De Krab wederom ten prooi aan de vlammen.
Kuiken, Het
Oliemolen in Wormer. Zie: De Hoop
Kwak, De
Oliemolen in Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit september 1667. Hij stond aan en ten zuiden van de Noordervaldeursloot, ten westen en niet ver van De Knie. De molen werd in 1934, na de laatste 30 jaar vooral voor de verwerking van cacao-afval te zijn gebruikt, gesloopt.
Lastdrager, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Zaadzaaier
Lazarus, de
Oliemolen en later snuif- en poedermolen te Oostzaandam, ook De Witte Molen genoemd, wipmolen. De eerste vermelding dateert uit 1727. In 1760 werd hij snuif- en poedermolen. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Boerenjonkersloot, en werd gesloopt in 1789.
Leeuw , de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1704. Hij heeft gestaan ten westen van de Zuiderwatering, achter de huidige Parkstraat. Zijn sloopjaar is niet bekend. Leeuw, de. Oliemolen te Wormerveer. De vi- indbrief werd gegeven in oktober 1646. Hij heeft gestaan aan het Zuideinde. en werd gesloopt omstreeks 1814.
Leeuw, de Rode
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier, bijgenaamd De Eklips. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1669. Hij verbrandde in december 1720, werd herbouwd, en werd voór 1753 afgebroken van zijn standplaats aan en ten oosten van de Zuiderwatering, en vervoerd naar Purmerend. Daar werd hij in de eerste helft van de 20e eeuw gesloopt.
Leeuw, de Zwarte
Oliemolen te Westzaandam, meestal De Zwart genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1681. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Vaart, achter het Hollandsepad, en werd in januari 1729 door brand verwoest.
Leeuwerik, de
Oliemolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in oktober 1694. Hij heeft gestaan ten westen en op enige afstand van de Gouw, iets ten zuiden van de Almanaksloot en werd in januari 1717 door brand verwoest.
Leeuw, de
Oliemolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in oktober 1646. Hij heeft gestaan aan het Zuideinde, en werd gesloopt omstreeks 1814.
Leven, het
Oliemolen te Oostzaandam, ook De Passer genoemd. De windbrief werd gegeven injuli 1683. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Braakdijk, en werd in september 1800 door brand verwoest.
Liefde, de
Houtzaagmolen te Westzaan. De Windbrief van de balkenzager werd gegeven in juli 1723. Hij heeft gestaan nabij de dijk, ten westen van het dorp en werd gesloopt omstreeks 1757.
Liefde, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier, bijgenaamd De Pik. De balkenzager werd gebouwd omstreeks 1855. Hij heeft gestaan nabij het tegenwoordige NS-station, en werd gesloopt in mei 1904.
Liefde, de
Oliemolen te Wormer, bijgenaamd De Vetpot. De windbrief werd gegeven in april 1695. Hij werd in juli 1704 door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, binnendijks, werd gesloopt in 1851 en vervangen door een gelijknamige stoom-olieslagerij.
Liefde, de
Pelmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier. De windbrief werd gegeven in juni 1699. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Watering en ten noorden van de Papenpadsloot, en werd gesloopt omstreeks 1800.
Liefde, de Gekroonde
Verfmolen, tabakstamper, mosterdmolen, weer verfmolen en tenslotte houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier, bijgenaamd De Plutspot, De Poep, De Poepin, De Nieuwe Poep en De Oude Poep. De eerste vermelding van de lattenzager dateert uit 1708. Zijn bijnaam Plutspot kreeg hij in verband met zijn misvormde model. Hij heeft gestaan ten westen van de tegenwoordige spoorlijn, tussen het Blauwepad en het Papenpad, en werd in 1891 gesloopt.
Luikes, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Sint Lucas.
Lukes, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Sint Lucas .
Maagd, de Dordtse
Pelmolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in mei 1762 aan Cornelis van Dordt, die de in Oostzaandam afgebroken houtzaagmolen De Kat als pelmolen liet herbouwen. Hij werd in 1817 van zijn standplaats aan en ten westen van de Knie, achter het Vijzelaarspad. afgebroken en vervoerd naar Oudorp, waar hij als korenmolen Het Rode Hert werd herbouwd.
Maan, de Halve
Oliemolen en later doppenmolen De Halve Maan, te Oostzaandam, toebehorende aan de firma Kop en Wezel. De eerste vermelding dateert uit mei 1652, maar hij was al ouder. De molen heeft gestaan aan en ten oosten van De Poel, nabij Haaldersbroek, buitendijks, en werd op zondag 21 februari 1897, na een aantal jaren als doppenmolen dienst te hebben gedaan, als gevolg van het heetlopen geheel verbrand.
Meeuw, de
Oliemolen in Jisp. De eerste vermelding dateert uit augustus 1736. De molen was vermoedelijk aanzienlijk ouder. Hij heeft gestaan aan de Noorderganssloot, en werd voor oktober 1861 gesloopt.
Melkpot, de
Oliemolen in Westzaandam. De windbrief werd gegeven in maart 1695. Rijkelijk laat, want de molen wordt al vermeld in oktober 1692.
De molen heeft gestaan aan en ten zuiden van de Mallegatsloot, ten westen van en dicht bij de tegenwoordige spoorlijn. In maart 1887 kwamen zijn as en roeden omlaag, waardoor een van de werklieden werd gedood. De molen werd hersteld, maar werd in 1893 gesloopt.
Menies, de
Oliemolen te Westzaandam, zie: de Vogelstruis, De
Mieuw, de
Oliemolen te Oostzaandam. zie; De Zeemeeuw, De
Mol, de
Oliemolen in Wormer. De windbrief werd gegeven in november 1691. In april 1786 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde.
In 1904 werd hij van zijn standplaats aan de Wormerringdijk, nabij het Zandpad, afgebroken. Hij werd vervoerd naar Hensbroek, waar hij als meelmolen werd herbouwd. Een paar jaar later werd hij daar, na blikseminslag, door brand verwoest. In Wormer werd een gelijknamige stoom-olieslagerij op zijn plaats gebouwd.
Molen, de Groene
Naam van een korenmolen in Wormer, genoemd in een protocol van notaris Adryaen Dircksz aldaar in 1631.
In een opsomming van acht Wormer meelmolens vermeldde hij: 'De Groenemolen, molenaar Jan Dircksz'. Andere bronnen zijn niet bekend', mogelijk is de molen ook 'De Groenland' genoemd. Pieter Boorsma veronderstelt in '1000 Zaanse molens' dat de Groenemolen dezelfde is geweest als meelmolen De Zwart (ook: De Zwarte Raven), zie aldaar.
Molen, de Witte
Oliemolen in Oostzaandam. zie: De Lazarus
Morgenster de
Papiermolen in Oostzaandam. De Zaandijker volmolen De Star werd voor 1679 afgebroken en vervoerd naar Oostzaandam, waar hij aan en ten zuiden van de Morgenstersloot, tussen het Weerpad en het Sluispad, als papiermolen werd herbouwd.
In april 1732 en in september 1787 werd hij door brand verwoest, waarna beide malen herbouw volgde. In maart 1803 werd hij voor de derde maal door brand verwoest. Zijn schuren werden enige jaren later afgebroken.
Moriaan, de
Houtzaagmolen in Westzaan, type onbekend. Deze molen wordt ook wel Moeriaan genoemd. De enige vermelding dateert uit januari 1803. De molen was toen al verdwenen. Hij heeft gestaan ten noorden van de sluis de Noordse Balk. Door dit feit is het ook mogelijk dat de molen in de buurt Wormerveer heeft gestaan.
Bronnen
Moriaan, de
Oliemolen in Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1654. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1898, nadat in 1896 de molen was verkocht aan Wessanen. Op zijn plaats werd later een gelijknamig pakhuis gebouwd, en nog later een cacaofabriek (zie: Berisford). De molen was in de 17e eeuw net zoals vele andere molens verdeeld in parten in parten verdeeld.
Munnik, de
Oliemolen en oorspronkelijk volmolen in Koog aan de Zaan. De windbrief werd gegeven in januari 1648.
In 1675 was hij al omgebouwd tot oliemolen. Hij heeft gestaan ten noorden van de Sluissloot, tussen de Dors en de tegenwoordige spoorlijn. En werd in juni 1904, na een maand stilstand, door brand verwoest.
Nachtegaal, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, achtkante bovenkruier. De balkenzager werd gebouwd in 1854. In 1898 werd hij van zijn standplaats ten westen van de spoorlijn afgebroken en vervoerd naar Heerhugowaard, waar hij werd herbouwd.
Nachtegaal, de
Oliemolen te Wormerveer. De eerste vermelding dateert uit januari 1660. Hij werd in 1852 afgebroken van zijn standplaats aan de naar hem vernoemde Nachtegaalsloot, ten westen van de tegenwoordige spoorlijn en vervoerd naar Joure, waar hij werd herbouwd.
Neel, de Jonge Ruige
Oliemolen te Westzaan, ook De Jonge Ruig genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1670. Hij heeft gestaan tussen de weg en de Gouw ten zuiden van het verlengde van de Papenpadsloot en werd vermoedelijk kort na 1809 gesloopt.
Neel, de Oude Ruige
Oliemolen te Westzaan, ook De Oude Ruig genoemd. De windbrief werd gegeven in mei 1649. Hij heeft gestaan tussen de weg en de Gouw, nabij het verlengde van de Papenpadsloot en werd kort na 1809 gesloopt.
Notenboom, De
Houtzaagmolen in Oostzaandam, en oorspronkelijk in Westzaandam, paltrok. Meestal Het Vaandel genoemd. In 1750 werd deze balkenzager overgebracht uit Westzaandam, waar hij de naam De Vaandeldrager droeg. In Oostzaandam werd hij neergezet op de ringmuur van De Spinbol, op het Wester-Kattegat, het tegenwoordige Eiland in de Voorzaan. In maart 1892 werd hij door brand verwoest.
O, de
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok. De enige vermelding van de vermoedelijke balkenzager dateert uit 1707. Gegevens over windbrief, standplaats en sloopjaar zijn niet bekend.
Olietrommel, de
Oliemolen te Westzaandam. meestal De Trommel genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1638. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Papenpadsloot, ten oosten van en nabij de tegenwoordige spoorlijn, en werd gesloopt tussen 1809 en 1814.
Olievaten, de Drie
Oliemolen te Oostzaan, ook De Engelsman genoemd. Hij werd in 1640 voor Engelse rekening gebouwd; aanvankelijk was de bedoeling dat hij in Engeland zou worden neergezet. Dit was door de 80-jarige oorlog niet mogelijk. Daardoor heeft hij gestaan aan en ten zuiden van de Weerpadsloot. tussen de Watering en het dorp. Hij werd in of kort na 1814 gesloopt.
Olievos, de
Oliemolen te Westzaandam, ook De Vos genoemd. De windbrief werd gegeven in mei 1649. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Papenpadsloot, ten oosten en op enige afstand van de tegenwoordige Provincialeweg en werd in oktober 1875 door een windhoos zwaar beschadigd en tot stellinghoogte afgebroken. Onderbouw en schuur werden tot de sloop in 1941 als pakhuis gebruikt.
Olifant, de
Houtzaagmolen te Westzaan, wipmolen. De balkenzager werd waarschijnlijk vroeg in de 17e eeuw gebouwd. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden en ongeveer in het midden van het Watermolenpad en kwam in 1872 in slopershanden.
Onderneming, de Nieuwe
Houtzaagmolen te Koog, wipmolen. De balken- en stammenzager werd in 1921 gebouwd op het erf van oliemolen De Waterhond, aan en ten oosten van de Watering en aan en ten noorden van de Mallegatsloot. In 1930 werd hij afgebroken, waarna de bedrijfsvoering met een motor werd voortgezet.
Ooievaar, de
Oliemolen te Oostzaandam, oorspronkelijk Assendelft, eigendom van Vereniging De Zaansche Molen. Hij werd gebouwd in Assendelft, zonder eigennaam, in 1622. ln 1669 werd hij afgebroken van zijn standplaats aan de Delft tegenover de Kerkbuurt en verplaatst naar de Kalverringdijk te Oostzaandam. Aan het eind van de 19e eeuw werd hij gebruikt als doppenmolen en vervolgens voor het malen van cacao-afval. In 1956 werd hij na een langdurige vervalperiode grondig gerestaureerd. Hij is niet meer als windmolen in bedrijf.
De 'molenbiotoop' is zeer verslechterd door de bouw in 1990 van een belendende Duyvisfabriek.
Ooievaar, de
Oliemolen te Zaandijk, ook De Ooievaarsmolen en De Ouwevaer. De windbrief werd gegeven in juni 1631. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, tegenover het Guispad, en verdween reeds vroeg. Op zijn erf werd in 1656 meelmolen De Bleeke Dood gebouwd.
Ooievaarsmolen, de
Oliemolen te Zaandijk, zie: De Ooievaar
Oranjeboom, de
Oliemolen te Assendelft, ook De Dromer genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1668. Hij heeft gestaan aan de Nauernase Vaart, als tweede molen van het noorden, en werd gesloopt in september 1808.
Oranjeboom, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit oktober 1683. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Kuil, en werd langdurig gebruikt voor de verwerking van cacao-afval. In mei 1938 werd hij onttakeld en in december 1940 tot stellinghoogte afgebroken; in maart 1941 werd hij door brand verwoest.
Os, de

Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit mei 1663. Hij werd vele jaren gebruikt voor het verwerken van cacao-afval. In 1916 werd hij onttakeld en in het vervolg aangedreven door een elektromotor. Het riet van de romp werd later vervangen door hout. De romp en de schuur van De Os zijn nog aanwezig aan de Kalverringdijk, tussen de molens De Zoeker en De Bonte Hen, maar hij is niet meer in bedrijf. In de jaren'80 is het binnenwerk van de molen gerestaureerd.
Ouwevaer, de
Oliemolen te Zaandijk, zie De Ooievaar.
Paap, de
De Paap, oliemolen te Koog aan de Zaan, de windbrief werd gegeven in november 1627. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Sluissloot, op de hoek van de Dors, en werd gesloopt in juni 1900.
17 januari 1866 is door de rijksveldwachter G. Tangering, gestationeerd te Zaandam, opgespoord en aangehouden de persoon van H. M. van Koog aan de Zaan, oud 16 jaar, beschuldigd van brandstichting in de oliemolen, genaamd de Paap, te Koog aan de Zaan, van de Heer C. Honig aldaar, op welke molen genoemde M. werkzaam was en reeds zijn misdaad aan bovengenoemde veldwachter heeft bekend.
Paard, het Witte
Oliemolen te Wormerveer.
De windbrief werd gegeven in september 1634. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, ten zuiden van de latere oliefabriek De Toekomst (thans onderdeel Croklaan bv) en werd gesloopt in 1894.
Paltrok
Molentype, alleen toegepast voor de houtzagerij. De paltrokken, waarvan er meer dan 200 in de Zaanstreek draaiden, kenmerken zich door een aan drie zijden open werkvloer, de zaaggrond, een geteerd dus donker uiterlijk en het feit dat bij het kruien de gehele molenmassa over een rolring wordt rondgedraaid; de paltrok is hierdoor een onderkruier in tegenstelling tot de bovenkruiers, waarvan alleen de kap wordt gedraaid.
Juist doordat de hele molen naar de wind werd gedraaid, was het voor de aanvoer van de te verzagen stammen nodig de molen zoveel mogelijk met water te omringen, opdat de kraan die natuurlijk meedraaide als de molen op de wind werd gezet steeds de stammen uit het water op de zaagslee kon hijsen. De paltrok stamt af van de in 1592 door Cornelis Corneliszoon van Uytgeest gebouwde zaagmolen Het Juffertje. De uitvinder zag als eerste kans de draaiende beweging van de wieken om te zetten in de op- en neergaande beweging die voor zaagramen is vereist. De twee of drie zaagramen in een paltrok worden in beweging gebracht door een driebochtige krukas. De wagenschotzagers bevatten twee zaagramen, gewone balkenzaagmolens telden er drie.
De naam paltrok is naar wordt aangenomen ontstaan doordat dit molentype deed denken aan in de Duitse Pfalz gedragen jassen. Deze zwarte mannenjassen werden strak over het bovenlichaam gedragen, maar hadden op heuphoogte een opvulling, waardoor de lange panden min of meer uitstonden. Pieter Boorsma telde in Duizend Zaanse Molens in totaal 237 Zaanse paltrokken. In 1880 stonden er nog 53 overeind, in 1898 was dat aantal teruggelopen tot 21. In 1990 waren er nog twee over, waarvan de door woonbebouwing omringde De Held Jozua in Westerwatering te Zaandam nog in deplorabele toestand verkeert. De andere, De Gekroonde Poelenburg aan de Kalverringdijk op de Zaanse Schans is in 1990 bij een restauratie weer zaagvaardig gemaakt. Het meest opmerkelijke aan de paltrokken is hun open karakter. De arbeiders in deze molens werkten in de open lucht. Op de zaaggrond zijn de zaagramen en de zaagsleden opgesteld. Niet alleen de zaagramen, maar ook de kraan en de zaagsleden worden door de wind aangedreven.
Zie ook: balkenhaven, balkenzagers, houtzagerij en wagenschotzagers.
Papegaai, de
Oliemolen, en later verf- en snuifmolen, te Assendelft.
De eerste vermelding dateert uit 1685. Tussen 1693 en 1711 werd hij ingericht als verf- en snuifmolen. Hij heeft gestaan aan de Nauernasche Vaart, nabij Nauerna, en werd gesloopt in 1827.
Papiermolen Eendragt Wormer
Wormer bezat de papiermolen De Eendragt die zijn bestaan begon als oliemolen op 30 maart 1685 op naam van Simon Pietersz. Fent. In het jaar 1726 werd de molen verkocht aan Jan Pietersz. Coopman die hem ombouwde tot papiermolen. Dee grondstof hiervoor bestond uit oude kledingstukken. In de voddenschuur werden deze gesorteerd door vrouwen en kinderen, die het vuil, de knopen en haken verwijderden. Vervolgens scheurden zij de stof met een vast mes op een bank tot reepjes. Daarna werden de fijngemaakte reepjes stof nog fijner gemaakt door ze in een kuip met hakbeitels te verkleinen, de kapperij.
Het volgende deel van het proces was het fijnmalen in een ovale bak gevuld met water en daarin een rol met messen die pap maakte van de stofdelen (de hollander). Deze natte massa verdween in gemetselde kasten, verzijgkasten, met een lattenbodem om het water weg te laten lopen en de stof te laten rotten. Via de roerbak, die weer water aan de vezels toevoegde, belandde de papierstof in de schepkuip. Hier stond een schepper met opgestroopte mouwen een raam met kopergaas, het schepraam, onder te dompelen in de pap. Met een heen en weer gaande beweging, op zijn Zaans husselen, verdeelde hij de pap over het kopergaas. Naast hem stond de koetser die met een snelle beweging het natte vel omkeerde op een vilten lap.
Lees en kijk verder in het 11 pagina's tellende verhaal van molenaar Sjors van Leeuwen die het verhaal door het Historisch Genootschap Wormer liet plaatsen.
Passer, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: Het Leven.
Pauw, de
Oliemolen te Assendelft.
De eerste vermelding dateert uit 1676. Hij heeft gestaan aan de Nauernase Vaart, ten noorden van Nauerna, en kwam in 1896 in slopershanden.
Pelikaan, De
Oliemolen in Krommenie.
De windbrief werd gegeven in juni 1632. De molen stond aan de Heiligeweg, ten westen van de Indijk. Hij werd vermoedelijk tussen 1664 en 1680 gesloopt.
Peperboom, de
Oliemolen te Wormer, wipmolen.
De windbrief werd gegeven in juni 1695. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, binnendijks, iets ten noorden van het Zandpad en werd waarschijnlijk omstreeks 1814 gesloopt.
Perenboom, de
Oliemolen te Westzaan, en oorspronkelijk Assendelft.
De eerste vermelding dateert uit november 1693. Hij heeft gestaan aan de Nauernase Vaart, ongeveer tegenover de watertoren, en werd voor april 1805 gesloopt. Oorspronkelijk stond hij in Assendelft, gegevens over zijn verplaatsing ontbreken.
Pink, het
Oliemolen te Koog, in eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De windbrief werd gegeven in oktober 1620. Hij werd gebouwd als wipmolen; in 1751 werd deze vervangen door een achtkante bovenkruier. Oorspronkelijk had deze een met hout beklede kap, deze werd vervangen door rietbedekking nadat de molen in maart 1876 door storm zwaar was beschadigd. In november 1903 werd de molen opnieuw door storm beschadigd.
In november 1792, juni 1915 en november 1922 werden beginnende branden in de molen tijdig geblust. In september 1926 brak de as van de molen, maar de roeden vielen niet naar beneden. Herstel volgde. De molen maalde toen al geruime tijd cacao-afval. Na een stilstand van ongeveer tien jaar, in welke periode de molen ernstig in verval raakte, werd hij in 1939 eigendom van Vereniging de Zaansche Molen, die hem grondig liet restaureren. Molen Het Pink stond tot 1940 in het open veld aan de Weelsloot. Sindsdien staat de molen aan de Pinkstraat, die zijn naam aan deze molen dankt (de Kieftstraat, waarmee de Pinkstraat een letter T vormt, aan molen De Kieft). Tot 1989 bood molen Het Pink onderdak aan het Molenpanorama dat Frans Mars (1903-1973) tussen 1944 en 1947 schilderde, dat daarna naar het Molenmuseum verhuisd werd.
Platvoet, de
Oliemolen te Westzaan, zie: De Sint Pieter.
Poelsnip, de
Oliemolen te Oostzaandam.
De windbrief werd gegeven in maart 1695. Rijkelijk laat, want de molen werd gebouwd in 1689. In augustus 1863 werd, als eerste molen in de Zaanstreek, een van zijn houten roeden vervangen door een ijzeren. Het olieslaan in dag- en nachtbedrijf is in de Zaanstreek met deze molen het langst volgehouden. In februari 1922 werd hij tot stellinghoogte afgebroken. Het achtkant met kap werd naar Budel in Noord-Brabant vervoerd en als korenmolen herbouwd. In februari 1937 ging hij daar in vlammen op. Hij heeft gestaan op de noordoosthoek van de Hemmes, nabij de weg.
Prins, de Jonge
Oliemolen te Oostzaandam.
De eerste vermelding dateert uit oktober 1694. Hij heeft gestaan aan de Zaan op de grens van Zaandam en Wormer, en werd gesloopt in 1888.
Prolpot, de
Oliemolen te Oostzaandam.
De windbrief van de kleine molen werd gegeven in maart 1657. Hij heeft gestaan op de noordkant van de Hemmes, en werd in juni 1917 door brand verwoest.
Rabbi, de
Oliemolen te Westzaandam, zie: De Reinout.
Rad van Avontuur, Het
Oliemolen in Oostzaandam, meestal Het Rad genoemd.
De molen werd gebouwd in 1648. Hij was uiterlijk afwijkend van de andere industriemolens, namelijk omgeven door een vierkant gebouw met een plat dak, dat dienst deed als stelling. Hij heeft gestaan in Zaandam ten zuiden van de Noorderbrug. De molen werd gesloopt in 1914.
Het Rad van Avontuur in de Molendatabase
Ram, de
Oliemolen te Wormerveer.
Hij bestond al in 1643. Hij heeft gestaan ten zuiden van en bij de Dubbele Buurt, binnendijks, en werd gesloopt in 1874.
Reiger, De
Pelmolen te Oostzaandam, ook De Kwak genoemd. De windbrief werd gegeven in december 1697. Hij heeft gestaan ten westen van de Gouw, achter de katholieke kerk, en werd in september 1751 door brand verwoest, waarna pelmolen De Twee Gebroeders op zijn plaats werd neergezet.
Reinout, de
De Reinout, oliemolen te Westzaandam, ook De Rabbi genoemd, de windbrief werd gegeven in januari 1663. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Mallegatsloot, ten oosten en op enige afstand van de Watering, werd na 1892 ingericht tot het malen van fourage-artikelen.
Zondagnacht 6 augustus 1905, rond 03:30 uur werd de brandweer gealarmeerd vanwege een brand in het Westzijderveld aan het eind van het Ameland. Door onbekende oorzaak was krijtmolen De Reinout van de firma Breeuwer &, Co. in brand geraakt. Bij aankomst stonden molen en schuren reeds in lichte laaie, zodat redding niet meer mogelijk was. Om die reden werd slechts één van de acht spuiten voor het blussingswerk aangewezen. Ook verscheen de motorbrandspuitboot, die met twee slangen water gaf. Op verre afstand was de brand te zien, die door het kalme weer een mooie aanblik opleverde. Het terrein was voor de spuiten die over twee hoge bruggetjes en over de spoorbaan haar weg moesten zoeken, moeilijk te bereiken. De molen, die vroeger als oliemolen dienst deed, was ooit eigendom van oud-burgemeester van Zaandam, de heer Smit. Alles was verzekerd.
Ridder, de Groene
Oliemolen te Westzaandam. De Windbrief werd gegeven aan Adriaen Jacobsz. Groen in november 1649. De molen heeft gestaan aan en ten zuiden van de Blauwepadsloot, ten westen en op enige afstand van de tegenwoordige spoorlijn, en werd gesloopt in september 1898.
Rietvink, de
Oliemolen en later cement- en trasmolen te Wormer. De windbrief werd gegeven in april 1641. Aan het einde van de 18e eeuw werd hij omgebouwd tot cement- en trasmolen (zie: Jan Dekker). Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1879, en vervangen door een fabriek.
Rijkeman, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Vier Heemskinderen.
Rob, de
Oliemolen en later verfmolen te Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1655. In 1709 of 1710 werd hij ingericht als verfmolen. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Westerveersloot, en werd in juli 1888 door brand verwoest.
Roggebloem, de (Oostzaandam)
De Roggebloem, oliemolen te Oostzaandam, ook De Tas genoemd, de Windbrief werd gegeven in september 1685. Hij heeft gestaan op de zuidkant van de Hemmes aan de Kuil en werd, na een aantal jaren voor het malen van cacao-afval te zijn gebruikt, gesloopt in oktober 1913.
Roggebloem, de (Westzaan)
De Roggebloem, oliemolen te Westzaan, de Windbrief werd gegeven in juni 1695, rijkelijk laat want de eerste vermelding dateert uit 1694. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Roggebloemsloot, halverwege tussen de huizen en de Gouw, en werd op 6 mei 1898, na een aantal jaren als doppenmolen in bedrijf te zijn geweest, door brand verwoest. In zijn schuren werd het bedrijf met behulp van een elektromotor voortgezet; deze malerij werd in juni 1942 door brand verwoest.
Rommelpot, de
Oliemolen te Wormer, zie: De Rompot.
Rompot, de
Oliemolen te Wormer, ook De Rommelpot genoemd.
De enige vermelding dateert uit 1657. Andere gegevens ontbreken.
Roomvat, het
Oliemolen te Wormer. De windbrief werd vermoedelijk gegeven in april 1650. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Aressloot (de latere Uilsloot), even ten oosten van de Middeltilsloot. De laatste vermelding dateert uit 1656.
Rozenboom, de
Oliemolen en later verfmolen te Wormerveer. Hij werd gebouwd in 1690 aan de Noorddijk en de Zaan, en werd in 1830 gesloopt. Op zijn plaats werd later een gelijknamige houtzaagmolen neergezet (zie aldaar).
Ruig, de Jonge
Oliemolen te Westzaan, zie: De Jonge Ruige Neel.
Ruig, de Oude
Oliemolen te Westzaan, zie: De Oude Ruige Nee1.
Ruiter, de Bonte
Oliemolen te Wormerveer. Hij was al aanwezig in 1635. heeft gestaan aan en ten noorden van de Noordersluissloot. en werd gesloopt in 1809.
Ruiter, de Zwarte
Oliemolen en pelmolen te Zaandijk. De eerste vermelding dateert uit 1693. In 1724 was hij reeds ingericht als olie- en pelmolen. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Sluissloot, nabij en ten westen van de spoorlijn, en werd in 1895 gesloopt.
Salomo's Recht
Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok, ook De Koning Salomo genoemd. De windbrief van de wagenschotzager gegeven in september 1671 Hij heeft gestaan ten westen van de tegenwoordige spoorlijn, en werd gesloopt in 1886.
Samson, de
Oliemolen te Wormerveer. De windbrief werd gegeven in maart 1631. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, ten noorden van de latere zeepziederij de Adelaar, en werd gesloopt in 1893.
Schaalsmeermolen, de
Watermolen te Wormer. Hij is gebouwd in 1631 en gesloopt in 1926 en bemaalde de Schaalsmeer
Schaap, het Bruine
Houtzaagmolen te Oostzaandam, achtkante bovenkruier. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in september 1726 aan Jan Jansz. Bruijn. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw. ten zuiden en op enige afstand van het Sluispad naar de Hanenpadsluis, en werd in oktober 1917 gesloopt.
Schaap, het Jonge
Houtzaagmolen te Westzaandam, zeskante bovenkruier, ook Het Grote Schaap genoemd. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in september 1683 aan Jan Claesz. Schaap. Hij heeft gestaan ten westen van de spoorlijn, in het verlengde van de Stationsstraat, en werd gesloopt in mei 1942.
Schaap, het Vette
Oliemolen te Zaandijk. De windbrief werd gegeven in augustus 1618. Injanuari 1791 werd hij na zware stormschade gesloopt en herbouwd. De nieuwe molen was aanvankelijk geheel met spanen bekleed, later werd dit riet. In april 1911 werd hij van zijn standplaats ongeveer tegenover de tegenwoordige lagere school de Werf afgebroken en vervoerd naar Wijdenes, waar hij als korenmolen werd herbouwd.
Schaapherder, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam, paltrok. De windbrief van de balkenzager werd gegeven in april 1659. Hij heeft gestaan aan en ten westen van de Gouw, nabij de Kerksloot, en werd gesloopt in 1802.
Scheet, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Koning Salomo, De William.
Schenker, De

In 1639 wordt “een erffgen Saendijcx tusschen Wormerveer en die Saendijck” verkocht aan Jan IJsbrantsz. Eddes, een molenmaker uit Uitgeest. Deze bouwt op dit erf, dat binnendijks lag, een woonhuis en later een molentje.
Op 3 maart 1672 verkoopt Eddes het woonhuis en de molen aan Jan Dircksz. Schenk, die met de molen een “schilpsant- en bickstienmaelder” gaat beginnen. Een molen die schelpzand en biksteen vermaalt en later ook potas. Zie Aschnagotie.
Snel nadat Jan Dircksz. Schenk de molen had overgenomen, dook de naam “De Schenker” op, deze naam komt het meest voor maar ook worden de namen “Het Ruimpje”en “Het Schilpruimpje” in de stukken genoemd.
De molen werd in 1727 afgebroken en vervangen door een grote bovenkruier die tot 1877 heeft gewerkt. In dat jaar werd de molen afgebroken en werd op deze plaats cacaofabriek “De Ruiter” door de firma W.J. Boon & Comp. gebouwd.
Uit de eerst bekende gegevens blijkt dat de molen op een erf aan het Zuideinde van het dorp Wormerveer stond. Dit wordt nog eens bevestigd op de eerste kadastrale kaart die tussen 1812 en 1832 van Wormerveer werd gemaakt. Hij stond tussen de molens “De Samson” en “De Eenhoorn”, twee oliemolens aan het Zuideinde ter hoogte waar nu het pand zeepziederij “De Adelaar” staat. Zie “Jan Dekker”
Literatuur:
- Zaanse verhalen 2009, Ron Couwenhoven
- Wormerveer langs weg en Zaan, Jan Aten
Schepel, het
Oliemolen te Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1654. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1825. Later werd op zijn erf een pakhuis met dezelfde naam gebouwd.
Schijtjager, de.
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Kogmeeuw, De
Schilp, de
Oliemolen te Oostzaandam. ook De Schilpmolen genoemd. De eerste vermelding dateert uit september 1678. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Zuidervaldeursloot en ten westen van de Gouw. en werd gesloopt in 1762.
Schilp, de
Oliemolen te Wormerveer, ook De Schilpmolen genoemd. De eerste vermelding dateert uit mei 1648. Hij heeft gestaan aan de Noorddijk. buitendijks, en werd gesloopt kort najanuari 1804. Schilpmolen, de. Naam van oliemolens te Oostzaandam en Wormerveer. zie: De Schilp.
Schoenlapper, de
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Sint Lucas.
Schoolmeester, de
Papiermolen te Westzaan, bijgenaamd De Gauw- of Gouwdief, eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De Windbrief werd gegeven in juni 1695 maar de molen kwam al in september 1692 in bedrijf. De Schoolmeester staat aan de Watering, langs de oude Guisweg. In 1874, van 1957 tot 1964 en van 1998 tot 2002 werd de molen ingrijpend gerestaureerd. De Schoolmeester is, sedert in 1934 de laatste papiermolen in Noorwegen door brand verloren ging, als enige papiermolen ter wereld die op windkracht werkt, nog in bedrijf.
De enige ook uit het glorierijke tijdperk, dat het Hollandsche papier tot ver buiten de landsgrenzen een grote vermaardheid had. En nog steeds is de papiersoort, die De Schoolmeester maakt een gewild artikel; het is voor sommige doeleinden niet te vervangen. Zo werd er nog een papiersoort vervaardigd uit mos, dat op de heide wordt gevonden, en dat wordt gebruikt voor het breeuwen van schepen en bij de bouw van onderzeeërs. Papier dat niet voor alledaags gebruik bestemd is. Het betrekkelijk kostbare Zaanse wit bord wordt uitsluitend voor speciale doeleinden gebruikt. In de goede boekbinderij werd het tot ruggen verwerkt, maar ook maakte men hiervan kunstkalenders en kantoormappen, terwijl de pettenindustrie, voor de kleppen, zijn deel opeiste. Dit oud-Hollandsche papier is, wat kwaliteit betreft, niet te verbeteren, het was alleen lastig, dat er slechts vellen van een bepaalde grootte gemaakt konden worden, terwijl de moderne techniek het papier in grote rollen van honderden meters lengte kan afleveren.
Het belangwekkende is wel, dat men gedurende de gehele levensduur van deze molen de mededinging van de stoomkracht en de electrische motoren heeft kunnen weerstaan, steeds heeft men door windkracht het bedrijf gaande kunnen houden. En met succes, want de molenaars, de gebroeders De Jong, die afstamden uit een oud Zaans geslacht van papiermakers en die niets liever wensen dan dit beroep te blijven uitoefenen, hadden volop werk.
Vluchtelingen
De Schoolmeester werd rond 1618 gebouwd, toen de papierbereiding reeds bloeide te Dordrecht en Alkmaar waar de eerste molens omstreeks 1586, lompen tot papier vermaalden. Spoedig ontdekten de papiermakers de mogelijkheden van het heldere water en zijn drijfkracht op de Veluwe. Waterrijke streken waren bij uitstek geschikt voor het maken van papier. Voor de productie van 1 kg papier had men 200-500 liter schoon water nodig. In 1740 telt de Veluwe niet minder dan 168 papiermolens, alle kleine bedrijven waarvan men de dagelijkse productie schat op 70 kg per molen. Vooral na 1672, toen de Fransen het zuiden van Nederland en Gelderland bezetten, vluchtten vele Brabanders en Gelderlanders uit angst voor de bezetter naar de Zaanstreek.
In Brabant en Gelderland werd destijds al veel wit papier gemaakt, terwijl de Zaanse papiermakerij nog steeds grauw en blauw papier geleverd had. De komst van hen was een gerede aanleiding om zich veel meer op het vervaardigen van wit papier toe te leggen en zo kreeg de Zaanstreek bloeiende papierbedrijven.
Vele papiermolens werden er bijgebouwd, en het oud-Hollandse geschepte papier heeft zo zijn verdiende naam gekregen. De Zaanstreek telde in 1850 59 van dergelijke molens. Dit moet het hoogtepunt zijn geweest: daarna ondervond men steeds groter schade van de buitenlandse concurrentie en de papierindustrie raakte in verval. Nauwelijks 45 jaar later waren er nog slechts vier papiermolens over.
De Schoolmeester vervaardigde pakpapier en heeft nooit fijn papier gemaakt. Dat deed in de eerste jaren van de 17de eeuw nog geen enkele molen langs de Zaan. Aanvankelijk bevatte het ongereinigde water te veel ijzer, maar ook gebruikte men de hamerbak niet voor een intensieve vervezeling van de lompen. Wel wordt langs de Zaan, omstreeks 1680 de 'hollander' uitgevonden, een maalbak, waarin een met messen bezette cilinder ronddraait, en die een aanmerkelijk grotere productie heeft dan de hamermolen. En, hoewel het verband niet ondubbelzinnig kan worden aangetoond, begint men dan wit papier aan de Zaan te maken. In de Zaan toont de papierfabricage het eerst industriële aspecten. Aan het eind van de 18de eeuw vraagt het drijven van een papiermolen een kapitaal van 100.000 gulden. In de Zaan ook, wordt na de moeilijke jaren van de Franse overheersing en de daarop volgende decennia de eerste papiermachine geïnstalleerd en wel door Van Gelder in 1839. Het glorieuze rijk der Zaanse molens echter nadert, met de intrede van de stoommachine spoedig haar einde.
Productieproces
Het mooiste papier werd verkregen door het verwerken van lompen. De lompen werden, na eerst goed schoon gewassen te zijn, vermengd met water in de maalbak gebracht, een ovale bak waarin in het midden overlangs een schot was geplaatst. In de lange kanalen draait een rad met messen, dat het papier naar een verhoogd gedeelte van de bodem opstuwt, waar eveneens messen zijn aangebracht.
Zo worden de lompen klein gesneden tot nog slechts een papje in de kuip is overgebleven. De stof is in het water weer in vezels opgelost. Dit mengsel gaat naar een kuip, waaruit de schepper, gewapend met de schepbak met gazen bodem, het mengsel opschept en dit op een bepaalde manier schudt, zodat het water van de vezels wordt gescheiden. Daarna wordt de schepbak door de koetser overgenomen, die de natte vezels op een vilten lap overbrengt. Hij vormt zo een heel dik pak: een laagje natte vezels en weer een laag vilt, enz. Dit pak wordt onder een pers gelegd, waardoor het water er zoveel mogelijk wordt uitgeperst. Dit persen wordt enkele malen herhaald en ten slotte worden de zo verkregen vellen papier op drooglijnen gehangen. Het drogen geschiedt in de aangrenzende lange droogschuren over vijgentouw, dat de eigenschap heeft geen strepen of vlekken op het papier te verwekken, maar waaraan de lastige kant zit, dat het niet meer vervaardigd wordt. De molenaar is er dus zeer zuinig op. De arbeid van de papiermakers was overigens zeer ongezond, want men moest werken in vochtige ruimten, die niet bijzonder hygiënisch waren.
Op 12 augustus 1908 liep de papiermolen van de firma Gebrs. De Jong, te Westzaan door een plotselinge windvlaag door de vang. Door spoedig kruien werd hij tot stilstaan gebracht en kon de reeds ontstane brand in de kap nog tijdig geblust worden.
Te Westzaan werd op 14 juli 1917 ingebroken in de Schoolmeester. Vermist werden acht drijfriemen, waaronder de hoofddrijfriem. Het gestolene vertegenwoordigde een waarde van ongeveer duizend gulden.
70 Jaar in dienstbetrekking
Een jubileum zoals er maar zelden voorkomt, herdacht zaterdag 12 maart 1927 de heer Willem Kat te Westzaan. Vóór 70 jaar trad hij in dienst bij de firma Gebr. de Jong aldaar en werd te werk gesteld op de papiermolen de Schoolmeester. In de molen, waar hij als 12-jarige jongen zijn loopbaan begon, werd hij vandaag als 82-jarige door zeer velen gecomplimenteerd. Een hartelijke toespraak van de heer C. de Jong, firmant der firma, waarbij deze hem een gesloten enveloppe overhandigde, deelde burgemeester Wempe mede dat het Hare Majesteit de Koningin had behaagd hem de gouden medaille te verlenen van de huisorde van Oranje Nassau. Hierna sprak de heer Johan A. E. Verkade als voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zaanland, die hem eveneens een gesloten couvert aanbood. Vervolgens spraken nog de heer Jacob van de Stadt Jr. namens het departement Zaanstreek van de Mij. voor Nijverheid en Handel, als blijk van waardering verleende de Mij. hem de gouden draagpenning; de heer Philippus Beernink namens de Zaansche Molen, mr. den Tex namens den Hollandsche Molen, de heer Nicolaas F. Allan als directeur van Van Gelder Zonen, de heer Gerrit Jan Honig en de heer A. Honig. Zichtbaar geroerd had de heer Kat de toespraken aangehoord, namens hem dankte zijn zoon. De jubilaris mocht een groot aantal bloemstukken en andere bewijzen van waardering ontvangen. Als vriendelijke attentie had de firma Gebr. de Jong de molen in bruidstooi laten zetten, zoals vroeger jaren bij feesten in de familie van de eigenaar in de Zaanstreek gebruikelijk was.
Serpent, het
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Virgilius, De
Sint Lucas, de
Oliemolen te Oostzaandam, ook De Schoenlapper, De Luikes en De Lukes genoemd. De Windbrief werd gegeven in oktober 1679. Hij heeft gestaan nabij Haaldersbroek, buitendijks aan de noordoosthoek van de Poel, en werd gesloopt in 1910.
Sint Pieter, de
Oliemolen te Westzaan, ook De Platvoet genoemd. De windbrief werd gegeven in september 1642. Hij heeft gestaan in de Krabbelbuurt. tussen de Gouw en de huizen, en werd in of kort na 1814 gesloopt.
Sint Willebrordus, de
Oliemolen te Oostzaandam, bijgenaamd De Verdwaalde Boer. De windbrief werd gegeven in oktober 1669. In 1892 werd hij ingericht als pelmolen. In november 1938, toen hij al een aantal jaren werd gebruikt voor het malen van foerage-artikelen, werd hij afgebroken tot stellinghoogte.
Slaper, de
Watermolen te Oostzaan. De grote achtkante bovenkruier werd gebouwd in 1651. Hij heeft gestaan aan het eind van de Watering, bij het Barndegat, en werd in oktober 1878 door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij werd gesloopt in juni 1914.
Snijder, de
Oliemolen en later verfmolen te Wormer, ook de Jan Snijdersmolen genoemd. De windbrief werd gegeven in januari 1634. Tussen 1736 en 1747 werd hij ingericht als verfmolen. Hij heeft gestaan aan de Nieuwe Vaart. op de hoek met de Kokersloot, en werd in april 1884. na blikseminslag, door brand verwoest.
Snijdersmolen, de Jan
Oliemolen te Wormer. zie: De Snijder, de
Spatter, de
Oliemolen te Wormer. De Windbrief werd gegeven in december 1658, maar de molen was al ouder. In december 1787 verd hij door brand verwoest. waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, binnendijks, en werd, met zware stormschade, in 1901 gesloopt. Op zijn erf kwam later de stoom-gortpellerij Mercurius.
Spinbol, De
Houtzaagmolen in Oostzaandam, paltrok, ook Het Spinrokken genoemd.
De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit november 1726. De molen stond op het Westerkattegat, het tegenwoordige eiland in de Voorzaan, en werd in april 1750 door storm verwoest, waarna De Vaandeldrager (later De Notenboom genoemd) op zijn plaats werd neergezet.
Spinbol, de
Oliemolen en later verfmolen te Assendelft. Hij werd vermoedelijk gebouwd in 1641 . De wipmolen (in de Zaanstreek Spinbol genoemd) werd omstreeks 1735 ingericht tot verfmolen. Hij heeft gestaan als vierde molen vanaf het noorden aan de Nauemase Vaart, en werd in april 1855 door brand verwoest.
Strijd, de
Oliemolen te Oostzaandam. De Windbrief werd gegeven in oktober 1686. Omstreeks 1896 werd hij doppenmolen. later werd hij gebruikt voor het verwerken van cacao-afval. In 1947 kwam de molen in het bezit van Vereniging De Zaansche Molen . maar hij werd in februari 1949 door brand verwoest. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van `t Kalf.
Suk, de
Oliemolen te Oostzaandam. zie: De Virgilius, De
Tas, de
Timmerman, de
Oliemolen te Westzaan. De windbrief werd gegeven in november 1695. Hij heeft gestaan nabij de Roggebloemsloot en werd in 1710 verkocht, met de bedoeling hem af te breken en te herbouwen in Zeeland.
Trommelslager, de
Oliemolen te Westzaandam. meestal De Trommel genoemd en soms ook De Olietrommel. Enkele gegevens over deze molen zijn reeds bij deze minder gebruikelijke bijnaam vermeld.
Uil, de
Oliemolen te Westzaandam, was al aanwezig voor 1654. Hij heeft gestaan ten westen van de Watering, in het verlengde van de tegenwoordige Parkstraat en werd gesloopt omstreeks 1809.
Uil, de
Oliemolen en later verfmolen te Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1656. Hij werd na 1718 omgebouwd tot verfmolen. In september 1744 werd hij door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij heeft gestaan aan en ten oosten van de Uilsloot, en werd in oktober 1899. na blikseminslag. door brand verwoest.
Valk (Oostzaandam), De
1727-1794
Houtzaagmolen in Oostzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de balkenzager dateert uit 1727. Hij stond aan en ten westen van de Gouw, iets ten noorden van het Molenpad. De molen werd gesloopt in 1794.
Valk (Assendelft Nauerna), De
1650-1830
Oliemolen, later runmolen en weer later snuifmolen in Assendelft. De eerste vermelding dateert uit 1650. In 1697 werd hij ingericht als runmolen. In 1778 werd hij, na blikseminslag, door brand verwoest en herbouwd. In 1805 werd hij snuifmolen. De molen stond aan de Nauernasche Vaart, bij Nauerna. Hij werd gesloopt omstreeks 1830.
Valk (Zaandijk), De
1712-1903
Verfmolen in Zaandijk. De eerste vermelding dateert uit januari 1712. De molen stond op enige afstand en ten noorden van het Guispad, nabij en ten oosten van de tegenwoordige spoorlijn. Hij werd in april 1903 door brand verwoest.
Varken, Het
Oliemolen en oorspronkelijk volmolen in Koog aan de Zaan. De eerste vermelding dateert uit 1684. Tien jaar later was er sprake van een oliemolen.
Het Varken stond aan en ten noorden van de Varkenssloot, waar tegenwoordig de Eendrachtstraat loopt. Kort na december 1887 werd de molen gesloopt. De schuren bleven staan en werden gebruikt voor het sorteren van cacao-afval, later als opslagruimte en tenslotte als feestruimte van de buurtvereniging. In november 1947 gingen de schuren door brand verloren. Klik hier voor een afbeelding van Het Varken.
Varken, Het
Papiermolen, die ook wel bekend stond als Huis Assumburg. Aanvankelijk enkel gebruikt voor grauw papier, later ook voor blauw papier.
De molen werd gebouwd in 1725 in opdracht van Pieter Cornelisz Knaap, die dit liet uitvoeren door Claas Jansz. Nota. Knaap verkocht zijn andere molende Bestevaer om de molen te kunnen bouwen. Hij kon echter daarna de rekening nog steeds niet volledig betalen, waardoor Nota noodgedwongen mede-eigenaar werd. Deze situatie bleef bestaan tot 1749, toen de molen werd verkocht aan de Westzaners Cornelis en Dirk IJff.
Veermolen, De
Oliemolen in Wormer. Zie De Veerschuit, De.
Veerschuit, De
Oliemolen in Wormer, ook De Veermolen genoemd. De eerste vermelding dateert uit 1654. De molen stond aan de Wormerringdijk, binnendijks, aan het eind van de Zandweg, Hij werd in 1918 onttakeld en ombouwd. In september 1933 werd hij door brand verwoest.
Veldmuis, De
Snuifmolen, later ook verfmolen, in Wormerveer. De windbrief werd gegeven in augustus 1697. De molen verbrandde in 1711 en werd herbouwd, om naderhand (in onbekend jaar) te worden gesloopt. Hij stond achter het Karnemelkspad, aan de noordkant van de Veldmuissloot, tussen Watering en Dors.
Verguul, De
Oliemolen in Oostzaandam. Zie De Virgilius, De.
Vering, De
Volmolen, later papiermolen en uiteindelijk pelmolen in Koog aan de Zaan. Hij was al in 1681 aanwezig. In april 1762 was de molen al in bedrijf als papiermolen. Waarschijnlijk werd hij in 1777 pelmolen. Hij stond ten noorden van de Sluissloot en werd in december 1883 door brand verwoest.
Vering, De
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit november 1679. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Veringsloot, tussen de weg en de Gouw en werd gesloopt in 1890.
Vetpot, De
Oliemolen in Wormer. Zie De Liefde, De
Virgilius, De
Oliemolen in Oostzaandam, gewoonlijk De Verguul genoemd, bijgenaamd De Suk, Het Serpent en De Bloeddief. Hij werd gebouwd in 1648, heeft gestaan aan en ten westen van de Knie, ten noorden van het Kokspad. De molen werd gesloopt in 1888.
Visser, De
Oliemolen in Wormer.
De Windbrief werd gegeven in april 1694, maar de molen was al ouder. De molen stond aan de Wormerringdijk, binnendijks, ongeveer tegenover de Marktstraat in Wormerveer. Hij werd in 1878 vervangen door een stoom-olieslagerij, die slechts drie weken in bedrijf was en toen door brand werd verwoest.
Vogelstruis, De
De Vogelstruis, doppenmolen in Westzaandam, ook wel De Menies genoemd, als verbastering van 'Mooie Nies'.
De Windbrief werd gegeven in februari 1656. De molen, toebehorende aan de heer T. Jonker te Koog aan de Zaan, stond aan en ten zuiden van de Mallegatsloot, ten oosten van en nabij de tegenwoordige Provincialeweg en verbrandde als poeiermolen op 30 juni 1914. Ook twee pakhuizen met hun inhoud gingen verloren.
Volmolen
Een volmolen is een molen die werd gebruikt om geweven wollen stof een nabewerking te geven om de kwaliteit te verbeteren. Bij het 'vollen' werd de weefselstructuur dichter en vaster gemaakt (vervilten). Hiertoe moest de stof langdurig gekneed worden met toevoegingen als aarde, urine en zeep.
Vool, het Jonge
Oliemolen en later pelmolen te Wormerveer. De Windbrief werd gegeven in mei 1649. In mei 1838 werd hij ingericht als pelmolen; ook het oliewerk bleef intact. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, tussen De Engel, Frederik en De Toekomst, en werd in augustus 1930, na jarenlange stilstand, door brand verwoest.
Vos, de
Oliemolen te Westzaandam. zie: De Olievos, de
Vrede, de
Oliemolen te Westknollendam. De Windbrief werd gegeven in juni 1685. Hij heeft gestaan aan de Tochtsloot en werd gesloopt in 1872 en vervangen door een gelijknamige stoom-olieslagerij. zie: Croklaan bv
Vrede, de Gekroonde
Oliemolen en later snuifmolen te Westzaandam. De windbrief werd gegeven in juni 1685. In 1717 werd hij snuifmolen. Hij heeft gestaan ten oosten van de Watering, achter de tegenwoordige Reigerstraat en werd gesloopt vóór 1828.
Vrienden, de Twee Goede
Houtzaagmolen te Wormerveer, zie: De Jonge Bakker
Wachter, de Rode
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit juli 1663. Hij heeft gestaan op de zuidwesthoek van de Schans aan de Zaan, ten noorden van de Poel, op de naar deze molen genoemde Wachterhoek, en werd gesloopt in 1891.
Walrot, de
Houtzaagmolen te Oostzaandam. paltrok. De balkenzager bestond reeds vóór 1684. Hij heeft gestaan aan de Kalverringdijk, buitendijks, en werd gesloopt vóór juni 1806.
Walrot, de. Houtzaagmolen te Westzaandam, bovenkruier, ook wel De Rot genoemd. De balkenzager bestond al in 1680. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan, en werd gesloopt in het eerste kwart van de 19e eeuw.
Walvis, de
Oliemolen te Jisp. De windbrief werd gegeven in november 1611. Hij heeft gestaan ten zuiden van het Zwet, aan de Bruigomsloot, iets landinwaarts, en werd kort vóór juni 1908 gesloopt.
Wapen, Het
Houtzaagmolen in Westzaandam, paltrok. De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1742. Hij kwam toen waarschijnlijk in slopershanden. De molen stond ten westen van de Vaart, dichtbij de Hogendijk.
Waterhond, de
Oliemolen te Koog. De windbrief werd gegeven in januari 1663. Hij heeft gestaan op de hoek van de Mallegatsloot en de Watering, en werd in 1881 gesloopt. Zijn schuur moest in 1921 wijken voor wipmolen De Nieuwe Onderneming.
Welvaren, 's Lands
Oliemolen te Westknollendam. De Windbrief werd gegeven in 1681. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Tochtsloot, als derde molen vanaf de Zaan, en werd na juni 1814 gesloopt.
Wever, de
Oliemolen te Oostzaandam. De eerste vermelding dateert uit januari 1712. Hij heeft gestaan ten westen van de Gouw, achter het Kramerspad, en werd gesloopt in 1769.
Wezel, de
Oliemolen en oorspronkelijk volmolen te Koog. De Windbrief voor de volmolen werd gegeven injuni 1639. Injuli 1691 ging hij door brand verloren, waarna herbouw volgde. Vermoedelijk werd hij in 1729 oliemolen. In 1899 werd hij geheel onttakeld en werd een stoommotor geplaatst, nadat hij vanaf 1895 cacao-afval had verwerkt. Later werd de molen vervangen door cacaofabriek Hollandia, die op haar beurt weer moest wijken voor een fabriek van wasprodukten (thans Witco). Hij heeft gestaan ten noorden van de Sluissloot en ten westen van de spoorlijn.
Wildeman, de Rode
Oliemolen te Wormerveer. De Windbrief werd gegeven in januari 1648. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan en werd gesloopt in 1872, om plaats te maken voor olieslagerij De Toekomst (zie: Croklaan bv).
Wind, de (Oostzaandam)
Oliemolen te Oostzaandam, oorspronkelijke naam Het Vliegend Heit. De eerste vermelding dateert uit mei 1663. Hij heeft gestaan aan de Zaan, buiten de Kalverringdijk, noordelijk van De Kat en ging op 22 november 1914, toen hij al een aantal jaren cacao-afval verwerkte, door brand verloren.
De molen, toebehorende aan de heer Adriaan Honig, te Heemstede brandde met alles wat er in was, waartoe ook behoorde een grote partij cacaodoppen, -koeken en boter, tot de grond af. Aangezien het terrein, gelegen aan het smalle, kronkelende dijkje, zeer moeilijk te bereiken was, konden alleen de twee drijvende motorspuiten en de spuit van 't Kalf, die met een schuit naar het terrein was gebracht, aan het blussingswerk deelnemen.
Wind, de (Westzaandam)
Oliemolen te Westzaandam. De windbrief werd gegeven in juni 1685 aan Alden Claesz. Wint. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Papenpadsloot, ten westen van de tegenwoordige spoorlijn, en werd gesloopt in 1880.
Windei, het
Oliemolen te Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in mei 1655. Waarschijnlijk had hij, gezien zijn plompe uiterlijk, eerder elders als watermolen dienst gedaan. Hij heeft gestaan aan weg en Zaan aan het begin van 't Kalf. In 1906 werd hij tot stellinghoogte afgebroken. Zijn onderbouw en schuren werden later gebruikt voor een olieraf?naderij.
Windhond, de
Oliemolen en later verfmolen te Oostzaandam. bijgenaamd Dunbil. De windbrief werd gegeven in januari 1634. Hij heeft iets zuidelijk van de tegenwoordige Julianabrug gestaan. In 1897 werd hij verfmolen, in 1911 werd hij gesloopt.
Windhond, de
Oliemolen te Oostzaandam. De Windbrief werd gegeven in september 1663. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Zuidervaldeursloot, ten westen en op enige afstand van de Weer, en werd gesloopt in 1889.
Wolf, de Gouden
Oliemolen te Oostzaandam, zie: De Oude Wolf
Wolf, de Jonge
Oliemolen te Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1641. Hij heeft gestaan aan de Wormerringdijk, buitendijks, ongeveer tegenover de Zuidersluis van Wormerveer, en werd gesloopt in 191 1.
Wolf, de Oude
Oliemolen te Oostzaandam, oorspronkelijke naam De Gouden Wolf. Hij is vermoedelijk gebouwd in 1617 onder de naam De Gouden Wolf. Hij heeft gestaan aan de Kalverringdijk, buitendijks, en werd gesloopt in 1877. Op zijn erf kwam de lak- en vernisfabriek van Jacob Vis Pz.
Woudaap, De
Oliemolen in Oostzaandam, meestal De Aap of Het Aapie genoemd. De eerste vermelding dateert uit januari 1656.
In oktober 1915, toen hij al een tiental jaren werd gebruikt voor het verwerken van cacao-afval en het malen van fourage-artikelen, werd hij door brand verwoest. De molen stond ten westen en op enige afstand van De Gouw, iets ten noorden van het Konijnenpad. Opvallend aan deze molen was dat zijn romp was bekleed met overmaadse planken. Voor oliemolens was dit zeer uitzonderlijk.
Zaadzaaier, De
Oliemolen in Oostzaandam, oorspronkelijke naam: De Lastdrager. De windbrief werd gegeven in september 1690. De molen stond op de noordkant van de Hemmes, ging in 1912 cacao-afval verwerken, later met behulp van een motor, werd onttakeld in 1937, en verder gesloopt in 1947.
Zeef, De
Oliemolen in Oostzaandam, ook Het Huis te Muiden genoemd. In september 1685 werd aan Gerrit Jansz. Muijden de windbrief verstrekt voor een oliemolen. Gezien de bijnaam lijkt het aannemelijk dat dit De Zeef was. Hij heeft gestaan tussen de Knie en de Gouw, aan en ten zuiden van de Noordervaldeursloot. De molen werd gesloopt in juni 1897.
Zeeman, De
Oliemolen in Oostzaandam. De windbrief werd gegeven in juli 1683. Hij heeft gestaan aan 't Kalf, aan weg en Zaan, en werd in februari 1910 door brand verwoest.
Zeemeeuw, De
Oliemolen in Oostzaandam, meestal De Mieuw genoemd. Hij werd gebouwd in 1639 of 1640. In augustus 1763 verbrandde, na blikseminslag, het dekriet van zijn romp, waarna hij met spanen werd bekleed.
De molen stond aan de Kuil, op de zuidkant van de Hemmes, en werd, na enige jaren gebruikt te zijn voor het malen van cacao-afval, in 1915 onttakeld. Er werd toen een motor in geplaatst en hij ging weer olieslaan. In april 1917 werd hij door brand verwoest.
Zeug, De
Oliemolen in Wormer. De eerste vermelding dateert uit 1654. Hij heeft gestaan aan en ten noorden van de Nieuwe Vaan, achter het St. Jacobspad. De molen werd in januari 1848 door brand verwoest.
Zevenster, De
Pelmolen in Oostzaandam. De Windbrief werd gegeven in december 1690. De molen stond aan en ten zuiden van de Braakdijk, nabij het Heerenhuis. Hij kwam in 1811 in slopershanden.
Zoeker, De
Oliemolen De Zoeker in Zaandijk en tegenwoordig Zaandam. Eigendom van Vereniging De Zaansche Molen.
De Windbrief werd gegeven in april 1667. In 1891 werd hij gerenoveerd en ingericht als verfmolen. Ook werden een petroleummotor en maalstenen geplaatst voor het vermalen van koffiedoppen. In 1914 werd het volledige oliewerk van de gesloopte molen Het Rad van Avontuur bijgeplaatst, waarmee cacao-afval werd verwerkt.
In februari 1925 werd de molen door een windhoos zwaar beschadigd. Dankzij vrijwillige bijdragen kon hij weer worden hersteld. In februari 1940 kwam hij stil te staan. Hij verkeerde toen in ernstig verwaarloosde staat. Een nieuwe eigenaar liet hem opknappen en de molen kwam weer in bedrijf. In 1950 werd hij eigendom van de gemeente Zaandijk, die hem in 1968 overdroeg aan Vereniging De Zaansche Molen.
De Zoeker werd in augustus 1968 van zijn standplaats, ten noorden van de Sluissloot en ten westen van de spoorlijn naar de werf van Oliemolen De Wind aan de Kalverringdijk verplaatst. Een spectaculaire operatie, waarbij de molen over de bedrading van de spoorlijn werd getild. De achtkante bovenkruier heeft ijzeren roeden met een vlucht van 23 meter. Een deel van de molenschuur is ingericht als woning voor de molenaar.
Zon, De
Oliemolen in Oostzaandam. Hij werd vermoedelijk in 1657 gebouwd. Hij heeft gestaan aan de Kalverringdijk, buitendijks waar later de verffabriek van de firma Latenstein kwam. De molen werd gesloopt in 1903.
Zwaan, De
Oliemolen en later hennepklopper in Krommenie. De Windbrief werd gegeven in september 1649. In augustus 1666 was hij al ingericht als hennepklopper. De molen werd in mei 1761 door brand verwoest, waarna herbouw volgde. Hij stond gestaan aan de Nauernasche Vaart, zuidelijk van de vroegere brug. En werd gesloopt in 1887.
Zwaan, De Witte
Oliemolen in Westzaandam, beter bekend als De Zwan. De Windbrief werd gegeven in mei 1649. De molen stond aan weg en Zaan, iets zuidelijk van het spoorviaduct. De molen werd in 1889 afgebroken en vervangen door stoom-oliefabriek Het Hart
Zwan, De
Oliemolen in Westzaandam. Zie De Witte Zwaan.
Zwan, De Oude
Oliemolen in Oostzaandam. Zijn proporties wekten het vermoeden dat hij oorspronkelijk watermolen was geweest, maar hij werd in 1755 in Purmerend als oliemolen afgebroken en vervoerd naar Oostzaandam waar hij op de zuidkant van de Hemmes aan de Kuil werd herbouwd. De laatste jaren van zijn bestaan verwerkte hij cacao-afval. In oktober 1936 werd hij onttakeld. In oktober 1945 werd de romp afgebroken. Onderbouw en schuur zijn nog aanwezig.
Zwarte Moriaan, de
Houtzaagmolen in Westzaandam. Paltrok, ook De Preker genoemd.
De eerste vermelding van de wagenschotzager dateert uit 1726. Hij heeft gestaan ten westen van de Vaart, ter hoogte van de tegenwoordige Oranjestraat en kwam in 1762 in slopershanden. Zijn bijnaam De Preker kreeg hij toen Claes Claesz. Stoffels, leraar bij de Fries Doopsgezinde Gemeente in Westzaandam eigenaar was.
Rond 1730, na het overlijden van zijn vader, nam zijn zoon de molen over zoals afgesproken in het testament. In 1762 werd de molen geveild en kort erna gesloopt